Aäron Beernaert (Bevo Roeselare): “Winst in Jeugd Champions League zou bekroning zijn”

Of de meisjes van Bevo Roeselare bij de beste jeugdploegen van Vlaanderen behoren, is nog even afwachten. Maar de steile opmars van de U15, U17 en U19 is best opmerkelijk te noemen. Getuige de resultaten in de afgelopen toernooien van de Vlaamse Jeugd Champions League, waar de U17 floreerden tijdens de herfstvakantie terwijl de U15 en U19 de smaakmakers waren tijdens de kerstvakantie.

Knap werk van niet eens de grootste volleybalclub uit West-Vlaanderen als het puur op kwantiteit aankomt, maar dat op het vlak van kwaliteit wel stilaan de top bestormt.

De Vlaamse Jeugd Champions League verzamelt de beste Vlaamse jeugdploegen van U11 tot U19 die het binnen hun eigen leeftijdscategorie tegen elkaar opnemen tijdens drie schoolvakanties. De Champions League is bedoeld om talenten nog extra wedstrijdmomenten aan te bieden tegen gelijkwaardige tegenstanders. En het is gewoon een leuk gegeven voor de jeugd om zich tegen de beste lichtingen uit Vlaanderen te meten. Maar wanneer je zoals de U15, U17 en U19 van Bevo Roeselare een manchetoernooi kan winnen, zit er op het einde van het seizoen mogelijk een nationaal treffen in. Volgens Aäron Beernaert, die niet alleen coach is van Bevo B uit Promo 1, maar voor de gelegenheid ook de U15, U17 en U19 onder zijn hoede neemt en daarnaast ook nog eens de opvolging verzekert, zijn de meisjes de vruchten aan het plukken van het noeste werk van de voorbije jaren.

Als manusje van alles bij Bevo ben jij de aangewezen man om ons uit te leggen hoe het komt dat de U15, U17 en U19 het zo goed doen dit jaar?

Aäron Beernaert: “We zijn een typische opleidingsclub die enorm veel tijd investeert in de jeugd. Vanaf jonge leeftijd leggen we de focus op techniek en proberen we het spel van elke jeugdploeg in de lijn te krijgen van de seniores. Het is dus een kwestie van hard werken. Als alle parameters goed zitten, vloeien daar soms schitterende resultaten uit.”

Zoals tijdens de afgelopen toernooien van de Vlaamse Jeugd Champions League tijdens de herfst- en de kerstvakantie?

“Inderdaad. Tijdens de herst schreven onze U17-meisjes het manchetoernooi op hun naam en met Kerstmis deden de U15 en de U19 hetzelfde. Een geweldige prestatie, niet alleen voor de meisjes zelf, maar natuurlijk ook voor de club.”

Je klinkt enigszins verrast?

“Deze resultaten liggen totaal niet binnen onze verwachtingen, want we dachten vooral te kort te komen bij de U15 en U19. Binnen de provincie West-Vlaanderen staan we zeker ons mannetje, maar als je op Vlaams niveau gaat kijken, kom je tegen topploegen uit Antwerpen en Vlaams-Brabant uit en daar beschikken ze toch ook over een paar heel sterke jeugdwerkingen. Toen we negen jaar geleden met onze jeugd aan dit Champions League-verhaal begonnen, moesten we keihard werken om de kwalificaties te overleven. Nu is dat geen enkel probleem meer en moeten ze rekening met ons houden tijdens de manches.”

De U15, U17 en U19 bestaan uit meisjes die binnen Bevo ook nog eens voor een andere ploeg uitkomen?

“Inderdaad. Bij de U19 bijvoorbeeld zitten er meisjes die spelen in Promo 1 en 2, samen met twee meisjes die bij de eerste damesploeg zitten. Eigenlijk spelen daar maar drie à vier meisjes bij die de juiste leeftijd hebben. De rest wordt aangevuld met meisjes die ook bij de U17 spelen. Voor de U15 was het dan weer de eerste Champions League-ervaring.”

Daar zitten dus best wel wat talentjes bij?

“Licia Claeys bijvoorbeeld is 18 jaar en speelt als libero bij de seniores in eerste nationale. Clémence Vannoote is een receptie-hoek die ook op de opposite uit de voeten kan en dit seizoen 17 jaar wordt. Het zijn inderdaad talenten die hard aan het werken zijn om bij de seniores sterkhouder te worden. Clémence is trouwens aan haar tweede of zelfs al derde seizoen bezig bij de A-ploeg. Ze heeft zeker het potentieel om op korte termijn een vaste waarde te worden in eerste nationale en wie weet wat volgt er daarna.

Maar we mogen niet vergeten dat het niveau in eerste nationale toch wel wat ervaring vraagt. Bij de U15 steekt Tea Dragovic, dochter van Dragan, er dan weer bovenuit. Ze speelt als receptie-hoek of opposite en maakt deel uit van onze B-ploeg. Zij is één van de grootste talenten waar ik de laatste tien jaar mee heb gewerkt. Bevo A kan ze zeker aan. Of ze de stap naar Liga A kan zetten? Dat kan, al heb je daar ook een beetje geluk voor nodig.”

Kunnen zij dan nog leren van zo’n toernooi als de Vlaamse Jeugd Champions League?

“Toch wel, omdat ze uitkomen tegen de sterkste lichtingen van andere ploegen waar goed gewerkt wordt. Het is natuurlijk aan de meisjes zelf om te beslissen of ze dit willen meemaken of niet. Wij proberen hen daar wel warm voor te maken. We evalueren continu en proberen ze zoveel mogelijk te begeleiden. Hun seizoen stellen we samen door een aantal doelen voorop te stellen en hoe ze zowel op technisch als op tactisch vlak moeten verbeteren. Dat schept ook duidelijkheid voor de speelsters.”

En hoe zit dat met de trainingsintensiteit?

“De U17 en U19 krijgen drie keer per week baltraining. De meisjes die in Promo 2 en hoger spelen, trainen daarnaast nog minstens één keer per week bij onze fysiektrainer in Schiervelde. Van de U15 traint ongeveer de helft bij mij aan hetzelfde ritme.”

Dat is quasi dezelfde werkethiek als bij de seniores? 

“Het is de filosofie bij Bevo om onze jongeren op die manier klaar te stomen voor de eerste ploeg. Ze moeten ook beseffen dat ze deel uitmaken van een nieuwe lichting. Stel dat er bij de A-ploeg een groep speelsters stopt, dan heb je een oplossing nodig en dan ben je als ploeg niet beter af dan met een goed onderbouwde jeugdopleiding. Daarom profileren we ons ook als 100% opleidingsclub.”

Hebben jullie dan niet de ambitie om door te stoten naar Liga A? Met zo’n talentvolle jeugd moet dit toch tot de mogelijkheden behoren?

“Alles op zijn tijd. Toen Kris (Supply) de hoofdtrainer werd, zaten we in tweede divisie en hadden we nooit gedacht dat we sinds 2020 al in eerste nationale zouden zitten. De voorbije jaren zijn we van drie naar zes damesploegen gegaan en dat met bijna hoofdzakelijk jeugdspelers. Natuurlijk is dit voor de eerste ploeg niet zo evident, omdat je niet anders kan dan hier en daar speelsters van buitenaf aan te trekken, omdat de reeks echt wel wat toppers huisvest. Wie hier in de streek in Liga A wil spelen, moet trouwens in Oostende zijn.”

Hoe schat je de jeugdwerking van Bevo in?

“Qua aantal jeugdspelers zitten we tussen de 180 en 200 en staan we in onze provincie ongeveer op de derde plaats, achter Waregem en Wevelgem. Maar kwantiteit betekent niet meteen kwaliteit hé. Ik wil niet pretentieus zijn, maar ik ben er wel van overtuigd dat wij de laatste vijf jaar over de sterkste jeugdopleiding bij de vrouwen beschikken.”

Dat komt dan wel goed tijdens het derde CL-toernooi in de paasvakantie?

“We hopen toch dat we daar goed presteren zodat we ook in het eindklassement hoog zullen eindigen. Indien je daar bij de eerste twee eindigt, dan stoot je door en wie weet kom je dan bij de beste twee ploegen van Vlaanderen terecht en kan je tegen de beste twee Waalse ploegen strijden om de nationale titel.”

Voor welke lichting zou dit tot de mogelijkheden kunnen behoren?

“Met de U17 maken we wel een goede kans. In die competitie gaat het tussen Jaraco As uit Limburg en ons. Zij staan voorlopig tien punten voor, maar de huidige derde Haasrode Leuven kan ons niet meer voorbijsteken. Eigenlijk hopen we vooral dat we daar met een volwaardige ploeg zullen staan, want met Corona weet je nooit. Maar winst in de Champions League zou een bekroning zijn voor onze opleiding.”

Hoe uniek zou dit zijn als de U17 van Bevo de titel pakken?

“Best wel bijzonder! Een West-Vlaamse club heeft bij mijn weten nog nooit de titel gepakt bij de U17 of ouder, zelfs niet bij de U15. Meestal is dat weggelegd voor clubs uit Antwerpen of Vlaams-Brabant.”

Heb je daar een verklaring voor?

“Dat heeft vooral te maken met de manier waarop we in West-Vlaanderen competitie voeren. Op jonge leeftijd ontwikkelen we veel speelsters die technisch vaardig zijn, maar eenmaal we zes tegen zes spelen, begint het moeilijk te worden, omdat sommige clubs moeten harken om aan voldoende speelsters te geraken. In Antwerpen bijvoorbeeld hebben ze dubbel zoveel provinciale teams. Geografisch gezien liggen die ook allemaal dicht bij elkaar en die onderlinge concurrentie heeft natuurlijk een positief effect.”


Maar even terug naar de U17 van Bevo. Eigenlijk is het een lichting waarmee jullie willen oogsten?

“De U17 en ook de U19 zijn aan het jagen op die titel, net zoals twee jaar geleden toen ze aan de top van het klassement stonden, maar toen kwam Corona roet in het eten gooien. Vooral de U17 bevestigen dit seizoen eigenlijk wat we al wisten, want vijf jaar verloren ze de finale van Vlamertinge, puur door stress. Bij hen leeft er een ongelooflijk revanchegevoel. Het belangrijkste signaal dat die meisjes ons geven, is dat ze er voor de volle 100 procent voor willen gaan. Zij leven voor het volleybal. Ik moet die meisjes op geen enkel moment motiveren en dat maakt het zo fijn om met hen te werken.”

Een must is die titel dus niet?

“Er kan nog veel gebeuren natuurlijk. We moeten goed spelen in de paasvakantie en dan nog eens presteren tijdens die nationale eindronde. Het verschil daar is dat alles op één dag wordt gespeeld en het dus iets meer een loterij zal zijn. Ach, het is een stukje dromen natuurlijk. Er zijn maar weinig mensen die kunnen zeggen dat ze nationaal kampioen zijn geworden. En voor onze club zou dat een ongelooflijk uithangbord zijn. Misschien gaan we daardoor nog meer jeugdspelers kunnen aantrekken.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Bevo Roeselare