René Corstens over evoluties in het Maaseikse, Belgische en Europese volley

Corona heeft veel sporten onder druk gezet. Ook het volleybal ontsnapte niet aan het virus. Veel wedstrijden werden uitgesteld en bij Decospan Menen wordt gesproken over stopzetten van de activiteiten In de Euro Millions Volley League!

Maar de fans worden komend weekeinde weer toegelaten. Door de lange ‘break’ en weinig ‘to do’ staan we even stil bij evoluties en trends in het volleybal van pakweg 1970 tot vandaag. Een periode van ruim een halve eeuw.

René Corstjens (°1952), jarenlang algemeen manager bij Noliko Maaseik, was te gast voor een interview. Diep in zijn hart brandt nog altijd het heilig volleybalvuur. Hij is een man met ervaring en visie. Hij houdt een aantal specifieke topics onder de loep en hij blikt vooruit naar de toekomst.

Wie is René Corstjens?

René is oud-speler van Mavoc Maaseik, de voorloper van het latere VC Noliko en het huidige VC Greenyard. Als speler was hij een all-rounder op receptie-hoek en in het midden bij trainers Berre Devries, Jef Klein, Willy Craeghs en Jos Klaps. Hij transfereerde voor 45.000 BEF (1.115 euro) naar Opglabbeek en had er als trainers Thieu Paesen, Jos Klaps en Roeland Albrechts. Het volgende station heette VC Rotem met T 1 Jef Houben.

Van trainer naar teammanager, een nieuwe functie

Corstjens werd dan speler-trainer bij  VC Amicitia Maaseik, trainer bij Vasco Stokkem en uiteindelijk oefenmeester bij zijn moederclub Maaseik zelf, omdat de Nederlander Pierre Mathieu niet toehapte en Jos Klaps (die won de beker met de Pool Dariusz Kurek, Wim Segers, Roger Schoonbroodt e.a.) voortijdig stopte. Patrick Beenders fungeerde als assistent op de bank. René werd vice-landskampioen in het spoor van Ibis Kortrijk.

Hij werd opgevolgd door Leo Lubiejewski terwijl preses Mathi Raedschelders hem polste om teammanager te worden. Een unieke stap. Hij was ook leerkracht L.O. aan het instituut Sint-Jansberg in Maaseik. Met Marc Spaenjers werd hij enkele malen universitair kampioen met de KUL.

In Maaseik kreeg René als eerste naast de trainer een kostenvergoeding. René had de drive om uitstekend werk te verrichten. Zo haalde hij o.m. Theo Goyens weer bij het bestuur. Toen Marc Spaenjers de eerste voltijds betaalde headcoach werd, was dat het sein om structurele aanpassingen door te voeren.

Ondertussen geniet René van zijn welverdiend pensioen. Hij is nog wel trainer van de Maaseikse mini’s: drie jongens en elf meisjes, onder wie de dochter van oud-topper Dariusz Kurek.

René Corstjens ventileert zijn visie op aspecten van de (moderne) volleybalsport.

1. EVOLUTIES IN COMMERCIALISERING

Corstjens: “Het toernooi van de Generale Bank in Sint-Niklaas, bij het grote publiek bekend als ‘De Witte Molen’, gold in België als voortrekker en sterk commerciële trendsetter, hoe volleybal moest gebracht worden. In grote zalen, met tribunes rondom, VIP-toestanden voor en na, veel faciliteiten om te parkeren.

Op het vlak van sporthallen werden de normen aangepast: minimale vrije ruimte, meer hoogte, goede verlichting, specifieke vloeren met een eenkleurig speelveld. Wij evolueerden van beton – nefast voor de knieën – naar een vlakelastische vloer. Zo konden we eindelijk meer trainen. In onze eigen Steengoed-arena ligt nu permanent Tarraflex op een vlakelastische houten onderconstructie.

Overigens behoort de commercialisering tot de bevoegheid van de Liga, die daarvoor vroeger zakelijke managers als Philippe Housiaux, Diederik Degryse en oud-voorzitter Philippe Boone onder de arm nam.”

2. EVOLUTIES  IN SPORTIEVE ONTWIKKELING

René Corstjens ging gretig mee in de ambitie van Mathi Raedschelders en zijn medewerkers. “Een groot internationaal toernooi werd ‘een must’. Hörmann Genk was een inspiratiebron. Via zijn befaamde ‘Europatoernooien’ met Japanse, Russische en Zuid-Amerikaanse clubs, die zaal Familia in Hoevenzavel Genk uit de voegen deden barsten. Die hadden nog niet de allure van ‘De Witte Molen’. Zo lanceerde ook Maaseik jaarlijks een Europees toernooi als aanloop naar het seizoen, dat destijds in september begon. Veel vroeger dan nu.

Dat Maaseikse ASLK-toernooi verhuisde even later naar de periode rond Kerstmis (Christmas Cup), omdat de internationale kalender veranderde. Er werd een VIP-dorp gebouwd, schoolklassen kwamen kijken. De formule sloeg aan. De vele internationale contacten bezorgden Noliko invitaties voor  gelijkaardige events in Leysin (Zwi) en Montpellier (Fra). Uiteindelijk kwam het Maaseikse toernooi in het vaarwater van de ’Witte Molen’ terecht, omdat de bond de internationals verplichtte in Sint-Niklaas aan te treden. Zo kwam de voorbereiding van de clubs op de wedstrijden van de Champions League begin januari in het gedrang.”

Corstjens: “Maaseik bouwde constant aan zijn accommodatie in de stedelijke sporthal. Zowel sportief als commercieel: zwevende vloer, tv-platform, extra verlichting, geluidsinstallatie, VIP-receptie in de judozaal, een permanent secretariaat in de berging. In 1993 verscheen naast de sporthal een eigen gebouw met een secretariaat, vergaderruimte, sanitair, VIP-ruimte voor diners en een echte VIP-tribune (het befaamde rode pluche!). Drie jaar later werden de VIP-zaal en de tribune uitgebreid met een fitnessruimte.

Helaas: in 2001 mochten we in onze voortdurend aangepaste hal Europees niet meer aantreden. Zo werden we gedwongen voor de Champions League zeven jaar naar Bree uit te wijken. Naar de hal ‘Expodroom’ van de gastvrije eigenaar Etienne Tilmans. We hebben er heerlijke tijden beleefd. Maar door dat gegeven – weg in eigen stad – zijn we beginnen in te zetten op de bouw van een eigen sporthal. In een format van een privaat-publieke samenwerking, waarbij de club de grootste investeerder was. Er verrees  een fonkelnieuw sportcomplex: nu onze Steengoed Arena.  Ik denk dat zoiets bouwen nu niet meer kan.”

Heynen , Corstjens en Raedschelders.

Graag weer de ‘dubbele affiliatie’ in Vlaanderen

Corstjens: “Sportief is de situatie van VC Greenyard Maaseik in het volleyballandschap veranderd. Door de bijkomende concurrentie in België en het buitenland werd het veel moeilijker om jonge toppers zoals Schuil, Platenik en Lebl voor enkele jaren aan de club te binden. We slaagden er wel in kanjers als Rychlicki of Semeniuk naar Maaseik te halen. Maar hun verblijf was altijd van korte duur. Vroeger waren er minder professionele clubs in ons land en in Europa dan vandaag. Er zijn veel kapers op de kust, als het gaat over de aanwerving van toptalent.

Omdat er geen langdurige contracten meer bestaan en het volleybal zich aan de wetgeving dient te houden, heeft onze sport geen ‘terugverdien-model’ zoals het voetbal. Ook het fenomeen van ‘managers’ bestond vroeger niet. Zij jagen de prijzen de hoogte in. Anderzijds zou een systeem van dubbele affiliatie jong talent dat niet voor de volleybalschool kiest, meer kansen bieden. Die dubbele affiliatie heb je wel nog in Wallonië/Brussel. Het is overigens verrassend dat Maaseik met Elias Thys, Martin Perin en Gilles Lomba drie Franstaligen tussen de lijnen brengt. En geen enkele Nederlander meer… na dertien jaar Jelte Maan.”

3. EVOLUTIES OP CLUBNIVEAU EN IN HET MANAGEMENT.

René Corstjens: “In 1991 hadden wij al een secretariaat met Marc Vermeulen, beroepshalve nog altijd in dienst. Samen met huidige CEO Dieter Leenders. In 1995 stapte ik uit het onderwijs en werd ik fulltime clubmanager. De ‘Maaseikse ‘Zakenvrienden’,  opgericht in 1993, gaven de aanzet tot enkele jaren van bouwwoede. We werden gelauwerd als ‘Sportploeg van het Jaar’. De club kreeg Europese awards zoals ‘Best Organizer’, ‘Best Promotion’ en de ‘Press Award’. Ik denk dat ons model gekopieerd werd voor een schaalvergroting van de volleybalsport in ons land.”

‘Good governance’ is een belangrijke taak

“Maaseik is één van de weinige clubs die nooit is vereffend, iets om trots op te zijn. Om oneerlijke concurrentie van een club in faling wegens financieel wanbeleid te vermijden, werden de ‘Liga Regulations’ aangepast rond financiële fairplay en licenties. Vroeger kon een failliete club zomaar ongehinderd heropstarten met een blanco lei. De bond zou die Regulations strikt moeten toepassen. Wat is de oplossing? Heel simpel: stamnummer, voorzitter, secretaris, penningmeester en alle spelers moeten behoren tot één en dezelfde juridische entiteit.”

Corstjens: “Belangrijk voor elke club is een modern management, onder de noemer ‘good governance’, met een correcte fiscaliteit, sluitende arbeidscontracten voor trainers en spelers, een juiste toepassing van de arbeidswetgeving en de naleving van de CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst. Veel ploegen moeten nog stappen zetten op dat vlak. Ik zie nog een andere bekommernis: de meeste teams spelen in een hal van de stad. Maar wij doen dat in ons eigen complex. Dat zorgt voor een extra belasting op organisatorisch en financieel vlak. Kosten voor verwarming, verlichting, algehele stroomvoorziening en uitbating, ook bijv. de controle van de brandveiligheid en nazicht van dure blusapparaten. Gelukkig kunnen wij terugvallen op een grote schare vrijwilligers die alle herstellingen en het onderhoud voor hun rekening nemen. Als je budgetten van clubs juist wil vergelijken, moet je enkel de sportieve kost bestuderen. De verplicht neer te leggen jaarrekeningen – publiek vrij consulteerbaar – moeten juist geïnterpreteerd worden.”

4.  EVOLUTIES IN DE RELATIE BOND EN LIGA

“Vroeger werd alles geregeld door de bond. Nu is al enkele jaren de Liga van topclubs in actie geschoten. Eerste voorzitter was Olenaar Etienne Mertens. Opgevolgd door de heren Vanderstukken, Smets, Blauwblomme, Vandenberghe, het duo Spaenjers-Boone (de twee ‘founding fathers’ van de Liga Regulations), Francis De Nolf en nu de tandem Luc Haegemans (chairman) en Marie De Clerck (CEO). Tussen bond en Liga (tijdperk Spaenjers en Boone), werd een ‘convenant’ afgesloten. Ik weet niet meer in welke mate die convenant vandaag nog van toepassing is. De grote uitdaging is om de autonomiteit van de Liga te garanderen in een respectvolle samenwerking.”

BvB: mét een return vanaf de kwartfinales

“De Liga moet de commerciële rechten van de competitie krijgen, de bond is de organisator van de Beker van België. Op zijn minst vraag ik in de beker heen- en terugwedstrijden vanaf de kwartfinales, wanneer de top acht elkaar kan treffen. Nu verloren we de kwartfinale in Aalst (daar geloot), zonder uitzicht op een terugmatch. Weer een topmatch minder, geen media-aandacht, geen promotie voor de sport en verlies van commercieel potentieel. De Pro League is voor de clubs in de Liga A zeer belangrijk. Overigens zijn prof- en amateurvolleybal twee totaal andere werelden. Met volledig andere belangen en noden. Geef dus voldoende ruimte aan de EuroMillions Volley League en haar clubs om dat professionele karakter in de verf te zetten.”

5. EVOLUTIES EN TRENDS IN EUROPA

René Corstjens: “Het volleybal op het Europeze continent is gigantisch veranderd. Mede door de uitbreiding van de Europese Unie. De Champions League is structureel verscheidene keren hertekend. Van een poule met zeven teams (drie thuis, vier uit), maar poules van vijf en van vier. Die herziening heeft veel te maken met de ‘input’ van Italië. Italiaanse clubs toonden vroeger weinig interesse voor Europees volley. Er daagde weinig of geen publiek op. De interclub kreeg alle voorrang. Maar dat klimaat is veranderd. Door de sterke competities in bijv. Polen, Rusland en Turkije is er meer spankracht en spektakel te ervaren in de Champions League. Zo wonnen de Europese bekers ook in Italië aan belang.”

We verliezen onze top aan het buitenland. Net als in het voetbal.

“Vergeet ook niet dat vroeger alleen de landskampioen Europees aantrad. Nu heb je twee tot drie ploegen per land in de CL, plus teams in de CEV Cup en de Challenge Cup. Ander fenomeen is het contingent van spelers. Vroeger kwam de buitenlandse top naar België om hier te spelen. Nu verloopt dat proces andersom, cfr. het voetbal. We verliezen onze beste manschappen aan het buitenland. Neem Deroo, Rousseaux, Grobelny, Van den Dries, D’Heer, Ribbens, Klinkenberg e.a.. De macht van het geld, jawel. De economische kracht van buitenlandse ploegen is groter dan de slagkracht van de Belgische.”

6. TRENDS VOOR DE TOEKOMST

“Het moet allemaal professioneler. Iedere match is een ‘event’. Onder impuls van Philippe Boone mocht een delegatie van de Liga deelnemen aan een symposium met speciale workshops in Bologna (Ita). Het opzet was clubs bij te scholen. Hoe meer tickets creëren, meer merchandising, ruimere social media, de zorg voor voldoende parking, reclame via bureaus van toerisme, verspreiding van affiches en dies meer. Zo werden de Italiaanse clubs in A 1 en A 2 door een extern professioneel bureau onderworpen aan een ‘Mystery Visitor’. Een onbekend iemand die een onderzoek uitvoerde naar de werking van de club en haar uitstraling in de regio. Deze ‘MV’ formuleert in zijn analyse aanbevelingen voor een betere werking.”

Een heikel probleem is de afstemming van de kalenders van FIVB, CEV en de nationale competities.

“Ik denk dat we de enige sport zijn, waarbij internationale wedstrijden niet zijn ingebouwd in de competitie zelf. De clubs moeten spelen tussen 15 oktober en 15 mei, een erg korte periode, waaraan zelfs nog geknabbeld wordt. Vandaar een zwaar overladen kalender.”

Interlands inbouwen in verlengd interclubseizoen

“Olympische, EK- en WK-kwalificaties, Golden European League of Nations League vallen allemaal buiten die afgebakende periode. Erna dus, niet er in. Een club krijgt maar een zestal maanden om zijn zaken te runnen. De periode dat de clubs hun wedstrijden kunnen spelen en de spelers ter beschikking hebben, moet dringend uitgebreid worden. Met ingebouwde interlands. De clubs betalen immers de jaarlonen van de spelers, terwijl de nationale ploegen diezelfde spelers na de interclub in diverse andere competities losjes inzetten. Dat is niet langer houdbaar.”

Schaf het systeem van EU en niet-EU in Vlaanderen af

Corstjens pleit ook voor de afvoering van de opsplitsing van spelers in EU (Europese Unie) en niet-EU. “Als clubs niet met die beperkingen opgezadeld zouden worden, dan kan je betere kwaliteit krijgen voor minder geld. We leven in 2022: markteconomisch mogen er voor beroepsspelers geen beperkende factoren impact hebben. Het wordt hoog tijd dat ook de fiscale regimes in heel Europa gelijk worden getrokken Nu zijn er gigantische verschillen tussen ons land en pakweg Polen of Italië.”

Qua enige vorm van geldelijke return via tv-rechten heeft Corstjens weinig hoop. Hoewel er nooit eerder zoveel volley op TV was en is als vandaag, dankzij de Nationale Loterij en de Liga.

“Om Europees deel te nemen aan de Champions League, betaalt een club een ‘fee’ tussen 20.000 en 25.000 euro. Een bijkomende kost was een uitgave voor de productie van beelden… Met veel gelobby bij VRT en VTM. Het is een goede zaak dat de Europese bond CEV die media-opdrachten nu zelf behartigt. Er is een return voorzien, ‘pro rate’ het aantal gespeelde en gewonnen wedstrijden. Het grote voordeel is dat een club niet langer een bom geld moet ophoesten voor de productie van uitzendingen.”

Dieter Leenders en René Corstjens

Welke trainers en spelers roepen grote herinneringen op?

“Dat is een moeilijke vraag, omdat je alles in zijn tijd moet kaderen. Destijds waren Craeghs, Klaps en Devries toptrainers. In het professionele kader hebben verscheidene trainers Maaseik gekneed tot waar het nu staat. Ik noem Marc Spaenjers, Enrique Pisani en uiteraard Anders Kristiansson (13 seizoenen), Vital Heynen en Joel Banks. Als spelers wordt de lijst langer: Beenders, Segers, Evens, Praets, Schoonbroodt, Groszwardt, Kurek, Schuil, Urnaut, Roex, Reymen, de betreurde Yves Barthels, Bravo, Platenik en Van Dijk. Als ambiancebouwers waren Richard Schuil (hilarische imitator van komiek André van Duin), Franky Reijmen en Roger Schoonbroodt toch wel legendarische figuren.”

Hoe ga jij om met de pandemie? Publiek wordt over enkele dagen weer toegelaten.

“Dat is de hoogste tijd. Het economische en emotionele potentieel van veel clubs is ernstig aangetast. Volleybal leek de laatste twee jaar bijna louter een ‘virtueel gebeuren’. Gelukkig is er de kentering. Sfeer en publiek zijn noodzakelijk om een hoger niveau te bereiken. Met onze supporters in de zaal hadden we het de Russen van Dinamo Moskou in de CL zeker veel lastiger gemaakt. Nu kon dat niet.”

Nationaal palmares

16 Belgische titels (de laatste in 2019)

14 Belgische bekers (de laatste in 2012)

14 Supercups

Sportploeg van het jaar in 1997

Europees palmares

Champions League: zilver in 1996 en 1999, brons in 2000

CEV Cup: brons in 2001, zilver in 2008 en brons in 2010

Woensdag 26 januari 2022 Belgische tijd 17.00 uur

Match 3: Dinamo Moskou-VC Greenyard Maaseik

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: René Corstjens, Bart Vandenbroucke.