Robin Schoenmakers bouwt aan een internationale scheidsrechterscarrière

Robin Schoenmakers (31) kreeg in 2010 de ‘Award’ van beste provinciale scheidsrechter in Limburg. Meteen een schot in de roos als piepjonge debutant op het provinciale niveau. Hij was twaalf jaar geleden bijzonder aangenaam verrast, wegens de totaal onverwachte waardering die hem te beurt viel. Hij verzamelde toen al zeer mooie aanbevelingen. In de aard van ‘dit is een groot arbitraal talent, iemand om op te volgen’.

Dat Schoenmakers een topref zou worden, stond in de sterren geschreven. In 2018 stond hij op de zesenvijftigste plaats in de ranking van Belgische referees. In dat jaar kwam hij in actie op het nationale niveau. Nu behoort hij bij de top tien van het Belgische arbitragegild. Hij is met Tom Knaepkens kandidaat internationaal scheidsrechter. De weg is nog lang. Nog zeker drie jaar te gaan. Maar Robin bergt zijn droom niet op, integendeel. Zijn ambitie groeit. “Het zou fantastisch zijn, mocht ik ooit een wedstrijd kunnen leiden op de Olympische Spelen.”

Robin Schoenmakers proefde als 9-jarige van atletiek, omnisport en tennis. Dan verloor hij zijn hart aan volleybal, vooral dan aan de arbitrage. Hij studeerde toegepaste informatica aan de hogeschool XIOS in Hasselt – hij zat er ook in het roeiteam voor de befaamde interuniversitaire regatta op het Albertkanaal – en hij werkt in de sector consulting voor het bedrijf BIQ NV in Kontich. Maar zijn werkterrein in ‘software test automatisatie’ is meer gericht op de Brusselse regio.

Thuis was hij de middelste telg in het gezin. Met Freya als oudere zus en Lennert als jongere broer. Zij zijn niet door de sportmicrobe gebeten. Robin is getrouwd met Michelle Stakenborg, een oud-volleybalster. Zij is doctor in de biochemie en ze werkt aan een postdoctoraat. Haar onderzoeksdomein in verband met chronische darmziekten linkt haar aan Gasthuisberg in Leuven. Samen koesteren ze zoontje Viktor, anderhalf jaar oud. Zijn eega en ook zijn werkgever gunnen hem alle ruimte  om zijn grote passie ‘wedstrijden arbitreren’ gestalte te geven. ”Zonder die steun zou een internationale carrière uitbouwen onmogelijk zijn. Daarvoor ben ik zeer dankbaar.”

De O.S. in Parijs 2024 of Los Angeles 2028…. zo ver is het nog niet.

“Neen, klopt. Los Angeles zou natuurlijk als ervaring fantastisch zijn. Op dit moment ben ik heel trots op mijn aanduidingen in eigen land voor wedstrijden in de Liga. Leuke duels, zoals onlangs Caruur Gent versus VHL Haasrode Leuven en VC Lindemans Aalst tegen Caruur Gent (3-0), een voorbode van de grote bekerfinale in het Sportpaleis op 27 februari. Hopelijk kan het tegen die tijd met massaal veel publiek.“

Je kreeg ook al twee belangrijke aanduidingen op Europees niveau. Dat belooft? Je eerste opdracht voerde je naar Italië.

“Ja, internationaal werd ik al geselecteerd voor twee Europese kwalificatietoernooien bij de jeugd. Twee keer gebeurde dat in het diepe Italiaanse zuiden. Eerst in 2019 in Cosenza met het nationale jeugdteam U19 van de West-Vlaamse trainster Mieke Moyaert. In die ploeg speelden Wout D’Heer, Liam Mc Cluskey en Seppe Rotty. Ondertussen heel bekende namen. Ze plaatsten zich voor het EYOF in Azerbeidzjan.”

Ook je tweede aanduiding bracht je naar Italië?

“Begin januari was ik erbij op de EK-kwalificatie met de jongens U18 met – wat een toeval – weer trainer-coach Mieke Moyaert aan het roer. Het werd in Marsicovetere een glorierijke week voor de ploeg, want Belgium pakte spectaculair de eerste plaats. En stootte zo als winnaar rechtstreeks door naar het EK 2022 in Georgië. Ik floot er vijf wedstrijden. Die zijn allemaal vlekkeloos verlopen. Vijf opstekers waren het.

Met Belgium had ik in die week nauwelijks of geen contact. De officials worden altijd in een apart hotel ondergebracht. Bovendien was er door corona weinig kans om elkaar te ontmoeten. We mochten het hotel alleen verlaten om wedstrijden te leiden. Zulke aangename internationale ervaringen smaken naar meer. Er heerst een grote collegialiteit onder de refs, je krijgt veel steun, je arbitrage wordt onder de loep gehouden. Allemaal zeer leerrijk.”

Robin met enkele collega’s op het Wevza-toernooi begin januari 2022

Je speelde zelf een heel korte periode in Limburg. En ook als 18-jarige twee seizoenen in Budel in Nederland, net over de grens met Hamont-Achel?

“Ja, ik wist als tiener al dat ik mijn weg wilde maken in de arbitrage. Dat begon heel toevallig op mijn veertiende. Ik ging ergens kijken naar een oefenwedstrijd. Omdat er geen scheidsrechter aanwezig was, duwde iemand mij een fluitje in mijn handen. Het ging mij vrij goed af. Daarmee is het allemaal begonnen. Ik heb dan een jaar gefloten als jeugdscheidsrechter. Daarna heb ik de scheidsrechtercursus gevolgd, gespreid over drie weekends. Ik slaagde voor het examen met een mooie score. En ik werd dan drie matchen begeleid door Eric Pareyn, de pa van de huidige nationale scheidsrechter Walter Pareyn. Nervositeit is me altijd vreemd geweest. Ik laat me niet opjagen. Nooit. Officieel kan je pas fluiten in het jaar dat je zestien wordt. Voor mij was dat in het seizoen 2006.”

Jouw stokpaardjes zijn een grondig doorgedreven studie van het spel en een gedegen kennis van alle reglementen.

“Jawel. De arbitrage heeft me altijd nauw aan het hart gelegen. Ik doe dat zo graag. Vroeger en ook nu nog altijd. Ik wil altijd bijleren. Ik ben aangesloten bij de provinciale club Bocholt. Je moet je als scheids, van bondswege trouwens verplicht, binden aan een club. Ik koos ook in het licht van de maximale neutraliteit voor een bescheiden provinciale vereniging. Zo behoed ik mezelf voor enig favoritisme. Een grondige doorgedreven studie en kennis van alle mogelijke reglementen zijn mijn stokpaardjes.

Mijn stelling is: des te beter ik de regels ken, des te rechtvaardiger kan ik spelfases beoordelen. Ik probeert super correct te fluiten. Volledig objectief: eerlijk in eer en geweten. Als het moet, kan ik ook streng optreden. Door die instelling dwing ik veel respect af bij de clubs. Ik krijg vaak het gevoel dat ze me graag zien komen, omdat ik arbitreer tot ieders tevredenheid: neutraal, objectief, zakelijk, zeer correct. Met kennis van zaken.”

Je werd uitgenodigd voor een speciale cursus van het FIVB in Italië? Een mooie introductie op internationaal niveau.

“Ja, het ging om de cursus EIRCC of de ‘European International Referee Candidate Course’. Een tiendaagse in verband met een lessenreeks voor kandidaat internationale scheidsrechters. Dat was in Caorle in de buurt van Venetië. De FIVB inviteerde zevenentwintig kandidaten, gespreid over heel Europa. Om uitgenodigd te worden, moet je eerst in eigen land voldoende progressie maken. Daarna beslissen de nationale scheidsrechterscommissie en de Raad van Bestuur van Volley Belgium of je geschikt bent als kandidaat. Het was me gegund. Ik werd uitgestuurd. Heel fijn.”

Robin met FIVB-certificaat, samen met collega Diana Rico Sanchez

Hoe ging die cursus in zijn werk?

“We moesten een zwaar theoretisch examen afleggen, waarbij ik de tweede plaats behaalde met 92 procent van de punten. Dat resultaat leverde me de hoogste quotering, nl. de evaluatie ‘very good’ op. Mijn geluk kon niet op, toen ik het goede nieuws vernam. Ook het praktische examen lukte wonderwel. Iedere cursist moest aantreden op het toernooi van Veneto als eerste en tweede scheidsrechter, als markeerder en als lijnrechter. Zo moet je bewijzen dat je van alle markten thuis bent. Zelfs de Italiaanse kandidaten moesten ‘vlaggen’, hoewel er in Italië op geen enkele interclub lijnrechters te bespeuren zijn. Dat bestaat daar niet. Ik slaagde er blijkbaar goed in een wedstrijd – wat ik graag noem – zeer positief te managen. Trouwens en dat mag ik niet vergeten: dankzij de steun van mijn collega’s en de ‘Volley Belgium Referee School’ was ik zeer goed voorbereid op dat FIVB-event in Italië.”

Om effectief internationaal scheidsrechter te kunnen worden, heb je steun nodig in de eigen contreien. Maar ook steun uit het buitenland?

“Ja, eerst en vooral moet je uitblinken in eigen land. En dan moet je ‘voorgedragen’ worden. Daarvoor moeten ikzelf en ook collega Tom Knaepkens drie handtekeningen verzamelen in een periode van drie jaar. De handtekeningen van drie leden van de Europese scheidsrechterscommissie. Ik hoop daarvoor uit te blinken op enkele toernooien in Europa. Ik zit nu in eigen land in het kader van de ‘top tien’, dat is al zeer mooi. Ik ervaar een uitstekende verstandhouding in die groep. We willen allemaal bijschaven en bijleren. We krijgen de volle steun. Het komt er voor mij nu op aan om alle kennis en ervaring zo te bundelen, dat ik nog kan groeien in de materie.

Lijnrechter Hoernaert, ref Wim Cambré, ref Robin Schoenmakers, lijnrechter Antonis.

Het klopt dat het een droom is om ooit een match op de O.S. te leiden. Die droom leeft nog altijd. Het zal nog veel stappen kosten, dat wel. Of ik het allemaal kan waarmaken, dat kan ik onmogelijk voorspellen. Maar ik ben wel zeer vastberaden om mijn droom na te jagen.”

* * *

Voor de namen van de top tien van Belgische scheidsrechters gingen we te rade bij Arturo Di Giacomo, de voorzitter van de nationale scheidsrechterscommissie NSC/CNA en secretaris van de Europese scheidsrechtercommissie. Hij gaf graag meer duiding over de status van de Belgische top tien in de scheidsrechterwereld.

Wie zijn die top tien dan concreet?

Arturo Di Giacomo: “Volgend drietal is geselecteerd voor de Champions League: Marika Boulanger, Koen Luts en Wim Cambré. Treden aan in de CEV Cup en de Challenge Cup: Bjorn Willems, Thien Khuc en Paul Herbots. Kandidaat internationaal scheidsrechter zijn Tom Knaepkens en Robin Schoenmakers. Voor de wedstrijden van de Euromillions Volley League komen er twee namen bij. Dat zijn Linde Maertens en Maarten Ghysel. Maarten is ook internationaal scheidsrechter in het beachvolleybal. Voor een goed begrip: de groep van tien refs mogen in de Liga acteren als eerste scheidsrechter.”

Ander gegeven zijn de speciale ‘videorefs’, die een aangevraagde ‘challenge’ moeten controleren.

“Die refs zijn nog niet sterk ingeburgerd. In de wedstrijden van de Champions League wordt de videocheck op dit ogenblik nog uitgevoerd door de tweede scheidsrechter. Voor de CL-finale wordt wel een specifieke bijkomende ‘Challenge Referee’ aangeduid.  Ook in topcompetities zoals Eurovolley of de finales van de Golden en de Silver European League. En in alle wedstrijden van de FIVB Volley Nations League.”

In ons land hebben vijf (oud)-scheidsrechters het statuut van internationale videoref, officieel CR of Challenge Referee. Dat zijn Arturo Di Giacomo, Geert Blyaert, Michel Mestdagh, Chris Thuys en Guy Gabriëls.

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke, Robin Schoenmakers.