Silke Van Avermaet: “Ik moet in Frankrijk echt uit mijn comfortzone komen”

Na zes succesvolle jaren verliet Silke Van Avermaet vorige zomer Asterix Avo uit Beveren en zette haar eerste internationale stappen in Frankrijk bij ASPTT Mulhouse. Niet onbekend in België want daar speelden, dicht bij de Duitse en de Zwitserse grens, vroeger ook Angie Bland, Britt Herbots en Aziliz Divoux. De 22-jarige middenblokster kreeg maar vijf dagen rustpauze tijdens de kerstdagen en is reeds terug op weg naar haar club in de Elzas.

Prettige eindejaarsdagen voor jou, Silke. Je voelt je gelukkig in jouw eerste buitenlandse club?

Silke Van Avermaet: “Jazeker! Ik volleybal in een uitdagende competitie. Er wordt zeer professioneel gewerkt met allemaal speelsters die zich uitsluitend focussen op het volleybal. Ook wat de pandemie betreft, hebben we weinig last. Er is in de Franse ‘Ligue A’ nog geen enkele wedstrijd afgelast, hoewel er nog steeds publiek toegelaten is op de wedstrijden. Weliswaar heel veilig met de nodige afstand en mondmaskers. De nadelen zijn voorlopig beperkt.

Ik heb trouwens een appartement alleen voor mezelf. De contacten die ik heb zijn eigenlijk alleen maar met mijn ploeggenoten die in hetzelfde gebouw verblijven. We moeten zelfs geen tests ondergaan, alhoewel ik hoor dat in Frankrijk het aantal omikron-besmettingen momenteel spectaculair stijgt.”

Wat zijn de voornaamste verschillen – wat volleybal betreft – tussen België en Frankrijk?

“Het begint al met het aantal ploegen. In Frankrijk zijn er veertien teams in de hoogste volleybalreeks. Dus moeten we veel meer wedstrijden afwerken tegenover de Belgische competitie. We staan op een tweede plaats. We moeten wel iedere week ons allerbeste niveau halen. Verslappingen kunnen we ons niet permitteren. Maar voorlopig behielden we de controle tijdens de meeste confrontaties. We hebben nog maar twee wedstrijden verloren in de ‘French Ligue’.

Het volleybal is toch wel een pak fysieker ten opzichte van België. Je moet ook met meer aanvalsopties rekening houden. Als middenspeelster is dat wel aanpassen. Het is een groter takenpakket. Het is logisch dat de totale beleving verschillend is. Je bent weg van je familie en je vrienden. Het is een ander leven.

Voor een wedstrijd op verplaatsing vertrek je reeds op vrijdag met de trein of het vliegtuig. Je traint ginder een paar uur in de sporthal bij de tegenpartij en je blijft daar overnachten. Op zaterdag wordt vervolgens de competitiematch afgewerkt en meestal vertrekken we de dag daarna alweer naar Mulhouse. Dat is heel wat anders dan in België. We staan mooi gerangschikt, ons team doet het goed.”

Je beleeft een totaal andere volleybalcultuur, komt dat door de diversiteit van alle nationaliteiten in jouw team of door ‘l’approche typiquement française’?

“Hoewel er een pak speelsters uit verschillende landen in ons team zitten, mag ik gerust beweren dat we een erg fijne groep hebben. Iedereen heeft haar eigen inbreng. Erg leerrijk. We hebben hier een Britse setter, de enige professionele volleybalster van haar land, en we hebben een Duitse spelverdeelster. Zij komt van Stuttgart, de huidige club van Ilka Van de Vyver. Ook onze hoofdaanvalster is een Duitse en zij speelde reeds bij Scandicci in de Italiaanse Serie A. En er is nog een derde Duitse. Verder nog een Servische, een Colombiaanse en een Griekse.

Vorige week speelden we voor de Champions League tegen het topteam van Vakifbank uit Turkije,  net nadat ze het wereldkampioenschap voor clubs gewonnen hadden. Toen stonden de beide Zweedse zusjes Haak tegenover elkaar. Bij ons Anna en bij Istanbul Isabelle, die is een paar jaar jonger maar wel 26 centimeter groter. Tenslotte hebben we nog vier Franse speelsters die bij Mulhouse volleyballen. Een geweldige mix, met bovendien de Italiaanse trainer-coach François Salvagni, die nog extra accenten vanuit zijn land meebrengt. Dus zo veel Franse aanpak is er niet bij.

Het niveau op training is met al die goede volleybalsters erg hoog. Er is weinig verschil tussen de speelsters van de basisopstelling en de andere teamleden. We zijn complementair, het is heel interessant om tussen al die andere toppers te staan. De kwaliteit van de groep dwingt mij om elke dag heel stabiel te werken en op een hoog peil te trainen en te spelen. Ik ben blij dat ik voor twee jaar getekend heb. De coach blijft ook, ik voel een mooie stabiliteit in de club.”

Je hebt maar een paar dagen vrij, want in januari 2022 staan er meteen mooie uitdagingen op het programma.

Wees maar gerust. We moeten veel wedstrijden afwerken, het is een drukke kalender. Het is fijn dat ik zo veel kansen krijg. Ik was zo veel jaren lang het systeem van de Yellow Tigers en van Asterix Avo gewoon. Nu worden die tactieken uitgebreid met al die zware duels tegen ploegen uit verschillende landen. Heel interessant en erg boeiend, ik moet echt uit mijn comfortzone komen. Ik krijg mogelijkheden om mij in een andere competitie te bewijzen, dat voelt geweldig aan. Met de confrontaties in de Champions League als extra bonus. Het zijn bijzonder pittige ervaringen. We starten meteen tegen Marcq-en-Barœul (heenwedstrijd 3-2), dan tegen Béziers Volley (in de competitie gewonnen maar voor de beker verloren). Daarna volgt de krachtmeting tegen Volero Le Cannet (aan de leiding in de Franse competitie) en meteen ontmoeten we Vero Volley Monza, de Italiaanse topploeg met Lise Van Hecke voor de Champions League. Dat is een stevig lijstje om het nieuwe jaar te beginnen.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: CEV, Bart Vandenbroucke, Silke Van Avermaet