Kris Eyckmans: “De ideale afsluiter? Simpel, de ‘golden set’ winnen tegen Aalst”

Dat we dit seizoen nog meer dan de voorbije jaargangen rekening moeten houden met Haasrode Leuven, is ondertussen al meer dan eens besproken. En hoewel de Leuvense subtopper haar ambitie nooit echt van de daken schreeuwt en liever in alle stilte verder werkt, is de huidige stand van zaken het resultaat van een weldoordacht beleid.

Geen woorden maar daden en dan mogen we zeker de hand van coach Kris Eyckmans niet vergeten. Onder zijn deskundige leiding is Haasrode Leuven de enige Belgische club die nog op drie fronten actief is. In de competitie staat ze derde, Europees wacht de Spaanse landskampioen Las Palmas in de 1/8ste finales van de CEV Cup en ook de finale van de Beker van België is nog steeds mogelijk.

Aan het roer sinds het laatste seizoen in Liga B zet de architect van het huidige Haasrode Leuven telkens weer een stapje vooruit. En dat kunnen we langs twee kanten bekijken, want net zoals de club jaar na jaar het gat met de grote twee probeert te dichten, is ook Eyckmans zelf uitgegroeid tot een boegbeeld van de club. Nadat hij vier jaar de positie van receptie-hoek invulde, dwong hij als coach in 2014 de promotie af naar Liga A met de toen nog bescheiden achterban. Met zowel dezelfde spelers als hetzelfde budget haalde hij in zijn eerste jaar al meteen de play-offs met zes ploegen.

Sindsdien is Eyckmans niet alleen coach geworden van de nationale juniores U20/U21, maar fungeerde hij ook als assistent bij de Red Dragons en de Yellow Tigers. Begin dit jaar volgde hij, samen met Kris Vansnick, Dominique Baeyens op als directeur van de Topsportschool. Maar vooral, om bij de insteek van dit interview te blijven, heeft hij in samenspraak met het VHL-bestuur al negen seizoenen lang de spelerskern zo weten samen te stellen zodat er telkens opnieuw enkele extra noten muziek uitkomt.

Dag Kris, waar gaat dit eindigen met VHL?

“Ik heb anderhalf jaar geleden een vijfjarenplan voorgesteld aan het bestuur met het volgende eindpunt: laat het onze ambitie zijn om over die vijf jaar in de Champions League te geraken. Dat wil zeggen dat we aansluiting zoeken bij Roeselare en Maaseik. Ik zeg nu vijf jaar, maar het kan evengoed zeven jaar zijn. Het belangrijkste blijft gewoon dat we stappen zetten.

Met dank aan het bestuur, want we kunnen hierover samen steeds transparant communiceren. De groei van de club is redelijk organisch verlopen. Als je kijkt waar we tien jaar geleden stonden en hoe we nu werken, dan is dat dag en nacht verschil. Pas op, er was absoluut niets mis met de manier van werken toen we de promotie naar Liga A afdwongen.  Die manier van werken was toen perfect afgestemd op de groep spelers die we toen hadden. Sindsdien hebben we een aantal keuzes gemaakt en dat blijken vooralsnog de juiste te zijn.”

VHL wil aansluiting vinden met de top-2, maar dan zal er budgettair toch nog iets moeten gebeuren?

“In die visietekst stonden inderdaad een aantal budgettaire noodzakelijkheden. Het bestuur heeft hier zeker oren naar en ze hebben zelfs al een aantal zaken in de praktijk verwezenlijkt. Een voorbeeld daarvan is ons huisvestingsbeleid. Op dit moment telt onze kern slechts drie spelers die niet in Leuven wonen. Matthias Valkiers, Hendrik Tuerlinckx en Robin Blondeel zijn niet toevallig de oudste drie spelers en ze hebben er ook alle redenen voor om niet in Leuven te wonen.

Eigenlijk wil ik verduidelijken dat dit een heel gemakkelijke manier van werken is in functie van bijvoorbeeld trainingsmomenten en flexibiliteit. We hebben hier al een grote weg in afgelegd, want buiten de praktische voordelen van deze filosofie, vind ik het vooral heel belangrijk om iedereen op een zakdoek bij elkaar te hebben zodat zowel de fysieke sessies als de baltrainingen efficiënt kunnen verlopen.”

Nog een unicum, net zoals de vorige twee seizoenen bestaat de kern enkel uit Belgen. Een bewuste keuze?

“Toch wel. In de eerste plaats vind ik dat er heel veel goede Belgische spelers zijn, zowel oud als jong. Als je spreekt over ervaren spelers in België, dan kijk je bij ons naar Matthias Valkiers en Hendrik Tuerlinckx en bij Aalst hebben ze toch ook Simon Van de Voorde teruggehaald. Ook in het buitenland zitten trouwens nog een aantal topspelers.

Wij maken de keuze: ofwel investeren we in een buitenlander, ofwel investeren we in een jonge Belg, die we misschien wel twee of drie jaar de tijd moeten geven. Dan vind ik het veel interessanter om voor die jonge Belg te kiezen als je die dan ook het juiste kader biedt. Zo werken wij al tien jaar met Zara Van de Ven als psychologe, hebben we een ‘jong veulen’ als Fons Vranken overtuigd om onze fysiek uit te stippelen en kunnen we terugvallen op de expertise van Thomas Boon en Frigyes Van den Auweele.

Bovendien ken ik de Belgische markt heel goed en kan ik de spelers niet alleen als volleyballer, maar ook op het vlak van hun persoonlijkheid goed inschatten. Trouwens, buitenlandse spelers zijn niet per definitie duur, zo lang ze voor een grote meerwaarde zorgen. Als die buitenlander op de bank belandt, dan wordt het voor een club als VHL wél een duur verhaal.”

Gemakkelijk ook wel met alleen maar Belgen in de kleedkamer?

“De voertaal is inderdaad Nederlands. Met zes buitenlanders in je kern wordt de voertaal sowieso Engels. Zit je met drie buitenlanders, dan is het gemakkelijker voor de kleedkamer om over te schakelen naar Nederlands. Tel je één buitenlander, dan moeten we toch Engels praten op training, maar dan beginnen de andere spelers onderling toch Nederlands te spreken. De kans dat die buitenlander dan wordt buitengesloten is groot en dat vind ik niet ok.”

Hoe slaag je er dan in om bijvoorbeeld topprofs en internationals zoals een Valkiers en Tuerlinckx naar het familiale VHL te halen?

“Ik merk dat Hendrik en Matthias weten waar wij voor staan, hoe wij werken en waar we naartoe willen. Maar ik zeg ook het volgende tegen elke speler die toekomt: ‘Als je hier speelt, is het om de club beter te maken. Mocht je hier toch vertrekken, dan wil ik dat jullie de club beter achterlaten dan toen jullie hier zijn aangekomen.’ Valkiers en Tuerlinckx hadden daar wel oren naar.”

Het toont ook gewoon aan dat jullie financieel toch wel wat mogelijkheden hebben?

“Dankzij inspanningen van ons bestuur en dankzij trouwe en nieuwe sponsors is ons budget toegenomen, dat is waar. Dat is een belangrijk aspect als je wil groeien. Maar we stuiten nog steeds op onze limieten als het bijvoorbeeld op infrastructuur aankomt. Zo blijven we klem zitten in onze zaal in Haasrode. Op zich zijn er ook goede dingen: het licht en de vloer zijn goed, maar we missen er ruimte in de hoogte en in de breedte. De Sportoase is dan weer net iets te groot, maar we zijn dit continu aan het evalueren. De samenwerking met de stad Leuven en basketbalploeg de Leuven Bears loopt op dat vlak uitstekend.”

Welke stappen wil je met de club op korte termijn nog zetten?

“We willen heel graag die bekerfinale spelen, Europees een ronde verder gaan waardoor we in de kwartfinale staan en in de competitie willen we een zo goed mogelijke positie verwerven om die barragematchen aan te vatten.”

Dat is veel op één boterham. Laat ons beginnen met het Europese avontuur. In de 1/16ste finales van de CEV Cup tegen Syros was het wel al kantje boordje?

“Wij winnen set één en staan met een half been in de volgende ronde. In de tweede set spelen zij alles of niets. Alles kon en alles mocht. Ik had niet gedacht dat zij dat gingen volhouden in de derde en vierde set… En dan sloeg de stress bij hen toe in die ‘golden set’, omdat ze plots merken dat ze kunnen winnen. Gelukkig konden wij rekenen op een beresterke Berre Peters die de ploeg erdoor helpt. En ook Lennert Van Elsen was goed.”

Had je geen flashback naar februari 2020 toen jullie er in de 1/8ste finales van de Challenge Cup tegen Boedapest uitvlogen na de ‘golden set’? De CEV Cup is natuurlijk nog een niveautje hoger.

“Kijk, dit is onze eerste deelname aan de CEV Cup, de Europabeker 2 van het voetbal zeg maar. We speelden al tegen de landskampioenen van Montenegro, die uit de voorrondes van de Champions League kwamen. Daarna troffen we Syros, de vice-kampioen van Griekenland en nu moeten we tegen de landskampioen van Spanje, dus dat is inderdaad wel wat straffer.”

Wat denk je van Las Palmas? Wij spraken na Syros met Matthias Valkiers en hij is toch redelijk beducht voor de Spanjaarden.

“Voorlopig kan ik ze moeilijk inschatten, omdat ik nog maar weinig beelden heb gezien. Het zijn mijn twee assistenten Koen Aerts en Gerd Van den Bosch die vooraf de videobeelden analyseren en de scouting voorbereiden. Maar ik weet wel dat we moeten oppassen voor hun Braziliaanse spelverdeler Bertassoni en hun twee Cubaanse aanvallers, Villa en Cadonell. Voor de rest kijk ik niet verder dan de volgende wedstrijd, dat werkt voor mij het best.”

Jullie weten de badplaatsen wel uit te kiezen!

“Budva werd door de mensen ginder als het Miami van ex-Joegoslavië omschreven. Syros was dan weer een Grieks vakantie-eiland en laat me eerlijk zijn: het weer ginds was beter dan in België. En dan nu Las Palmas, heerlijk toch? Wat mij betreft mogen we nadien nog naar Mallorca of Lissabon gaan, of ergens in Sicilië. Zolang het maar niet Siberië is.”

Als jullie Las Palmas uitschakelen wordt het Monza of Ankara. Wat zijn jullie kansen om door te stoten naar de kwartfinale?

“Als we Europees spelen, maak ik steeds de vergelijking met Roeselare en Maaseik. Ik ben altijd enorm fier als ik zie hoe zij het ervan af brengen tegen de topclubs in Europa. Als je weet dat je als VHL soms vier of zes keer op een seizoen tegen Roeselare en Maaseik speelt en af en toe kans maakt om van hen te winnen, dan ga ik ervan uit dat Maaseik en Roeselare steviger zijn dan bijvoorbeeld Las Palmas. De conclusie is dus dat we op onze beste dag van de Spanjaarden kunnen winnen.”

Kwartfinale in de CEV Cup betekent opnieuw geschiedenis schrijven. En ook in de Beker van België kan er nog altijd een pagina aan het clubboek toegevoegd worden, al heeft Red Star Leuven in een ver verleden ooit de beker gewonnen.

“Het is steeds onze doelstelling om zover mogelijk te geraken, ook al benoemen we dat niet altijd expliciet. Zo wisten we dat we Antwerpen en Waremme B moesten passeren om in die halve finale te geraken en dan zou het ofwel Aalst of Maaseik worden. Natuurlijk beseffen we dat dit een unieke kans is om in die bekerfinale te geraken. We moeten daar in de terugwedstrijd vol gas voor geven.”

Het zal niet makkelijk worden, want Aalst komt onder stoom. Getuige hun 3-0-zege afgelopen weekend tegen Maaseik.

“Jammer van die 3-1 in de heenwedstrijd natuurlijk. Daardoor beschikt Aalst over de beste papieren. Ik had meer verwacht dan die 3-1 of alleszins toch op meer gehoopt. We spelen een degelijke eerste set, maar hun foutenlast was dan nog relatief hoog. Vanaf set twee zetten ze veel meer druk met hun opslag en daar hadden wij het moeilijk mee. Zij namen meer risico en dat werkte wonderwel. Maar het maakt onze opdracht wel simpel: wij moeten gewoon met 3-0 of 3-1 winnen om dan ook het verschil te maken in die ‘golden set’.”

We zien in de heenwedstrijd tegen Aalst wel een parallel met Syros. Ook daar ging vanaf set 2 het licht uit.

“Ik snap de vergelijking. Net zoals Aalst is ook Syros een ploeg met veel fysieke mogelijkheden. Het wedstrijdscenario was ook min of meer gelijk. We staan telkens een paar punten achter in het begin van de set waardoor we de hele tijd moeten achtervolgen en er niet meer overkomen. Het zal er in de terugwedstrijd op aankomen om niet opnieuw een opslagreeks op onze donder te krijgen.”

Jullie moeten top zijn, dat is duidelijk. Met Hendrik Tuerlinckx, die eindelijk fit is na die vervelende knieblessure, beschikken jullie wel over de beste aanvaller van de competitie?

“Natuurlijk is Hendrik een absolute meerwaarde. Ik ben ook gewoon erg blij om te zien hoeveel spelvreugde hij op het veld tegen Achel uitstraalde. Ik merk dat zijn drive enorm groot is, niet alleen om op het veld te staan, maar ook om het goed te doen. Hij kan ervoor zorgen dat we tegen Aalst nog een versnelling hoger kunnen schakelen als het erop aankomt.”

Tot slot: hangt de balans voor dit jaar af van het feit of jullie de bekerfinale zullen spelen of niet?

“Ik vind 2021 relatief ok. Ik ben een kritisch persoon, dus mijn eerste reflex is om te zeggen dat we in de competitie thuis niet hadden mogen verliezen van Menen en dat we op de openingsspeeldag een unieke kans hebben laten liggen om te winnen in en tegen Roeselare. Maar al bij al denk ik dat we niet ontevreden mogen zijn.”

Wat mogen we jou en de club nog wensen?

“Dat is heel simpel, de ideale afsluiter van dit jaar is de ‘golden set’ winnen tegen Aalst. En in het voetbal is het spijtig genoeg een beschimmeld begrip geworden, maar ik hoop dat we in 2022 champagnevolleybal kunnen brengen. Sprankelend spel. Vooral omdat ik champagne erg lekker vind.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Haasrode Leuven / Bart Vandenbroucke