Verveelt Dominique Baeyens zich hartsgrondig nu hij met pensioen is?

“Nee, ik wil het zeker niet meer hebben over mijn carrière in het volley. Maar omdat ik zo veel vragen krijg over hoe ik me voel en waarmee ik bezig ben, nu ik met pensioen ben, wil ik daar graag eens op antwoorden.”

Dominique Baeyens blijft nog altijd even strijdvaardig en alert als in zijn ‘actieve’, succesvolle coachesloopbaan. Eén verschil: de personen met wie hij het meeste te maken heeft, noemen hem niet langer ‘coach’ of ‘meneer Baeyens’, maar ‘Domi’. Kindertaal voor Dominique, voor wie het niet mocht begrepen hebben. Uiteraard gaat zijn aandacht volop naar zijn kleinkinderen, maar hoe moeilijk was het voor hem om zich aan te passen aan de officiële pensionering en wat heeft hij nog op zijn ‘bucket-lijst’ staan?

“Zoals je weet, mocht ik eigenlijk al op 1 maart 2021 met pensioen gaan, maar ik had met directeur topsport Koen Hoeyberghs afgesproken dat ik het schooljaar zou uitdoen en dus ging ik pas met pensioen vanaf 1 juli,” verduidelijk Dominique.

Pas dan voelde je het verschil tussen werken en pensionering?

Dominique Baeyens: “Eigenlijk nog niet dadelijk. Je zit in juli nog een beetje in volle vakantiesfeer, we zijn ook enkele weekjes met vakantie geweest. Het besef dat ik echt met pensioen was, kwam er dan ook pas begin september. Niet meer naar de volleyschool, geen twintig mails meer per dag…

Mijn vrouw Ria heeft nog wel een deeltijdse job als assistente aan de KULeuven, maar ik was dus wél veel thuis. Dat werd dus mekaar opnieuw een beetje vinden, want zij had maandag en vrijdag vrij. En dus moet je stilaan een nieuwe routine opbouwen, een beetje zoeken en aftasten hoe alles best verloopt, zonder dat we elke dag op mekaars lip zaten.”

Misschien wel het moment om jouw ‘bucket-lijst’ ingevuld te krijgen, want wat had je allemaal voorzien vanaf het moment dat je met pensioen ging?

“Ik heb geen ‘bucket list’. Ik wilde gewoon gedurende een periode niks doen. Want eerlijk gezegd, de laatste twee schooljaren met alle Corona-toestanden hadden er behoorlijk op ingehakt. Niet dat ik in die periode tegen mijn goesting ging werken, maar het waren toch wel rare, ongewone schooljaren. Ik was veel bezig met (re)organiseren en aanpassen. Het veranderde soms ook met de regelmaat van een klok. Die periode heeft me toch veel energie gekost. Ook op mentaal vlak, want je leeft toch mee met de leerlingen, voor wie het ook niet gemakkelijk was. Echt een moeilijke periode. Ook de ouders waren betrokken in hetgeen er allemaal beslist en veranderd werd. Op het einde had ik dan ook zoiets van ‘laat me nu allemaal eventjes gerust’.

Maar daar stond dan weer tegenover dat ik een ongelooflijk afscheid gekregen heb van de leerlingen. Een feest dat ze helemaal zelf bedacht hadden en waar ik zowaar emotioneel door geraakt werd. Nadien volgde nog het officiële afscheid vanuit de federatie. Ik moest dan maar dubbel genieten van het leven, klonk het daar. Hoewel ik moet toegeven dat ik niet gewacht heb op mijn pensionering om van het leven te genieten.” (mijmerlachje)

Hoe heb je het dagelijkse pensioenleven dan opgevangen?

“Ik heb voortaan besloten dat ik alleen nog activiteiten aanneem op mijn tempo en als ik er zin in heb. Ik geef ook nog af en toe presentaties in bedrijven. Dat blijft wel, zij het in iets mindere mate. Maar nu heb ik ook meer tijd om te overleggen en me af te vragen wat de bedoeling is. Dat houdt me scherp. Ik kan die onderwerpen bekijken vanuit een andere context. Ik doe dat nog altijd heel graag. Ik ben daar natuurlijk niet dag en nacht mee bezig, maar ik besteed er thuis toch ook wat tijd aan.”

Staat er nog iets over volley op het programma?

“Ik ben twee jaar geleden, samen met Koen, met het belofteproject begonnen en dat zal ik met veel plezier blijven verder doen.  Samen met Brecht (Van Kerckhove) bieden we onze talentvolle jongeren een zomerprogramma aan en proberen we ook tijdens het clubseizoen met hen en hun coaches contact te houden. Zo staat er een bezoek bij elke liga A-club op het programma.  Nadien maken we ook telkens een verslag voor het project, waarbij we ook rekening houden met de statistieken.

Ik kijk ook elke week naar wedstrijden via ‘streaming’. Zo heb ik b.v. Menen – Aalst gevolgd. Ik mag in alle bescheidenheid zeggen dat ik nog altijd echt gemotiveerd ben.”

Kijk je voorlopig met tevredenheid terug op die twee jaren?

“Absoluut. Als je de resultaten bekijkt, dan zie je dat de juniores met Kris Eyckmans een vijfde plaats behaalden op het WK. De ploeg van Mieke Moyaert speelde voor de 9de plaats, terwijl ze voordien een unieke kans miste om bij de top-6 te eindigen. De bedoeling van het project is om een verlenglus te maken tussen de Topsportschool en de Red Dragons, want het verschil tussen beide is nog groot. Na de tweede zomer denk ik dat iedereen tevreden is over het resultaat. Ook de clubs die hun spelers beter zien worden.”

Als je de rankings bekijkt, kom je tot enkele merkwaardige vaststellingen: meisjes beter aan de top, jongens een betere toekomst? (x)

“Ik heb daar eigenlijk geen echte verklaring voor, tenzij dat er in de huidige lichtingen iets meer talent zit bij de jongens. We hebben een hele groep jongeren van dezelfde leeftijd zoals Beelaert, Reggers, Plaskie, D’Heer, Rotty en nog enkele anderen, die het zeker verder kunnen schoppen.”

Heb je de resultaten van de Red Dragons gedurende de zomerperiode gevolgd?

“Mijn connectie met de Red Dragons is gevoelsmatig niet gemakkelijk. Ik heb ze zelf vier jaar getraind en de jongens van de Topsportschool heb ik ook lange tijd begeleid en dan ben je benieuwd wat er met hen later gebeurt. Ik volg dus hun parcours en ik praat met hun coach Munoz. Maar het eerste deel van de zomercampagne was gewoon rampzalig. Ik heb de tweede match in Kortrijk niet eens uitgekeken, het deed te veel pijn.

Op het EK was de vraag of ze zouden doorgaan of niet na de eerste ronde. Qua resultaat was het zeker niet goed en ik weet niet of dat consequenties gaat hebben naar de toekomst toe. Het deed pijn, maar ik lig er niet meer wakker van. Natuurlijk is de toekomst gehypothekeerd: de Red Dragons gaan Europese kwalificatiewedstrijden moeten spelen, WK is uitgesloten. Hoe zit het subsidiegewijs, wat gaan BOIC en Sport Vlaanderen doen? Hun ranking ging achteruit. Misschien moet er dus gesnoeid worden in het budget. Ik weet het allemaal niet, maar ik weet alleen dat er begin december een vergadering is met de Topsportcommissie, waar ik ook deel van uitmaak. Of de coach in vraag gesteld wordt? Ik weet het niet, maar als ik de uitspraak van een meestal bedachtzame Hendrik Tuerlinckx las, vrees ik dat er toch een haar in de boter zit.”

Staan er geen reisjes meer op jouw verlanglijstje?

“Ik heb al wel een stukje van de wereld gezien. Australië inbegrepen. Als ik Ria laat doen, dan wil ze nagenoeg een wereldreis maken. Ik zie ons zeker nog wel enkele citytrips maken, maar eigenlijk heb ik nog niet echt nood aan reizen. We gaan regelmatig – al dan niet met de kleinkinderen – naar de kust of we trekken er al eens tussenuit in eigen land. Maar wat brengt de toekomst met Corona en dergelijke?”

Je bent nochtans altijd wel iemand die zich fysiek wil uitleven en die graag geniet van het buitenleven…

“Dat klopt. Ik heb een redelijk grote tuin met groenten en bomen. Daar is altijd wel iets om aan te werken. Ik heb dat ook geleidelijk aan leren ontdekken en in het najaar kan je altijd veel doen in zo’n tuin.

Ik probeer me ook nog fysiek op peil te houden door elke dag te sporten. Elke dag is er wel iets. Wandelen, lopen, veel fietsen en ik heb ook nogal wat materiaal bij mekaar om aan krachttraining te doen.”

Zie ik daar andere mogelijkheden de kop opsteken?

“ik bezit inderdaad ook een grote schuur, waar mijn dochters en ikzelf allerlei rommel zoals meubels hebben opgeborgen. Die heb ik deze zomer laten leegmaken en daar zie ik wel de mogelijkheid om er een soort fitnesszaal van te maken. Voor mezelf. Maar vanaf april 2022 zou het ook kunnen dienen voor fysieke begeleiding en/of professionele training voor individuen of kleine groepjes.”

Je bezit ongetwijfeld ook nog een pak volleyinformatie…

“Kasten vol dossiers. Maar dat is voor later. Daar moet ik ook zeker nog grote kuis in houden.”

Speel je ook met de gedachte om een nieuw boek te schrijven?

“Weet je? Het schrijven van mijn eerste boek heeft me bloed, zweet en korte nachten bezorgd. Vroeger opstaan dan gewoonlijk, de eerste week van de vakantie ermee bezig, het was echt ploeteren en uiteindelijk werd het voor mij een soort prestigeproject. Toen dat boek af was, heb ik voor mezelf gezegd: er komt geen tweede boek.

Maar zie: de tijden kunnen veranderen. Ik heb heel wat dingen verzameld in verband met fysiek werken. Ik heb zelfs al een werktitel: ‘Zestig tips om een fitte zestiger te worden. Bewegen als een vorm van pensioensparen.’ Ik heb echter nog niks definitiefs beslist en het mag ook niet meer dezelfde moeite kosten als het eerste boek. Ik heb nog niet ‘ja’ gezegd, maar dat zou eventueel nog kunnen veranderen, mocht ik een akkoord vinden met een uitgeverij.”

En dan zijn er natuurlijk ook nog jouw oogappels: de kleinkinderen…

“Mijn dochter Nena woont in Gent en heeft twee zonen: Bas (5 jaar) en Titus (3 jaar). Mijn andere dochter Hanne woont in Sint-Pieters-Leeuw en heeft een zoon Mats (3 jaar) en een dochter Ottie (6 maanden). Ik breng daar inderdaad veel tijd mee door. Ik heb nu éénmaal ook meer tijd dan vroeger. Maar ik doe het ontzettend graag. Allicht zoals vele grootvaders. Vroeger was ik leraar L.O. en daar hoorde ook de opleiding zwemmen bij. Ik heb zelf mijn twee dochters leren zwemmen en nu ben ik bezig om dat ook aan te leren aan mijn oudste kleinzoon Bas. Heel tof. En op die manier leer je die kinderen ook beter kennen.

Ik veronderstel dat ik na hem ook zeker al de anderen hun zwemlessen zal moeten geven. Nooit gedacht dat ik er zo veel mee zou bezig zijn. De woensdagnamiddag is voor hen en ik geniet er volop van. Maar zoals ik ook al een aantal grootouders heb horen zeggen: op het einde van zo’n namiddag ook blij dat ik ze weer bij hun eigen gezin kan afleveren. We zijn er ooit eens vier dagen mee naar zee geweest. Nadien waren we stik kapot!”

Wat staat er dan de komende jaren nog op jouw verlanglijstje?

“Ik geniet momenteel veel van mijn vrije tijd, maar ik wil zeker niet in mijn comfortzone blijven hangen. Daarom zijn de intellectuele uitdagingen welkom als ik toeleef naar een nieuwe voordracht. Zeker als ik die in het Frans of in het Engels moet geven. Ik wil niet wegzakken en b.v. nog alert blijven in het volley.

Ook die fysieke begeleiding van mensen houdt me bezig, bij voorkeur in open lucht of uitzonderlijk in mijn schuur. Ik wil me nuttig bezig houden en mezelf uitdagingen opleggen. Tussendoor kan ik evenwel ook genieten van de kleine dingen. Onlangs heb ik met Ria een wandeltocht gemaakt in de buurt van Aalst, daarna een aperitiefje gedronken op een verwarmd terras en iets lekker gaan eten. Die vrijheid om zoiets ongepland te kunnen doen was een ontdekking voor mij en dat vind ik ook heel plezant.”

Toch nog één vraagje dat misschien verband houdt met jouw professionele carrière. Aan welk moment zal je steeds blijven terugdenken?

“Er zijn zo veel momenten. De successen en de Final Four met Zellik, bekers en titels met Roeselare, in Rome met de Red Dragons spelen tegen de Verenigde Staten, in de World League aantreden tegen Brazilië… Maar weet je waar ik de grootste voldoening aan beleefde? Aan mijn laatste vijf jaren als directeur van de Topsportschool.

Ik heb daar vijf jaar plezier gehad aan een taak die ik eigenlijk nooit voordien uitgeoefend heb. Ik had er minder met stress te maken en ik heb me daar echt geamuseerd. Het was een plezier om met jonge trainers te werken, met volwassenen, maar ook jonge mensen opvoeden. Vergis je niet, de Topsportschool is niet de Droomfabriek. Het is een zwaar parcours dat veel van alle betrokkenen vergt zowel op fysiek als op mentaal vlak. Het is ook meer dan louter en alleen jongeren klaarstomen voor topvolleybal.

Ik denk dat het mijn grote verdienste is geweest dat ik een goede samenwerking, een goede verstandhouding, heb kunnen tot stand brengen tussen coaches, leerlingen, ouders, het college, het internaat en de federatie. Met als basis: respect voor ieder zijn bijdrage.

Ik ga geen valse bescheidenheid aan de dag leggen. Ik vind dat ik daar redelijk in geslaagd ben en dat geeft me een enorme voldoening.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke, Hanne Baeyens

(+) FIVB ranking (wereld)

Mannen:

Red Dragons:  België 26ste

U21: België 4de

U19: België 12de

Vrouwen:

Yellow Tigers: België 13de

U20: België 13de

U18: België 22ste

CEV ranking (Europees)

Mannen

Red Dragons: België 8ste

U20: België 2de

U18: België 5de

U17: België 9de

Vrouwen

Yellow Tigers: België 10de

U19: België 24ste

U17: België 15de

U16: België 7de