Juffrouw Yana: “Met Hermes 80ste Europese match weerklank geven”

Sinds dit schooljaar is ze niet langer digitaal adviseur bij de Roularta Media Group, maar wordt ze in het eerste leerjaar door de kinderen op de handen gedragen als hun ‘Juf Yana’. Want jawel, Yana De Leeuw ofte mevrouw Verhanneman, is sinds dit schooljaar juf in de lagere school geworden.

“Een zalig klasje. Je wordt er nog volledig gewaardeerd door die kinderen. Je bent hun ‘heldin’. Een tof leerjaar ook, omdat je ze elke dag ziet groeien van jongens en meisjes die niks van het alfabet of het rekenen kennen, tot kinderen die dat allemaal stilaan onder de knie krijgen. Je steekt er veel tijd in, maar het is tegelijkertijd een heel dankbare taak,” beseft Yana.

Al zijn er soms wel enkele nadelen aan verbonden. Zeker als je het volley in de hoogste afdeling bij Hermes Rekkenshop Oostende nog wil combineren met die opvoedende taak. En zeker als daar ook nog Europese midweekmatchen bij te pas komen.

Yana De Leeuw: “Voor onze eerste match van woensdagavond bij het Nederlandse Sliedrecht valt dat nog allemaal mee. De afstand is niet zo groot en dus vertrekken we pas op woensdagochtend vanuit Oostende. Om 19u30 spelen we de heenmatch in deze Challenge Cup en kort na de wedstrijd bollen we al terug richting Oostende. Ik kan dus donderdag alweer voor de klas staan.”

Winst tegen Antwerp, verlies tegen Asterix en tegen Oudegem. Zijn jullie eigenlijk tevreden over jullie competitiestart?

“Niet helemaal, want op Oudegem verloren we met 3-1 en eigenlijk was het een wedstrijd met twee gezichten. Soms waren zij de beteren, maar soms wij ook en ik vond dat we daar zelfs een punt verdiend hadden. Niet de overwinning, maar wel een tiebreak. Tegen Asterix haalden we wél dat puntje, maar dat hadden er dan weer best twee mogen zijn, want we lagen zeker niet onder. Maar eerlijk toegegeven: winst tegen Asterix hadden we helemaal niet ingepland.”

Moesten jullie eigenlijk veel nieuwe speelsters inpassen?

“Niet echt. We hadden maar drie nieuwkomers: Paulien Neyt, Coline Vincart en Charlotte Leys. Maar helaas hebben we nog geen beroep kunnen doen op Charlotte, want ze ligt er voor vele weken uit wegens een knieblessure. Heel jammer, want met haar en met haar ervaring erbij kregen we zeker andere matchen met misschien nog wel meer puntenwinst. Want nu misten we soms nog wel een beetje ervaring in onze relatief jonge ploeg.”

Jullie hebben ook enkele Nederlandse speelsters in de ploeg. Voor hen moet de ontmoeting met Sliedrecht wel iets speciaals zijn.

“Zeker. Ze kijken er echt naar uit ook. Ze zijn erop gebrand om tegen de Nederlandse kampioen een mooie prestatie neer te zetten. Voor Fanny Lafeber, Loladina Zwaanswijk, Lisa Nobel en Merle Baasdam betekent dat een heel speciale ervaring, met allicht ook nog enkele familieleden en vrienden in de tribunes als supporters. Voor hen een hele leuke belevenis.”

Weten jullie al iets meer over deze komende tegenstander?

“Wij hebben er inderdaad al enkele beelden van gezien. Het is een ploeg die volledig uit Nederlandse meisjes bestaat. Geen enkele van die speelsters is echter bekend uit de selectie van Oranje. Maar het is een mengeling van heel jonge talentjes, gekoppeld aan enkele ervaren routiniers. Soms spelen ze heel mooi volley, maar soms maken ze ook veel foutjes. Ik verwacht er geen helse toestanden, want de tribunes staan niet echt dicht bij het terrein. Als we zelf echt goed presteren, dan zie ik wel mogelijkheden.”

Bij de lottrekking viel het nogal mee voor Hermes…

“Qua afstanden mogen we niet klagen. Naar Sliedrecht doen we er iets meer dan twee uurtjes over en mochten we in deze Challenge Cup doorstoten naar de volgende ronde, dan spelen we tegen… Limburg. Financieel kan dat een meevaller voor de club betekenen, maar ik weet niet of het dat ook is op sportief gebied. Sliedrecht is immers de kampioen van Nederland en het staat in de eigen competitie na vier speeldagen nog steeds ongeslagen. Zij werden in het laatste decennium al zes keer Nederlands kampioen en ze wonnen vijf keer de Nederlandse beker. Een mooi palmares dus!”

Wat zijn jullie ambities in deze Europese beker?

“Eigenlijk willen we Europees best een paar rondes overleven. Onze terugmatch tegen Sliedrecht is tevens de 80ste Europese wedstrijd in het bestaan van de club en dat willen ze daar met de nodige luister vieren. Het zal dus kwestie zijn om onze huid bij Sliedrecht duur te verkopen en met zo’n resultaat naar Oostende terugkomen, dat de terugmatch nog betekenis heeft. Die wedstrijd moet immers de nodige weerklank bieden, want de club koppelt aan dit soort evenementen steeds een hele organisatie, waarop sponsors en sportgeïnteresseerden af komen. We verwachten daar veel volk voor, maar dan mogen we deze week niet zwaar onderuit gaan. Op sportief gebied konden we slechtere ploegen treffen in dit stadium van de beker, maar het is de Challenge Cup en dus hebben we geen vangnet mochten we in deze competitie verliezen, zoals dat in de Champions League of in de CEV Cup wél het geval is.”

Wat zijn jullie ambities in de Belgische competitie?

“Vorig seizoen eindigden we vijfde. Mochten we dit seizoen bij de top-4 terecht komen, dan zou dit een mooie prestatie zijn. Titelfavoriet VDK Gent, Asterix Avo Beveren en Oudegem zie ik bij de top-3 eindigen, maar dan denk ik dat er een drietal ploegen kunnen strijden voor die vierde plaats. Charleroi won vorig weekeinde al van Asterix, Limburg zie ik verbeteren naarmate het seizoen vordert en wij dus. Het kan van details afhangen en misschien worden onze wedstrijden tegen Limburg wel sleutelmatchen voor ons.”

Matthijs, Yana en Vince, Quinn, Jayda.

En wat zijn jouw persoonlijke ambities in het volley?

“Ik bekijk het gewoon jaar per jaar. Ik ben 31 jaar en op fysiek en op technisch niveau kan ik zeker nog wel mee. Maar met drie kinderen thuis wordt het stilaan een hele organisatie. Eentje gaat nu ook naar het eerste leerjaar en die komt soms pas om 18 uur thuis. Gelukkig traint Matthijs Verhanneman bij Knack Roeselare overdag, maar dan zijn er weer kindjes die naar hun hobby’s moeten gevoerd worden. Ikzelf train drie avonden per week en dan nog een wedstrijd tijdens het weekeinde. Het vergt echt wel heel wat organisatie. Zolang dat blijft lukken, hoop ik nog langer te kunnen blijven spelen, maar we zien wel!”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke