Steven Steppe: “Spijt dat ik niet eerder beachvolley ontdekte”

Steven Steppe. De naam zegt misschien niet veel meer voor de iets oudere lezers, maar deze jongeman had een selectie bij de nationale ploeg best verdiend, speelde volley bij o.a. Antwerpen, Puurs, Zonhoven, Herenthout en Humbeek. In het beachvolley behaalde hij zelfs zeven FIVB-punten tijdens het Oostende Open in 2001 en zilver op het BK beach 2005, telkens met Tim Verschueren als ploegmaat. Op het BK na een verloren finale tegen Joosen-Melis, het team dat ze nochtans een week eerder in De Panne klopten.

Maar Steven Steppe speelde ook in het buitenland. Sterker nog: anderhalf jaar was hij actief bij Malaga, de ploeg waar huidig bondscoach Munoz assistent was. En nadien ging hij met zijn vriendin een kameraad achterna, die bij de Universiteit van Buenos Aires speelde. “Misschien wel de zaligste en mooiste tijd van mijn carrière, ja, misschien zelfs van mijn leven. Ik heb er een heel pak vrienden aan overgehouden,” vertelt de rasechte Antwerpenaar, die ook in het zakenleven intussen een stevige functie heeft verworven.

Hoe kwam je eigenlijk in de Spaanse competitie bij Malaga terecht?

Steven Steppe: “Ik speelde toen bij Puurs, maar de club zat in de financiële problemen. Via-via kwam ik in contact met die Spaanse club. Ik moest dadelijk beslissen en acht dagen later was ik al in Malaga. Dat had wel nogal een impact, want ik studeerde nog en ik moest mijn kot nog verhuurd krijgen voor een half jaar. Maar ach, ik heb zowel in het volley als in het latere leven ondervonden dat je sommige opportuniteiten moet grijpen als ze zich aandienen, want nadien krijg je de kans niet meer. Die paar dagen dat ik moest beslissen, hebben eigenlijk ook mijn ganse leven veranderd.”

De huidige Belgische bondscoach beweert dat jij de enige nog levende Belgische speler bent waar hij mee werkte vooraleer hij de Red Dragons onder zijn hoede nam…

“Dat kan kloppen. Het was in de periode 1998-1999. Hij was dus zelf ook nog een dikke twintig jaar jonger en bij Malaga was hij toen assistent-trainer. Een rustige man, geen tafelspringer, maar iemand die wel rustig controleerde waarmee hij bezig was. In die tijd – nog voor het eigenlijke digitale tijdperk – moest hij zich vooral ook met de scouting bezig houden en met het ontleden van een aantal videobeelden. Een heel aangename man, die dicht bij de spelers stond en zo een beetje de brug maakte tussen spelers en hoofdcoach of bestuur.”

Speelden jullie toen ook Europees?

“Zeker niet in het eerste half jaar dat ik er actief was. Nadien kwam er nog een volledig jaar Malaga bij. Ik werd ineens tot aanvoerder gepromoveerd. We eindigden toen tweede of derde en in de beker verloren we de finale tegen Almeria, de topploeg van dat moment. In dat jaar plaatsten we ons ook voor een Europese beker, maar dat heb ik niet meer meegemaakt.”

Je verhuisde nadien zowaar naar Argentinië !

“Ik had intussen mijn diploma TEW (Toegepaste Economische Wetenschappen) behaald en mijn vriendin en latere vrouw was ook afgestudeerd. We zijn toen een vroegere ploegmaat van Malaga gevolgd naar Argentinië. Ik heb toen mee trainingen gedaan in Buenos Aires en speelde mee in de ploeg van de universiteit van Buenos Aires. Ik had toen iemand als ploegmaat, die later nog in hetzelfde team zou staan waar Frank Depestele spelverdeler werd en er ongelukkig uitviel. Tja, de volleywereld is klein!

Pas op, ik stond wel in die ploegen, maar ik was geen topper zoals een Wout Wijsmans of een Sam Deroo, die het verschil konden maken voor hun team. Ik heb ook aan het volley te danken dat ik tegelijkertijd een stukje van de wereld zag en dat ik heel veel vriendschappen kon ontwikkelen in verschillende landen, die twintig jaar later nog bestaan.”

Intussen ben je een ‘Rebel’ geworden met als firmaleuze ‘No change without a Rebel’?

“Ik had nog wel een tijdje kunnen verder volleyen, maar ik vond dat het tijd werd om met die diploma’s iets aan te vangen, waar je ook nog geld mee kon verdienen. En dus kwamen we terug naar België, waar ik nog wel in eerste nationale volley speelde, en waar we kort nadien twee kinderen op de wereld brachten. Die zijn intussen 15 en 17 jaar en ze zijn gemotiveerd bezig, respectievelijk in het voetbal en in het basket.”

En die ‘Rebel’?

“Dat is inderdaad een bedrijf, waar ik nu iets langer dan vijftien jaar in werk en waarmee we trachten een kleine bijdrage te leveren om tot een betere maatschappij te komen. Het is ook een internationale groep. Ik ben in Antwerpen directeur van de Belgische vestiging. We zijn met drie, vier medewerkers begonnen en intussen werken er bij ons al vijfentwintig mensen. Internationaal gezien zitten we aan ongeveer driehonderd werknemers. Ik ben ook internationaal bestuurden van een aantal vestigingen, die verspreid zitten over de ganse wereld: Washington, Rotterdam, Manila, Jakarta, Nairobi, Düsseldorf, Johannesburg en sinds kort ook Londen, alle Brexit ten spijt.

Wij werken wereldwijd aan uitdagingen binnen duurzaamheid, transport, gebiedsontwikkeling, zorg en de sociale sector. Wij leveren kwaliteit op gebied van strategisch advies en ontwikkeling, bedrijfsanalyses en evaluatie, partnership consulting en contracten, financieel advies en modelling, investeren en fondsbeheer.

Wij werken dikwijls in een PPS-systeem (publiek-private samenwerking) in België. Wij zorgen voor de voorbereiding van projecten met ook de financiële consequenties. In ons land doen we dat b.v. op het gebied van transport en van het gevangeniswezen.”

Volg je – ondanks jouw drukke bezigheden – het huidige volley nog?

“Ik volg het nog vanop afstand, maar vraag me niet naar de ontwikkeling van moderne tendensen op tactisch gebied of naar wie bij welke ploeg speelt. Ik ben zeker geen kenner, maar ik volg het volley nog als liefhebber en ik heb nog wel een aantal vrienden in het volley zoals Gert vande Broek of Dries Koekelkoren.”

Hoe kijk je op jouw volleyverleden terug?

“Ik heb kunnen doen wat ik graag deed. Ik heb maar van één ding spijt en dat is dat ik niet vroeger in het beachvolley gestapt ben. Ik ben een beetje jaloers op het project dat Koekelkoren-van Walle ontwikkeld hebben. Ze hebben het niet gehaald, maar ze hebben het tenminste geprobeerd. Ik heb me altijd geweldig geamuseerd in dat beachcircuit. Zowel op het internationale parcours met o.a. het Open Oostende, als op het nationaal niveau, waar ik toch verschillende ereplaatsen behaalde aan de zijde van Tim Verschueren. Het was altijd een geweldige ambiance en je kwam er ook vele mensen tegen, die je ook later nog ontmoette. Sommigen werden echte vrienden.”

Zou je jouw zakelijke ervaring ook in het volley kunnen overbrengen?

“Mocht b.v. Dries Koekelkoren me advies vragen voor een mogelijk project in het beachvolley, dan wil ik daar graag en vrijblijvend aan meewerken.”

Steven Steppe is dus een tevreden man?

“Absoluut. Ik heb zo veel mogelijk kunnen halen uit mijn favoriete sport en er veel vrienden uit de ganse wereld aan over gehouden. Ik heb een leuke uitdagende job, ik heb een toffe familie en ik woon op een fantastische plaats in het centrum van Antwerpen. Wat wil je nog meer?”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke / Steven Steppe