Coach Fien Callens blikt met gemengde gevoelens terug op WK U20

Headcoach U20 meisjes Fien Callens en haar man Dries Koekelkoren hebben een hectische periode achter de rug. Fien leefde met haar nationale ploeg van 2 tot 18 juli liefst zestien dagen afgesloten in een WK-bubbel in Kortrijk. Door corona konden ze het hotel niet verlaten. “Slechts een paar meter stappen, vijf meter of zo, naar de autocar, die ons dan naar de sporthal ‘De Lange Munte’ bracht, dat was alles. De puike organisatie zorgde optimaal voor een coronaproof verloop. Dries had geluk: hij mocht wel buitenkomen (lacht). Hij heeft met Tom van Walle het FIVB-toernooi (waarde 1 ster) op het Ladeuzeplein in Leuven gewonnen. Fantastisch gedaan. Ik ben trots op het duo. Ik moest met de dertiende plaats op het WK U20 meisjes met minder tevreden zijn.”

Fien Callens aan het werk in de wedstrijd tegen Thailand.

Het WK-podium U20 meisjes in Rotterdam in Nederland (oord van de finales 1 tot 8) werd ingepalmd door Italië (goud), Servië (zilver) en Rusland (brons). Rusland verraste grote medaillefavoriet Nederland, steunend op toppers als Dambrink en Knollema, voor de derde plaats en de bronzen plak. Jong Oranje kwam weliswaar 0-2 voor, maar liet zich ringeloren in een thriller van een tiebreak (20-22). Heel zuur voor coach Marko Klok en zijn gedreven team in eigen huis. Die vier ploegen zouden, dixit Fien Callens, al kunnen meedraaien op het niveau van de seniors.

Fien, hoe blik je terug op het Belgische eindresultaat?

“Een beetje met gemengde gevoelens. Ik trok in de eindfase voor plaatsen 9 tot 16 in Kortrijk niet naar het WK voor die dertiende plaats. Maar we moesten Pauline Martin en Eline Van Elsen geblesseerd missen. Spijtig. Op het vlak van prestatie had het beter gekund. We konden echter te vaak niet scoren in x-aantal cruciale fases. Anderzijds waren we als FIVB-22 op de wereldranglijst maar al te blij dat België en Nederland samen wilden organiseren. Alleen zo mochten en konden we deelnemen. De twee zeges voor plaatsen 13-16 tegen Rwanda en Thailand verwachtte ik wel. Twee opstekers om positief te finishen.”

Jullie werden afgeremd in de voorbereiding en ook door het forfait wegens corona van eerst Cuba en daarna van de Cubaanse vervanger Puerto Rico.”

“We hoopten te sparren tegen Brazilië. Dat kon helaas niet. In de plaats om te testen zegde Italië toe, nu de wereldkampioen. We werden te snel onder zware druk gezet waardoor we moeilijk konden bouwen aan ons eigen spelconcept. Maar tja, soms heb je geen vat op bepaalde evoluties. Het wegvallen van Puerto Rico – forfait voor het WK – dwong ons tijdens het toernooi tot een extra rustdag. Zo’n voorval is een mes dat langs beide kanten snijdt. Enerzijds is het zo al moeilijk genoeg om voldoende wedstrijdritme op te bouwen en aan te houden in een toernooi. Aan de andere kant hebben we die rustdag wel optimaal ingevuld om te werken aan ons eigen team, zowel specifiek technisch qua volleybal als op het mentale terrein. Mijn jonge groep ging zeer professioneel met de situatie om. Vergeet ook niet dat ik maar kon beschikken over vier 19-jarigen. De andere meisjes in de groep zijn een pak jonger.”

De Young Yellow Tigers pakten tien punten. Kan je de matchen even overlopen?

“Ja, we vergaarden drie punten tegen Puerto Rico (3-0-forfait: 25-0, 25-0, 25-0), één tegen Egypte (2-3: 20-25, 25-18, 29-27, 21-25, 9-15) en twee keer drie punten tegen Rwanda (3-0: 25-14, 25-13, 25-13) en Thailand (3-0: 25-20, 25-20, 25-19). Die laatste twee matchen wonnen we met zeer clean spel, alles werd tot mijn tevredenheid netjes afgehandeld.”

Jullie openden tegen Servië en de Dominicaanse Republiek. Later volgde Wit-Rusland. Het werd driemaal 0-3.

“Servië is de vicewereldkampioen geworden, dat zegt veel over het beschikbare talent. Sterk op service. Zo was het vanuit receptie soms te lastig om te scoren, dat lukte pas bij vlagen: 17-25, 10-25, 15-25. De Dominicaanse Republiek toonde een sterk aanvallend overwicht. We werden fysiek overrompeld, de meisjes uit de Caraïben straalden meer maturiteit uit, ze toonden meer overtuiging en ze oefenden meer controle uit: 19-25, 21-25, 17-25.”

In de vierde wedstrijd lieten jullie kansen liggen tegen Egypte. Een beetje spijtig?  

“Ja, we kwamen nochtans prima 2-1 voor, dan hoop je op de eerste zege. De start verliep wat moeizaam. Pas in de tweede set legden we alle schroom af. Dauke Vreys kwam stevig op de proppen, Anna Koulberg sneed gevat door het midden. Maar ondanks al het harde werk wilde het niet lukken. Neen, het was niet fijn, hoe we bij 20-20 in de vierde set Egypte plots moesten laten gaan. In de tiebreak werd de kloof, snel golvend van 5-7 naar 5-12, helemaal onoverbrugbaar. Een gemiste kans.”

Er zouden in het slot van het WK toch twee mooie zeges volgen in wedstrijden zes en zeven. Maar we kunnen er niet omheen: het vijfde duel tegen Wit-Rusland draaide op een kwalijke sisser uit: 0-3 (16-25, 7-25, 11-25). Het ging allemaal razendsnel. De reden?

“Ook Turkije, toch een topland, moest tegen de Wit-Russinnen zwaar inbinden. Dat zegt veel. Wit-Rusland vormt een uitgebalanceerd geheel. Zo kan ik er enigszins mee leven dat we verliezen, dat is geen oneer, maar ik kan niet leven met de manier waarop. Dat was niet oké. We haalden niet het basisniveau en dat mag niemand aanvaarden. Niet de speelsters, niet het technisch kader. Te veel liep verkeerd. Gelukkig zijn we er positief uitgekomen. De meisjes eisten nadien het initiatief op tegen Rwanda en Thailand. Ze toonden plots leiderschap, de teamdynamica zat goed, met een goede mindset en veel werklust. Iedereen had na Wit-Rusland begrepen dat er grenzen zijn aan het normale basisniveau, waaronder je nooit mag zakken. Op de Topsportschool worden terecht hoge eisen gesteld. Dat moet zo zijn. Ook op jonge leeftijd moet een speelster beseffen dat bepaalde zaken niet kunnen. Iedereen moet streng zijn voor zichzelf en als team ook voor elkaar. Meer werkijver, trainen tegen 200 procent, meer controle krijgen, goed communiceren: zo kan je sneller stappen vooruitzetten. Je moet in een open klimaat van vertrouwen altijd buiten je comfortzone durven te treden. Anders duiken dezelfde problemen op. We kunnen het ons als klein land niet veroorloven wedstrijden op een lustig drafje af te haspelen. Neen, geen tralalie of tralala, geen halve zaken, maar altijd spelen op het scherp van de snee, dat is de essentie.”

De Young Yellow Tigers na de overwinning tegen Rwanda

Jouw selectie U20 bestaat uit twee leeftijdscategorieën. Kan je dat even uitleggen?

“Ja, de meisjes van 2002 en 2003 zijn finaal afgestudeerd aan de Topsportschool. Ze gaan voortaan hun eigen weg in hun Belgische club. Het gaat om Pauline Martin (Charleroi), Dauke Vreys (Oudegem), Eline Van Elsen (Asterix Avo), Luna Van Acker (Asterix Avo), Lena Versteynen (Oudegem), Anouck Van Bouwel (Interfreight Antwerp Ladies), Bente Deckers (Asterix Avo), Marie Lambrix (LVL Ladies Volley Genk), Caitlin Van de Perre (Interfreight Antwerp Ladies) en Sarah Kustermans (Oudegem). De andere groep is van de geboortejaren 2004 en 2005. Dat zijn Anna Koulberg, Romane Neufkens (beiden blijven in de Topsportschool), Jana Thierens en Noor Debouck (beiden Asterix Avo). Het viertal Koulberg, de Franstalige Neufkens, Thierens en Debouck speelt weldra ook het kampioenschap WEVZA in Spanje onder hoede van coach Robin De Bont. Met Koulberg, Thierens en Debouck zijn drie meisjes ook opgenomen in het speciale topsportproject dat Volley Vlaanderen samen met Asterix Avo Beveren heeft opgezet.”

Belangrijke vraag: zijn er speelsters bij U20 die kunnen doorgroeien tot de status van echte Yellow Tiger?

“Dat is bijzonder moeilijk te voorspellen. Neem Anna Koulberg: ze is nog erg jong en heeft het heel goed gedaan. Maar het zal allemaal zeker niet vanzelf gaan. Ook Anouck Van Bouwel heeft geïmponeerd in haar aparte rol en libero Marie Lambrix is een zeer harde werker. Altijd ‘stabiel’ spelen, dat is hun grootste uitdaging. We zullen pas over twee tot drie jaar kunnen inschatten of ze bij de grote Yellow Tigers zouden meekunnen, want dat is toch een niveau van een heel andere orde, als je kijkt naar de Belgische prestaties in de Volley Nations League.”

Alleszins ben jij blij dat je bijdraagt aan de toekomst van onze nationale vrouwenploeg. Ja?

“Heel zeker, ik zeg volmondig ja op die vraag. Het geeft me veel voldoening dat ik mag werken in functie van de instroom naar de grote Yellow Tigers. Dat is nu net het doel van het globale jeugdbeleid van Volley Vlaanderen. Alle opleidingen namelijk naadloos laten aansluiten op elkaar. De opleiding moet op één en dezelfde lijn functioneren. De Yellow Tigers zijn FIVB-10 op de wereldranking. Graag draag ik mijn steentje bij in het proces om nog progressie te maken. Voor U18 zelf zou het knap zijn als we op het EK bij de topacht raken. Dan zouden we effectief kunnen dromen van een volgend WK bij de junioren.”

De eindstand van het WK U20 meisjes: 1. Italië, 2. Servië, 3. Rusland, 4. Nederland, 5. USA, 6. Polen, 7. Brazilië, 8. Dominicaanse Republiek, 9. Wit-Rusland, 10. Turkije, 11. Argentinië, 12. Egypte, 13. België, 14. Thailand, 15. Rwanda, 16. Puerto Rico.

De technische staf van de Young Yellow Tigers vlnr: Jiri Vermeulen, Fien Callens, Bart De Gieter, Lara Nagels, Joran Point en Justine D’Hondt

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Ivan Plettinckx voor TopVolleyBelgium