Marlies Janssens: “Het enthousiasme druipt eraf bij de Yellow Tigers”

Op drie dagen tijd de olympische kampioen, de Europese kampioen en de wereldkampioen kloppen! Het is eens iets anders dan het menu te moeten lezen van een Rode Duivel of iets over hoe het met zijn kindjes gaat. Daar worden vele  krantenbladzijden aan gewijd, maar de uitslagen van de Yellow Tigers vind je in het beste geval bij een korte voetnoot.

Niet dat de dames er in Rimini hard van wakker liggen, want zij breien de successen aan mekaar, hebben nog slechts drie Europese teams voor zich in het klassement staan en ze scoren dus zeker hoog op de wereldranking. Iets wat in de toekomst wel eens belangrijk kan zijn om aan het WK te kunnen deelnemen. Ze aan het werk zien, is een lust voor het oog. Het enthousiasme druipt eraf, vindt ook de 24-jarige middenblokster Marlies Janssens uit Schepdaal, die aan een heel sterk toernooi in de VNL (Volley Nations League) bezig is.

Jullie blijven verbazen met deze week overwinningen tegen China en Servië. Hoe verklaar je die zeges?

Marlies Janssens: “Ik vind inderdaad ook dat wij een sterke collectieve prestatie afleveren. Sommige landen mogen dan misschien niet met hun sterkste team komen, maar winst tegen China of de Dominicaanse Republiek behoort toch tot het betere stuntwerk. Onze sterkte? Door onze recente prestatie zit er ook een ongelooflijke ‘drive’ in de groep, we geven niet op en als er opportuniteiten komen, dan proberen we die te benutten. Ik denk dat we dikwijls ‘on fire’ op het terrein staan.”

Jullie zijn intussen ook de kampioenen van de tiebreaks…

“Wij wonnen inderdaad vijf matchen in de vijfde set. Slechts één keer liep het mis tegen Rusland, hoewel we in die wedstrijd een 2-0 voorsprong kenden. Daar zat misschien ook nog meer in. Assistent-coach Kris Van Snick had ons al lachend gezegd dat we die vijfsetters gewoon speelden om niet te veel op onze kamers te moeten zitten. Hij heeft die mening intussen herzien en gezegd dat hij misschien toch iets meer in het hotel wilde vertoeven.”

Worden jullie misschien ook onderschat?

“Na onze recente resultaten denk ik niet dat er nog één topland is dat ons zal onderschatten. Tegen Brazilië kregen we trouwens zware verliescijfers te verwerken. Samen met de Verenigde Staten is dat volgens mij ook de ploeg die hier de finale zal spelen. Maar ik vond deze week toch dat de andere ploegen eveneens op hun hoede waren voor ons.”

En dan missen jullie nog Kaja Grobelna?

“Ik denk dat we dat als ploeg goed opgevangen hebben door regelmatig wissels door te voeren. Britt Herbots blijft natuurlijk onze aanvallende speerpunt, maar ook in blok-defense hebben we zeker stappen gezet. Ik denk dat één van de voornaamste punten is, dat we ook via het midden aanvallend sterker geworden zijn. Dat moet wel, want als je ons vergelijkt met de andere teams, dan zijn wij misschien wel de kleinsten en de fysiek zwaksten.”

In dat midden ben jij dan weer belangrijk. Britt staat als beste aanvalster van het toernooi gerangschikt, Ilka Van de Vyver als tweede beste setter, Britt Rampelberg als tweede beste verdedigster en jij als derde beste blokkeerster…

(lacht) “Tof, hé! Misschien kan dat een nieuwe bijkomende doelstelling worden: dat we in elk klassement vooraan op de ranglijst staan. Uiteraard ben ik tot hiertoe zeer tevreden over mijn prestaties. Ik ben ook fier over de manier waarop we als team presteren. En dat met om het even wie uit de selectie op het terrein. Alle mogelijke oplossingen renderen. Dat is ook zo in het midden. Om het even of ik met Dominika Sobolska of met Silke Van Avermaet op het terrein sta.”

Valt het verblijf in de Rimini-quarantaine nog steeds mee of begint er zich stilaan een soort heimwee te vormen?

“Tijdens de rustdagen kunnen we naar het strand of naar het zwembad. De regels zijn intussen misschien toch wel iets minder streng dan we aanvankelijk gevreesd hadden. We zijn soms ook al eens van kamer gewisseld. We zijn nu twintig dagen op hotel en het enige dat we beu worden, is het eten. We hebben 3/5 van het toernooi achter de rug en ik heb toch het gevoel dat iedereen nu stilaan begint af te tellen naar het einde.”

Maar er wacht jullie nog een zware reeks: Verenigde Staten (leider in het klassement), Turkije (2de) en Japan (5de)…

“Inderdaad geen makkelijke klussen, hoewel we in de voorgaande jaren ook al wel eens wonnen van Japan en zelfs van Turkije. Maar ik denk dat de laatste week belangrijker wordt voor ons met meer winstkansen tegen o.a. Thailand, Italië en nieuwkomer Canada. Nog kansen om ons klassement op de wereldranglijst te verbeteren.”

In eigen land verbaasde je enkele maanden geleden vele volgers door van Asterix over te stappen naar VDK Gent. Hoe kwam je daartoe?

“Ik was al die jaren bij Asterix en ik had daar zeker niet te klagen. Integendeel zelfs. Maar ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Nu komt er de samenwerking met een nieuwe groep speelsters, met coach Stijn Morand kom ik terecht bij een andere visie, een nieuwe insteek, een nieuwe club met ook voldoende ambities.”

Door jouw huidige prestaties geniet je misschien ook wel belangstelling bij buitenlandse clubs…

“Die gedachte komt ook wel elk jaar eens kijken. Misschien iets voor later. Ik moet daarover nadenken, want dat ligt bij mij ook wel emotioneel. Ik ben op dat gebied misschien een vreemde eend in de bijt. Maar ik ben intussen afgestudeerd als verpleegkundige en dus hoef ik me allicht geen zorgen te maken over mijn toekomst. Momenteel werk ik maar deeltijds in die sector. We zien wel.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke / FIVB