Hendrik Tuerlinckx: “Ik wil VHL Haasrode Leuven aan de top brengen”

Het nieuws sloeg in als een donderslag bij heldere hemel. Brabander Hendrik Tuerlinckx (33) verlaat de scène bij Knack Roeselare na dertien seizoenen. Hij verruilt de West-Vlaamse topclub voor VHL Haasrode Leuven, nummer vier in de Liga.

Zijn passage in Roeselare kruidde hij met een gigantische reeks successen. In zijn totaliteit pakte ‘straffen Hendrik’, zeven van twaalf landstitels voor Knack, acht (zes op een rij) van veertien bekers, vijf Supercups en voor zichzelf vier titels als ‘Speler van het Jaar’. Hij werkte negenennegentig matchen in de Europacup af, waaronder een wondermooie 0-3, dit jaar in de Champions League in Modena (Ita). Nu draait hij de knop verrassend om. Knack Roeselare nam gepast afscheid van zijn topper: zie het filmpje als hommage, ook op de clubsite en op Instagram.

We zijn benieuwd: wat dreef jou om zo’n drastische beslissing te nemen. Roeselare trok toch zijn achtste ‘dubbel’ aan boord.

Hendrik Tuerlinckx: “Na de beslissende finale kon ik mijn tranen even niet bedwingen. Veel emoties, weet je wel. Omdat er iets nieuws wenkt en omdat afscheid nemen soms pijn kan doen. Ik ben niet over één nacht ijs gegaan. Ik geef graag mee dat ik met mijn vrouw Heidelinde twee jaar geleden ben begonnen met de bouw van onze eigen woning (toont knappe foto’s!!) in Averbode, waar mijn ouders en de ouders van Heidelinde wonen. En waar ik heel veel vrienden heb. (lacht). Die hebben al een abonnement gekocht bij VHL Haasrode Leuven. De woning ligt midden in uitgestrekt groen. Voor mij een hemelse omgeving, omdat ik geen stadsmus ben.”

Er was ook nog een andere belangrijke reden?

“Ja, Knack kon me geen waterdichte garanties bieden voor het vervolg van mijn carrière. We zijn ‘heel proper’ uit elkaar gegaan. Ik neem niemand iets kwalijk. De club wilde één of maximaal twee seizoenen aanbieden, maar er diende gewacht te worden op de verlenging van een drietal grote sponsoringcontracten. Ik wilde niet te lang twijfelen, ook wegens een ‘deadline’ van de kant van VHL. We begrepen elkaars situatie. Ik moest snel knopen doorhakken. Want ik had ook een verkennend gesprek met VC Greenyard Maaseik. Maar vanuit Limburg kwam er geen vervolg. Ook Lindemans Aalst heeft hard aangedrongen. Zonder akkoord. Ze kozen uiteindelijk voor een terugkeer van de Nederlander Robin Overbeeke.”

Bart De Smet van VHL heeft een grote rol gespeeld in jouw nieuwe verhaal.

“VHL deed me een zeer aantrekkelijk voorstel voor drie seizoenen. Ik noem het een pakket. We keren ten eerste, niet onbelangrijk, terug naar de ‘heimat’. En ten tweede, Bart De Smet, lid van het dagelijks bestuur bij VHL en hoofd van de commerciële cel, had oog voor mijn nacarrière. Hij wil me na mijn actieve loopbaan lanceren in de immobiliënsector. Immo boeit me enorm. Zijn voorstellen waren een schot in de roos voor mij. Het is een heel mooi tweeluik: ik speel eerst nog drie seizoenen, met daarna als tweede luik – en géén zwart gat – het perspectief op die post-sportieve uitdaging. Oké dus, ik koos voor de zekerheid die Knack me niet kon bieden. “

Jullie keren allebei terug naar de roots.

“Ja, Heidelinde werkt bij KBC in Roeselare. Zij zal – zou weinig problemen mogen geven – vlot kunnen overschakelen naar KBC in Leuven. En de kinderen Gloria (bijna 5) en Violet (bijna 4) zijn nog piepjong, ik verwacht weinig problemen bij de omschakeling. We keren terug naar onze ‘roots’: die roep konden we niet tegenhouden. We gaan wonen in de super gezonde buitenlucht op het Averboodse platteland. Dus dicht bij onze ouders. Het andere heuglijke nieuws buiten de verhuis is ook al bekend: in augustus breiden we ons liefdesnest uit met een derde nakomeling. Ik ben een familieman. Ik kan nu ook vaker bij mijn enige zus Eveline (ze woont in Geel) op bezoek.”

Kan je kort even het begin van je carrière schetsen.

“Ik begon in Averbode en in Heverlee (trainer Koen Poppe) bij de jeugd. Ik speelde even met een dubbele aansluiting bij die twee clubs. Dan koos ik voor een volledig seizoen bij Averbode, onder hoede van Andrej Urnaut.”

Vervolgens wenkte de Italiaanse topclub Perugia, geleid door Vincenzo Di Pinto, later trainer bij Noliko Maaseik.

“Ik vond die man heel goed, ik wilde veel leren. Ik stond nog op hoek-receptie en heb toch 25 procent van de matchen gespeeld. Ik had er kunnen blijven, maar na één seizoen kwam Roeselare op de proppen. Met Nikic en Verhanneman in receptie. De Franse opposite Rouzier kampte vrij snel met blessureleed. Zo ben ik op de hoofdaanval beland. Dat ging me vrij goed af.”

Door vier jaar Dominique Baeyens, zes seizoenen onder Emile Rousseaux en drie onder Steven Vanmedegael verkreeg je een bijna goddelijke status?

“Niet overdrijven hé. Maar ja, het liep lekker. Dominique noem ik de ideale ‘people manager’. Met zijn groot oplossend vermogen kon hij een groep optimaal doen functioneren. Met zijn natuurlijke aangeboren ‘cool’ liet hij zich ook niet snel opjagen. Een voordeel.

Emile Rousseaux zal me bijblijven als een tactische crack. Niet te vatten in zijn analyse. Dat ging zeer diepgaand. Heel innoverend. Met uren en uren video. Die beelden wierpen vruchten af. Voor zijn tijd was hij een baanbrekende trainer-coach.

 Steven Vanmedegael heeft de combinatie van zijn twee voorgangers. Een ongelooflijke natuurlijke ‘drive’. De eerste verliesmatch in de play-offs heeft hij tot in de meest bizarre details bestudeerd. Die tijd rendeerde in x-aantal gepaste oplossingen. Hij staat bovendien heel dicht bij zijn spelers en behoudt toch het hiërarchische overzicht. Helaas trok COVID-19 een streep door de play-offs in 2020. Maar nu heeft hij in zijn derde seizoen toch die verdiende eerste titel, plus de beker, te pakken.”

Je werd vier keer ‘Speler van het Jaar’, zoals wijlen Roger Maes, wijlen Johan Baetens en Eddy Evens. Maar Jef Mol (5x) heeft het record in handen.

(lacht) “Ik kan Jef nog inhalen via drie seizoenen bij VHL. Echt, ik gun Stijn D’Hulst absoluut zijn prijs. Hij haalde een bijzonder hoog niveau, hij bepaalde mee het verschil. Ook met de tweede stek van Mitch Stahl (VC Greenyard Maaseik) kan ik leven. Bekijk het zo: ik stond acht jaar op een rij bij de top drie. Een waardevol signaal voor mij. Een  bewijs dat ik een klein decennium een zeer constant niveau heb gehaald. De erkenning geeft me een warm gevoel.” 

Vanmedegael greep naast de titel ‘trainer van het jaar’ ondanks de dubbelslag.

“Tja, ik kan enige frustratie bij Steven alleszins begrijpen. Maar Frank Depestele heeft enorme stappen gezet als coach. Ik wil hem graag proficiat wensen daarvoor. Ik neem in de materie geen standpunt in. Er zijn veel kiezers bij betrokken, die de uitslag bepalen. Anderzijds is Knack op de Proms 2021 breed in the picture gekomen. Met ‘rookie’ Mathijs Desmet en individuele prijzen voor beste libero Dennis Deroey, beste middenman Pieter Coolman, beste receptie-hoek Andreas Fragkos en beste passeur Stijn D’Hulst. Sjiek.”

Je kreeg van de club en je maats een mooie hommage. Geregisseerd door oud-libero Stijn Dejonckheere.

“Ja, dat doet me toch wat. Ik hoop na corona nog iets te organiseren voor de Knackies. Ook Jelte Maan, mijn goeie Maaseikse vriend, wil ik uitnodigen op een barbecue. Ik begrijp dat hij stopt. Als je dag in, dag uit medicatie tegen de pijn moet nemen, houdt het op de duur toch op. Hij heeft met zijn job in een groothandel in sterke drank een mooi perspectief gevonden.”

Maar jij gaat door?

“Zeker. Op volle kracht. Een club als VHL wil nog stappen zetten naar de top. Precies in dat proces wil ik steun bieden. Er zit absoluut groei in de ploeg. Er komt ook vernieuwing: Gert Van Walle (Achel),  Seppe Baetens (Lindemans Aalst), Tom Hofmans (gaat lager spelen), Lienert Cosemans (naar Borgworm), libero Kevin Bossée en Thomas Pardon (Thomas stopt) zullen vervangen worden.  Klein detail: VHL moet voor mij ook geen huis zorgen, dat scheelt ‘m in hun budget.”

Zijn er al certitudes bij VHL?

“Ja, set-up Matthias Valkiers levert een serieuze versterking. Ik ben er heel tevreden mee. Bert Dufraing (Caruur Gent) wordt de nieuwe libero, Lennert Van Elsen (ook Caruur Gent) volgt Pardon op in het midden. Simon Peeters blijft.”

Kan je terugblikken op de titelfinales: eerst 1-3-verlies thuis, dan drie keer 3-0 op een rij. Vertaald in sets: 10 gewonnen tegen 3 voor Maaseik.

“Wie had die evolutie durven voorspellen, haha? We verloren onmiddellijk het thuisvoordeel. Dat was een moeilijke avond, met een sportieve kater van jewelste. Maar je moet vooruit in zo’n finalereeks. We hebben een dag vrij gekregen en dan de koppen bij elkaar gestoken. We moesten één facet zwaar versterken: nl. vooral veel meer energie in het veld krijgen. We wonnen dan – super belangrijk – de tweede match in Maaseik. Het stond prompt 1-1 en geen bedreigende 0-2. Na 1-1 zijn we heel diep gegaan. Met als resultaat twee bevrijdende zeges voor de titel. Dat het na 1-3 kon via een 9-0 in sets wijst uit dat we het betere team hadden. Gebaseerd op heel veel ‘karakter’: als goeie vriendengroep gingen we voor elkaar door het vuur. In een heel open communicatie. We streden zij aan zij eensgezind voor hetzelfde doel.”

Het spel stak in elk geval zeer goed in elkaar.

“Klopt. Ons collectief pareerde de Maaseikse druk. Skipper Stijn D’Hulst schitterde aan de pass, Matthijs Verhanneman kon aanvallen overpakken, Pieter Coolman, Rune Fasteland, Andreas Fragkos en Dennis Deroey presteerden sterk. Ook Mathijs Desmet kon iedereen bekoren. Ik speelde mijn rol als kapitein. Die rol kreeg ik na het vertrek van Ivan Contereras. Mijn aanpak: ik wilde niemand achteruit duwen. Elke speler moest zich constant belangrijk voelen. Ik ga nu weg, net als de Griek Fragkos. Voor de rest zie ik de groep bij elkaar blijven. Het bestuur heeft relatief weinig werk.”

Hoe ben je omgegaan met corona?

“Dat is lastig geweest. Ik viel uit door Covid voor de halve finales van de beker tegen Menen. Met D’Hulst, Fasteland, mezelf en Fragkos hadden we een aantal besmettingen. We moesten liefst 18 dagen in quarantaine. Amai. Geen training, thuis zitten tussen vier muren. Heidelinde moest ook thuis kamperen, net als de kinderen. Zeer onprettig. Ik kampte al snel met verlies van spierweefsel. Ik heb een dikke maand nodig gehad om terug ‘de oude’ te zijn. Ik vond mijn vorm terug in de Champions League tegen Modena, Kemerovo (Rus) en Warschau (Pol).”

Je koestert ongetwijfeld massaal veel mooie herinneringen.

“Ik kan onmogelijk kiezen. Het gaat mij om ‘eerst’: de eerste bekerfinale, de eerste titel, de eerste keer Speler van het Jaar. Alle eerste keren zijn de mooiste. Al zal ik mijn allerlaatste emotioneel geladen wedstrijd ook niet snel vergeten. Ik zal ook alle ‘golden boys’ van Knack niet vergeten. Daarvoor is de vriendschap met D’Hulst, Coolman, Verhanneman, Van Hirtum en Dejonckheere te groot. Ik heb ook een band voor het leven met drie grote idolen: de Finse set-up Eemi Tervaportti. We waren erbij op zijn trouwfeest. Hij werd Pools kampioen met Jastrzebski. Ik behoud het contact met de Serviër Milos Nikic en met de Sloveen Dragan Radovic, een halve Belg, die in Roeselare woont en die me in mijn eerste seizoen 2008-2009 bij Knack onder zijn vleugels nam.”

Je hebt ook vele  edities van de Champions League-campagne  meegemaakt? Met vele pieken.

“Ik pik er seizoen 2012-2013 speciaal uit. We wonnen al onze matchen in de poule tegen Istanboel, Friedrichshafen en Kedzierzyn. We werden dan gewipt, na thuiswinst, uit bij het Poolse Rzeszow, de nieuwe ploeg van Sam Deroo. ”

Zal VHL ook Europees aantreden?

“Ik denk het wel, ik hoop het. CEV Cup of Challenge Cup? Dat is nog niet officieel. Het kan CEV worden als Decospan Menen beslist niet in te schrijven.”

We zagen je sterk presteren op de Containercup, het programma van Pedro Elias en Wesley Sonck.

“Ik sta open voor optredens op televisie. Zoals in Sportweekend, vroeger ook bij Villa Vanthilt. Of voor een rol in de ludieke filmpjes van Stijn Dejonckheere. Heel leuk. In de Containercup heb ik me geamuseerd aan de monkey bars. Ook in de cardioproeven (duurtesten/uithouding) als roeien, fietsen of lopen ging het vrij goed. Al is duursport niks voor mij. Ik werd uit mijn comfortzone gehaald. Volleyballers zijn explosieve topsporters: snel, kort en krachtig, daar zijn we goed in.”

Nog een belangrijke vraag: hoe staat het met je engagement voor de nationale ploeg?

“Ja, ik heb vrijdag 23 april een gesprek met bondscoach Muñoz. Ik weet niet of ik me de hele zomer ter beschikking stel. Mijn lijf heeft een herstelfase nodig, ik wil ook onder de uiterste belastingsgrenzen blijven. VHL Leuven is belangrijk voor mij, ik kan er niet met blessurelast toekomen. Maar ik wil me zeker engageren voor de Red Dragons.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke