Liam McCluskey: “Eerste landstitel zou ‘de max’ zijn!”

De 19-jarige Liam McCluskey (1m90) komt beslist in aanmerking als potentiële kandidaat voor de trofee ‘rookie van het jaar 2021’. Door de blessure (hamstrings) van Javad Karimisouchelmaei, de Iraanse international en spelverdeler van VC Greenyard Maaseik, werd de jonge McCluskey in de Champions Final 4 en in de return van de halve finale van de CEV Cup tegen het Russische Sint-Petersburg voor de leeuwen gegooid aan de pass.

De youngster oogstte massaal veel lof voor zijn koelbloedigheid, zijn sereniteit, zijn professionele klasse en andere sportieve charmes.

Sport zit in de genen bij de Zonhovense familie McCluskey-Loos. Wie kent papa John (52) niet? Destijds een Engelse toppasseur, afkomstig van de stad Bradford, goed voor ruim een half miljoen inwoners, in de buurt van Leeds in West-Yorkshire. Bradford herinneren de sportliefhebbers zich allicht omwille van de tragische brand in het voetbalstadion in 1985, waarbij 58 mensen om het leven  kwamen.

De vader van John is van Ierse afkomst, Engelsman John heeft nu de Belgische nationaliteit. “We reizen zeker één keer per jaar naar Bradford, waar pa en ma en mijn twee zussen nog altijd wonen”, lacht John. Hij runt een bloeiende eenmanszaak in dakwerken.

Liams moeder heet Katleen Loos. Haar broer Filip – een fanatieke supporter van FC Barcelona – zowaar een aangesloten ‘socio’ van de Catalaanse topclub – speelde in een vroeger leven bij Helios Zonhoven. Corona is voor hem een streep door de rekening. Hij kan om te supporteren niet naar Barcelona vliegen. Katleen heeft een diploma burgerlijk ingenieur bouwkunde. Zij werkt als projectleider bij het Vlaamse Gewest van Bruggen & Wegen en heeft de regio Zuid-Limburg (Tongeren/Sint-Truiden) onder haar hoede.

Liam: hoe kwam jouw papa in Limburg terecht?

Liam McCluskey: “Per toeval werd de Engelse nationale juniorenploeg uitgenodigd op de ‘Night of the Volleys’, vele jaren geleden een topevent, georganiseerd door eersteprovincialer Tamera Lummen. Tamera’s mentor Herwig Praet lanceerde in die tijd geweldige ideeën. Andere gastploegen waren Noliko Maaseik met Vital Heynen, Roger Schoonbroodt en Eddy Evens en Rembert Torhout met wereldspeler György Grözer. Papa imponeerde op dat toernooi aan de pass. Hij werd uitgenodigd om voor het noodlijdende Lummen te spelen en hapte toe. Hij kreeg zelfs een profcontract van één jaar. En dat bij een eersteprovincialer. Heel merkwaardig. In zijn lange carrière heeft hij bij meer dan een dozijn Limburgse ploegen gespeeld. Na Lummen volgden Herk-de-Stad (in Herk leerde hij zijn vrouw Katleen kennen, nvdr.), Eisden (2 campagnes), Hees-Bilzen, Schulen (2 campagnes), Kajoba Bolderberg, Kivola Riemst, Halen, Fit Ham, Noliko Maaseik B en C, Helios Zonhoven en Rofix Dilsen. Hij fungeerde bovendien enkele keren als trainer-speler. Zo heb ik bij Maaseik C ooit samen met hem op het terrein gestaan. Pa is nu één van mijn voornaamste adviseurs. Kritisch als hij is, maakt hij altijd een nuttige wedstrijdanalyse.”

Je hebt een broer Robin (15). Hij koos voor basketbal. Jij proefde even van de voetbalsport.

“Ja, Robin is actief bij BC Zonhoven en Basket Hasselt, via een dubbele affiliatie. Ik droomde eerst van voetbal. Ik trok naar Melosport Zonhoven  en testte later bij het grote KRC Genk. Maar Genk stuurde me door naar Sporting Hasselt. Ik speelde laatste man, maar ik heb die voetbalknop vrij snel omgedraaid, omdat ik na puike testresultaten mocht instappen in de volleybalschool in Leuven en nadien in Vilvoorde.”

Jouw volleybalverhaal begon bij Helios Zonhoven met coach Rik Evens?

“Ja, ik speelde ook bij VTI Hasselt (trainster An Keunen) en ik trok als twaalfjarige naar Noliko Maaseik, waar Wim Nijsten, Thomas Weyers en mijn papa als trainer-speler zich bekommerden om mijn opleiding. (lacht) Ik stond toen op de ‘feuille’ als reserve libero.”

Je ging heel graag naar de volleybalschool. Een doelbewuste keuze?

“Inderdaad. Het was voor mij als 12-jarige nochtans een grote stap: leven op internaat. Maar dat is allemaal reuze meegevallen.  De lagere jaren van de sporthumaniora in Leuven, de hogere jaren in Vilvoorde zelf. Ik speelde mee in tweede divisie en in de Liga B. Trouwens Mathijs Desmet (21) – hij is dus ietsje ouder – en nu topper bij Knack Roeselare zat op de volleybalschool. ‘Smetje’ staat ook voor zijn grote doorbraak. Ik kreeg uitstekende trainingen van Wim De Boeck (in Leuven) en van Mieke Moyaert, Kris Eyckmans en Dominique Baeyens.”

Je hebt op jonge leeftijd een zeer mooi palmares opgebouwd…

“Ik won een pak titels en bekers bij de jeugd. Bovendien koester ik een drietal schitterende momenten. Ten eerste werd ik drie keer (2016, 2017 en 2018) uitgeroepen tot beste spelverdeler op de West-Europese kampioenschappen (WEVZA), het vroegere Achtlandentoernooi. We wonnen twee keer goud. Anderzijds haalde Belgium met de nationale U 17 in 2017 de finale van het EK tegen Italië. Dat EK vond plaats in Turkije. Met ploegmaats die vrijwel allemaal zijn doorgestoten naar de Liga A: Wout D’Heer (Lindemans Aalst), Lennert Van Elsen, Tiemen Ocket, Simon Plaskie (allen Caruur Gent), Seppe Rotty (Decospan Menen), Joost Peeters (Haasrode Leuven B), libero Martin Perin, Sam Fafchamps (beiden Borgworm). En derde hoogtepunt: in 2019 bereikten we andermaal de finale op het EJOF-olympisch jeugdfestival in Bakoe (Azerbeidzjan), waar Italië weer voor boeman speelde. Opnieuw zilver dus. Het team kwam sterk voor de dag met nieuwe gezichten Robbe Van de Velde (Lindemans Aalst), Michiel Fransen (Tectum Achel) en Daan De Saedeleer (Haasrode Leuven A). In september ben ik paraat met de U21 op het WK in Italië en Bulgarije.”

Je bent begin dit seizoen teruggekeerd naar jouw geliefde Maaseik?

“Ja, ik woon in hetzelfde appartementsblok als de Noor Oskar Espeland. Hij kent alles van gerechten met vis. Ik houd van ‘wokken’. We vullen elkaar culinair heel goed aan. Prachtig dat ik bij zo’n roemruchte club als Maaseik interesse opwekte. Ik heb het me nog geen seconde beklaagd. VC Greenyard heeft faam in Europa en ver daarbuiten. Ik zie op alle vlakken kwaliteit: in receptie, in het vele talent bij mijn maats, in de schitterende entourage en het ervaren technisch kader. Ik kan de trainingen en wedstrijden vlot combineren met mijn studie Sport- en Cultuurmanagement in het systeem van afstandsonderwijs aan hogeschool Thomas More in Turnhout.”

Je wordt al vergeleken met ‘groten’ zoals Frank Depestele en Stijn D’Hulst.

“Dat zijn karaktermannen. Echte doorzetters. Net als mijn basketbalidool Michael Jordan. Reken mij ook bij die soort. Ik zou door een muur lopen om een bal te redden. Ik ga tot het uiterste. Mijn lichaam stond wel vaker vol blauwe plekken. Stijn D’Hulst is voor mij dé top: hij heeft alles gewonnen in België en in Italië. Dat zegt toch wat. Zelf doe ik alles om fysiek op punt te staan. Met veel looptraining. Ik heb van nature  voldoende kracht, ik voel me ook defensief in mijn sas. In mij zit die intense drang om altijd te winnen. En ik toon in het spel een voorliefde voor acties met de middenmannen. In Maaseik zijn dat Pieter Verhees, Mitch Stahl en Elias Thys. Het is de kunst om het blok te misleiden en in het midden aan de praat te houden. Dan kan ik onze receptie-hoekmannen op de flanken geregeld laten scoren in één-tegen-één situaties.”  

Jouw trainer Joël Banks was zelf een begenadigde spelverdeler.

“Ja, heel interessant om met zo iemand te werken. Voor de feedback. Ik denk dat ik haast na iedere afgewerkte bal even naar hem stap langs de lijn. Zo kan hij tips geven of bepaalde inzichten bijstellen. Banks is voor mij dé man die een kampioenenploeg kan kneden. Hij heeft dat al bewezen in 2018 en 2019 met een dubbele titel. Ook dit seizoen moest hij door de vele aankopen alweer bijna vanaf nul beginnen. Het kostte tijd en moeite. Maar kijk waar we nu staan.”

Een ‘medical joker’ wordt niet aangetrokken wegens waanzinnige vraagprijzen.

“Veel weet ik er niet van. Ik vermoed dat we Javad weldra zullen recupereren. Wat er ook gebeurt, ik zal me altijd ter beschikking stellen van onze coaches. Met Javad heb ik een goed contact. Ik heb een paar woordjes Perzisch (Farsi) geleerd, zoals goeiemorgen en goeiedag. Dat geeft me een ‘feeling good’ bij onze ontmoetingen.”

Je toont je ook heel volwassen en groot in de nederlaag.

“De verketterde bekerfinale tegen Knack Roeselare is verteerd. De verloren Europese halve finale van de CEV Cup tegen Zenit Sint-Petersburg is dat nog niet. Na liefst zes matchballen voor ons, gaven we het uit handen. Een mokerslag. Bij 14-10 maakten zij vier punten op rij (14-14), over 15-14 (vijfde matchbal) en dan bij 16-15 (zesde matchbal) weer een reeks van drie punten voor winst met 16-18. Maar oké, de tijd heelt wonden. We raken er weldra overheen. In zo’n Europese clash ervaar je waartoe een topploeg in zo’n ‘golden set’ in staat is. We zijn gestrand op een zucht van de finale. Ik heb er even van wakker gelegen. Hoeveel pech kan je hebben, hé? Heel jammer dat we die beslissende bal niet op de grond kregen.”

In de Champions Final 4 zijn er nog twee wedstrijden te spelen. Zaterdag uit in Roeselare. Daarna komt Decospan Menen op bezoek als afsluiter. Maar het staat nu al vast dat in april de zoveelste titelstrijd tussen Greenyard Maaseik en Knack Roeselare aan de orde is.

“Ja, nu zaterdag is toch een cruciaal duel, hoor. Ik hoop dit weekend de ‘pole position’ in de titelfinales af te dwingen. Uit bij onze eeuwige rivaal en regerende bekerhouder. We zullen hard moeten vechten, deze topper gaat vonken geven en zal misschien bloed, zweet en tranen kosten. In april is de landstitel het grote doel. Ik droom van kindsaf van zo’n exploot. Het moet een geweldig gevoel geven: zo’n titel veroveren. Als het zou kunnen, word ik graag kampioen in drie wedstrijden, in de gehanteerde formule ‘Best of five’. Dat zou ‘de max’ zijn. Mijn eerste titel op dit niveau!”

Wat is volgens jou het winnende recept?

“Misschien soms een beetje buigen, maar nooit barsten. Mentale kracht kan ons vleugels geven. Ik besef natuurlijk dat we een hoog niveau moeten halen. Knack Roeselare is een geoliede machine. Ze spelen al jaren samen en vinden elkaar blindelings. De titelstrijd kan alle kanten uit. De onderlinge tussenstand is 2-2, bekerfinale inbegrepen. Ik wil dus het vel van de beer niet verkopen voor hij geschoten is.”

Hoe zie je jouw toekomst?

“Ik zit op dit ogenblik zeer goed in Maaseik. Ik ben uitstekend omringd. Er wordt me tijd gegund om veel bij te leren. Ik heb nog alles te bewijzen. Natuurlijk droom ik als topsporter van Italië: het mekka van de volleybalsport. Ik sta in een later stadium ook open voor andere landen. Maar ik ben er nu nog niet mee bezig. Dat is allemaal toekomstmuziek. Mijn volle focus gaat naar Maaseik.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Jürgen Sabarz, Bart Vandenbroucke, VC Greenyard Maaseik, John McCluskey