Het waren zondag zeker de meest ongewone bekerfinales uit de geschiedenis in een haast lege Antwerpse Lotto Arena. Ook organisator Geert De Dobbeleer moest leven met deze ongewone toestand, die om ongewone maatregelen vroeg.
“Maar gezien de omstandigheden, waren dit de best mogelijk resultaten die we konden verwachten. Het was immers super belangrijk dat wij met onze sport in de ‘spotlights’ bleven. Dat de wedstrijden rechtstreeks op tv kwamen, was een positieve zaak voor het volley, net zoals dat het geval zal zijn met tien mannenwedstrijden in de play-offs en de play-downs, plus de laatste drie play-offmatchen bij de vrouwen,” weet de algemene directeur van Volley Vlaanderen.
Geert De Dobbeleer beklemtoont dat het bij de organisatie van de bekerfinales voor iedereen aanpassen was. “Het was werken volgens een ander model dan we gewoon waren. Met minder inkomsten dan gewoonlijk wegens het ontbreken van toch 10.000 tot 14.000 toeschouwers en ook minder extra-sportieve sponsoring. Gelukkig konden we rekenen op het sponsorcontract met Euro Millions en op de stad Antwerpen, dat trouwens sportschepen Wouters afvaardigde. Maar door de overstap van het Sportpaleis naar de Lotto Arena hadden we ook minder onkosten om de zaal te betalen en konden we rekenen op een vlotte samenwerking met de mensen van de Lotto Arena.”
Ook de clubs moesten het met minder inkomsten stellen. “In andere jaren ging er ongeveer elf Euro per supporter terug naar de clubs, maar dat kon dus dit jaar niet. Wel kregen alle teams een tegemoetkoming van 1500 Euro voor hun verblijfskosten. En op sportief gebied zijn de winnaars verzekerd van een ticket voor de CEV Cup.”
Ook over het sportieve had Geert De Dobbeleer iets opgemerkt. “Zelfs nu, zonder toeschouwers, maar met de druk om toch met een prijs te kunnen uitpakken, zie je dat het voor debutanten niet eenvoudig was. Ik kijk b.v. naar de mannenfinale, waarin spelverdeler Stijn D’Hulst veel meer vertrouwen en zekerheid bood dan zijn opponent. En omgekeerd, dat een routinier als Jelte Maan nog topschutter van de wedstrijd werd en met negen punten in de derde set toch enigszins overeind bleef.”
Nog een typisch gegeven over de bekerfinales, is het feit dat andere jaren de inkomsten van dit evenement ten goede komen aan de werking van de nationale ploegen. Moeten die het dus dit seizoen stellen met een lager budget?
“Wij hebben in november 2020 ons budget voor dit jaar opgesteld en al rekening gehouden met de gewijzigde omstandigheden. Natuurlijk hadden we vorig jaar ook minder onkosten, omdat er een aantal internationale toernooien weg vielen.
De vrouwen doen dit jaar weer mee in de Volley Nations League, die door de FIVB georganiseerd wordt in één stad met alle deelnemende ploegen. Maar we zullen daar wel moeten opdraaien voor de verplaatsing, de hotelkosten en de testings. Zelf organiseren we in Kortrijk nog de finale van de Golden League bij de mannen, plus het WK meisjes U20. Tot slot staan er nog twee EK’s voor de mannen en de vrouwen op het programma. Niet in eigen land. Maar liever dat we deelnemen aan een EK, dan dat we thuis in de zetel moeten toekijken. Voor de uitstraling van onze sport is dat belangrijk. We beleven trouwens een uniek jaar: drie jeugdploegen zijn aanwezig op een WK, de twee senioresploegen op een EK. Dat is nog nooit gebeurd.”
Tot slot geeft Geert De Dobbeleer nog een datum mee om te onthouden voor volgend jaar. “Als alles opnieuw ‘normaal’ verloopt, worden de bekerfinales op 27 februari 2022 gehouden in het Sportpaleis. Euro Millions sponsort trouwens dit evenement nog tot volgend jaar.”
Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: Bart Vandenbroucke
