Ex-Roeselarespeler Walter Engelen: “Oude liefde roest niet”

“In het begin van mijn loopbaan had je nog andere kleppers als Zellik en zo”, vertelt oud-Roeselarespeler Walter Engelen. “Maar naar het einde van die periode was Roeselare-Maaseik al de ‘classico’ van het Belgische volleybal.” Hij verwacht dan ook veel van die klassieke tweestrijd zondag. Hoewel hij de kansen in een bekerfinale meestal op 50/50 inschat, geeft hij zijn ex-ploeg toch licht favoriet.

“Roeselare heeft de jongste weken, onder meer met de Europese wedstrijden, toch op een serieus hoog niveau gespeeld en kunnen spelen”, motiveert Engelen die laatste bewering. “Dat terwijl Maaseik in diezelfde periode minder officiële matchen had. Dat zou de doorslag kunnen geven in het voordeel van Knack. Al blijft een bekerfinale altijd een zeer speciale wedstrijd. En nu wellicht nog meer omdat er zonder publiek zal gespeeld worden in een zeer grote zaal. Het is voor de spelers niet evident om in deze omstandigheden topvolleybal te brengen. Het is niet zoals je je kan uitleven voor een volle zaal. Het lijken bijna omstandigheden van een oefenmatch.”

Zal Roeselare extra gemotiveerd zijn omdat het tegen de eeuwige rivaal Maaseik is?

Walter Engelen: “Dat is eerder iets voor de mensen buiten de spelersgroep. Als speler wil je gewoon die eerste prijs van het seizoen pakken, om het even wie de tegenstander in de finale is. Er zijn in een seizoen drie belangrijke afspraken: de bekerfinale, de titel-play-offs en de Europese campagne. Het seizoen is voor een ploeg als Roeselare maar geslaagd met een prijs. En als je de beker wint, trek je met veel meer rust naar de play-offs.”

Ging je, toen dat nog mogelijk was voor de coronacrisis, nog regelmatig kijken in Schiervelde? En volg je het nu nog steeds?

“Kort na mijn afscheid als speler, was ik nog zeer vaak bij wedstrijden aanwezig. Geleidelijk aan is dat verminderd. Ondertussen ken ik er ook minder mensen dan vroeger. Het beperkt zich nu meestal tot de Europese confrontaties en de finales. Als je ouder wordt, vind je iets vlugger een excuus om in je zetel te blijven. En je kan het volleybal nu meer volgen op tv of internet.
Zondag ga ik zeker kijken op tv. Bij een dergelijke finale kriebelt het nog. Dat zijn de wedstrijden waar je het als speler voor doet. Laat ons zeggen dat het echte fanatieke eraf is, maar ik volg Knack nog wel vrij van nabij, want oude liefde roest niet.”

Hoeveel bekers heb je zelf gewonnen?

“Ik weet dat ik er vier gewonnen heb. Ik geloof dat ik er vijf of zes gespeeld heb. Op het einde van mijn carrière was Maaseik iets dominanter in de competitie. Maar blijkbaar hadden wij met Knack toch al meer succes in de beker”.

Hoe lang speelde je voor Roeselare?

“Ik heb op het hoogste niveau maar één club gehad en bleef er veertien seizoenen. Ik heb er onlangs met vrienden nog zitten over praten en wij dachten dat Hendrik Tuerlinckx intussen aardig in die buurt aan het komen is.”

De coming man bij Knack blijkt de jongste wedstrijden Mathijs Desmet, die recent een fenomenale prestatie leverde tegen de Italiaanse topclub Modena…

“Ik volg hem al een paar jaar. Ik had van kennissen al signalen opgevangen dat hij een groot talent is. Tegen Modena was hij super. Het is een witte raaf: niet alleen een Belgisch jong talent dat doorbreekt, maar dan ook nog een jongen van Roeselare zelf. Dat is ook een beloning voor de jeugdwerking van de club. Het is een pluim die mensen binnen de club op hun hoed mogen steken.
Desmet ziet er een no-nonsense kerel uit. Met de mentaliteit van “ik ben hier en speel er mij nu maar uit”. En dat laat het beste verhopen voor zijn toekomst.”

Doe je zelf nog aan sport?

“Ik fiets vrij veel om bezig te blijven. De carrosserie heeft teveel geleden van al die jaren volleybal op hoog niveau, zodat volleybal zelf of lopen niet meer haalbaar zijn.”

Wat doe je op professioneel vlak?

“Ik ben accountant bij een patrimoniumvennootschap in Waregem dat enkele familiebedrijven beheert. Vooral om die laatste reden is het aangenaam werken.

Nadat ik eind mei gestopt was met volleyballen, ben ik op 1 juni beginnen werken. Van volleybal word je immers niet rijk, al werd ik bij Roeselare steeds correct betaald. Mijn eerste job was een soort vangnet bij sponsor Roularta. Maar ik ben dan cursussen op de hogeschool gaan volgen om het diploma boekhouding te halen. Ik was gelukkig dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken, maar ik haal ook voldoening uit mijn werk nu.”

Kan je als boekhouder ook iets zeggen over de financiële impact van de coronacrisis?

“De topploegen als Roeselare, Maaseik en Aalst hebben een zodanig sterke structuur dat zij die periode wel te boven komen. Ik hoop dat bij de ploegen daaronder de schade niet te groot zal zijn. Om nog niet te spreken van de clubs in lagere reeksen die zonder inkomsten zaten. Vanuit mijn beroep weet ik dat er nu veel steunmaatregelen zijn, maar dat de rekening van Corona nog zal volgen. Maar laat ons eerst toch genieten van een hopelijk uitermate boeiende bekerfinale.”

Aanvang zondag om 13u45 (ook op tv), gevolgd door de vrouwenfinale VC Oudegem – Asterix Avo Beveren (rond 17u).

Tekst: Philippe Cryns

Foto’s: Vé Lecoutre en Bart Vandenbroucke