Lennert (Caruur Gent) en Eline (Asterix) Van Elsen aanwinsten in de hoogste afdelingen

In het volleybal spelen Nina en Pieter Coolman reeds jarenlang mee aan de top van België, maar er zijn ook Lou en Bieke plus Femke Kindt, Laszlo en Nikita De Paepe. Nu komt er nog een broer-zus combinatie aan. Eline (16 jaar) en Lennert (19 jaar) Van Elsen zijn “the New Kids in Town”. Beide volleyballers zijn enorm getalenteerd, kenners voorspellen een grote toekomst. De twee talenten reageren zeer bescheiden: “We moeten nog zo veel stappen zetten.”

Lennert is een 2m03 lange middenblokker met een opvallend nuchtere maturiteit. Eline is een aanvalster met een bijzonder goede sprongkracht.

Hoe is het allemaal begonnen?

Lennert Van Elsen: “We zijn alle twee bij Mavoc Mechelen gestart en dan is Mendo Booischot ons komen opzoeken. Ik heb daar uitstekende trainers gehad en ik kon telkens verder omhoog klimmen via de jeugd naar mannen 2 en tenslotte mannen 1. Toen ik vorig jaar te weten kwam dat volley uitstekend combineerbaar is met mijn studies elektromechanica – dat kan je alleen in Gent volgen – vonden we dit een mooie uitdaging.”

Eline Van Elsen: “Ik heb ook vier jaar Mavoc en vier jaar Mendo achter de rug. Dan ontstond er interesse vanuit Antwerpen en na één seizoen kwam Asterix Avo aan de deur kloppen. Het gaat snel, maar dat vinden we wel fijn. We hechten – in samenspraak met onze ouders – veel belang aan onze studies. De ASO richting wetenschappen-wiskunde in Mechelen kan perfect gekoppeld worden aan mijn dagelijkse volleybaltrainingen. Niemand had verwacht dat ik naar de ploeg uit Beveren zou verhuizen. Voor mij was het ook een verrassing. Maar het biedt meer perspectieven, de opleiding bij Asterix Avo is nog doelgerichter en de trainingen zijn specifieker. Geen slecht woord over Antwerpen, maar dit is toch een stapje hoger.”

Heb je geen schrik van een te hoog verwachtingspatroon als piepjonge spelers?

Lennert: “Onze volleybalactiviteiten hebben we steeds in functie van onze studies gekozen. Daarom ook de keuze voor Gent. Het is harder, pittiger want elke dag trainen waren we niet gewend. Het fysieke gedeelte is echt zwaar, maar dat is noodzakelijk om aan de top te geraken. Mijn zus en ik moeten nog zo veel stappen zetten. Ik ben nu vooral geconcentreerd om mijn eigen niveau te verhogen. Sneller, krachtiger, hoger, want ik voel dat die factoren heel belangrijk zijn in de hoogste volleybalreeks. Ik moet nog twee jaar studeren en ik wil mijn opleiding afwerken. Ik hoop tegen het einde van het seizoen eens regelmatig een basisplaats te veroveren. Misschien kan ik daarna nog een stapje hogerop. We zien wel hoe het allemaal evolueert.”

Eline: “Bij mij is het ongeveer hetzelfde verhaal. Maandagmiddag krijg ik – dankzij het topsportstatuut – vrij in mijn school, zodat ik de training kan meemaken. Vrijdag moet ik wel naar school. Daardoor sla ik elke week toch maar één trainingssessie over. Ik ben jong, ik moet blijven groeien en me blijven ontwikkelen. Ik heb op termijn vanzelfsprekend ook de ambitie om in de startopstelling te verschijnen. Nu is mijn taak vooral gericht op de acties in het achterveld. Het is intens en fel, vooral in verdediging moest ik mij in het begin echt aanpassen.”

Jullie hebben ervoor gekozen om niet naar de topsportschool van Vilvoorde te gaan. Toch zijn jullie geselecteerd voor de nationale jeugdselecties.

Eline: “De schrik zat er toch een beetje in om het volleybal snel beu te worden wanneer we erg jong elke dag met al die trainingsuren zouden geconfronteerd worden. Nu zijn we ook dagelijks aan het trainen, maar het voelt anders aan, omdat we telkens in een andere omgeving terecht komen. Het heeft ons wel gestimuleerd. Het zorgde toch voor een bijkomende motivatieprikkel. Durven bewijzen dat we, zonder de specifieke opleiding van Vilvoorde, in de nationale ploeg konden geraken. Met deze situatie voelen we ons beter en uiteindelijk is dat toch ook belangrijk. Ieder kan er anders mee omgaan. Voor ons blijkt dit het beste.”

In 2020 hebben de Young Red Dragons geschiedenis geschreven met een prachtige bronzen medaille op het EK. En in 2021 komt er nog een drukke volleybalzomer aan, zowel bij de meisjes als bij de jongens.

Lennert: “We hebben onze plaats op het WK echt verdiend. Gelukkig organiseert Italië volgende zomer het WK U20 en daardoor zijn we er – na onze derde plaats – toch bij, omdat zij als gastland rechtstreeks geplaatst zijn. Voor het EK hadden we maar een korte voorbereiding van een tiental dagen. Dat zal nu langer en uitgebreider zijn, dus zullen we ook beter gewapend zijn om de confrontatie aan te gaan met de wereldtop. Rusland en Italië zijn samen met België voor Europa gekwalificeerd. Daar komen toplanden als Brazilië, China of Japan en de USA bij. Er zal veel van afhangen in welke poule we zullen ingedeeld worden, maar dat zien we later wel.”

Eline: “Voor de meisjes is het ook heel interessant, omdat België het wereldkampioenschap voor U20 mag organiseren. En volgende zomer zijn er ook de kwalificatiewedstrijden voor het EK voor U18. Ik hoop dat ik voor beide kampioenschappen een selectie mag ontvangen. Ik kijk er geweldig naar uit. Volleybal is pure passie. Stel je voor dat we momenteel nog bij Antwerpen of bij Booischot zouden zitten. Dan hadden we nu maandenlang zonder volleybal moeten leven en voor lange tijd onze opleiding moeten missen. Ik durf er niet aan denken.”

Tekst en foto’s: Walter Vereeck