“Van lock-down naar look-up”

Enkele weken geleden verscheen op het Volley Trainers Platform van Facebook, een oproep van Dirk Ceuppens. Deze man is gekend als gedreven kracht bij Volley Kruikenburg Ternat. Dirk is betrokken bij het A-team, bij de jeugdwerking en de trainersbegeleiding van zijn club.

Daarenboven is hij de organisator van de zeer gewaardeerde clinics en hij is dus uitstekend geplaatst om te brainstormen: hoe wordt er omgegaan met de opeenvolgende lockdowns in de nationale afdelingen, de promoreeksen en bij de jeugd.

In welke richting wordt er gedacht door trainers en clubs?

Dirk Ceuppens: “Ik kan uitsluitend spreken over onze club in Kruikenburg. Er zijn natuurlijk verscheidene meningen bij de verschillende mensen. Dat merk je in de poll op de Facebookpagina. De visies zijn uiteenlopend: de competitie van dit jaar gewoonweg schrappen, alleen de terugronde spelen, enzovoort… Ik begin met onze eerste ploeg en de spelers die net naar tweede nationale gepromoveerd zijn. Eigenlijk kan je alles opsplitsen in twee perioden. De eerste lockdown in  maart – april – mei. Dat liep uit tot de voorbereidingsperiode in augustus – september. Daarna volgde de tweede lockdown en was het alweer gedaan in oktober – november – december”.

“Tijdens de eerste periode – het was toen mooi weer – hebben we vaak de beachterreinen gebruikt om in conditie te blijven. Ook in augustus hebben we met steun van de gemeente Ternat veel buiten getraind. In september begonnen we netjes in de zaal, binnen de beperkingen en de regels die ons opgelegd werden. Alles werd met veel discipline uitgevoerd: ontsmettingsmiddelen, maskers, aparte in- en uitgang, respecteren van de afstand, noem maar op. Toch slopen er een tweetal coronabesmettingen in het team. Resultaat: we hebben geen enkele competitiewedstrijd gespeeld. De eerste match was afgelast omdat onze ploeg in quarantaine zat en tijdens de tweede speeldag zat onze tegenpartij met een aantal covid-gevallen. Alleen voor de Beker van België hebben we een officiële wedstrijd kunnen afwerken. Daarna ging het allemaal terug op slot.”

Hoe hou je spelers en trainers, kortom de hele club, gemotiveerd om verder te doen?

“Wij hebben veel studenten in onze A-ploeg. Zij zitten in het laatste jaar van de humaniora of ze zijn reeds met studies begonnen aan de universiteit of de hogeschool. Er bestaat een whatsapp groepje met al die mannen en daarin moedigt iedereen elkaar aan om vol te houden. Maar op een gegeven moment houdt het op. De trainingen zijn gestopt, de inkomsten verdwijnen want er mocht geen feestje of geen enkele activiteit georganiseerd worden. Zo ontstaat er een gebrek aan perspectief. Men gaat op stap, maar je weet niet naar waar.

Wat zijn de vooruitzichten? Ik had wekelijks contact met de trainers. Nu is er niets meer en valt alles stil. Nu moeten we wachten op betere tijden. Onze jaarlijkse clinic is ook afgelast. We dachten eerst nog een online sessie in elkaar te steken. Maar de interesse bij de trainers stond – zeer begrijpelijk – op een laag pitje. De vrees dat met al die toestanden trainers en zelfs verenigingen zullen afhaken, begint erg reëel te worden.

Ik doe een warme oproep naar de overheid en naar de federatie: zorg voor nog meer steun voor de sportclubs. Anders wordt de toestand hopeloos en zal men drastische beslissingen moeten nemen. Het lokaal bestuurscollege hier in Ternat doet wel inspanningen en dat appreciëren we enorm. We hebben ook activiteiten met een afhaalrestaurant georganiseerd en we lanceerden ook “Kruikenburg actie gezond”. We moeten echt iets ondernemen want we zijn volop bezig met onze nieuwe sporthal. De club is de bouwheer, we krijgen wel hulp van de gemeente en later ook van de school. Maar in deze tijden is het echt moeilijk.”

Hoe zie je zelf het vervolg van de competitie ?

“Om eerlijk te zijn: het wordt een heel problematisch verhaal. De hogescholen zetten tot eind maart de code op rood. Ik vermoed dat de link naar de sport direct toepasbaar is. Zeker wat de indoorsporten betreft. Die beslissing is genomen door de academische wereld. Daar is over nagedacht hoe het verder moet met die jongeren, het gaat tenslotte over dezelfde doelgroep.

We moeten het helaas realistisch bekijken. Misschien zijn er mogelijkheden om zomervolleybal – sorry voor de beachvolleyballers – te organiseren. Eén speelronde is haalbaar. Bijvoorbeeld vanaf maart tot eind mei. Op drie maanden tijd kunnen elf speeldagen afgewerkt worden. Met eerst een voorbereidingsperiode van een paar weken natuurlijk. En met een aanvaardbaar evenwicht van het aantal wedstrijden thuis en op verplaatsing. Maar toch stel ik de vraag of het haalbaar is. Het is knap dat al die inspanningen geleverd worden in de hoogste volleybalreeks van de vrouwen en de mannen. Maar dezelfde eisen bij de profs kan je niet verlangen bij amateurs.

Over stijgers en dalers kan niet gediscussieerd worden. Voor mij is het “not done” om dit jaar een klassement op te maken. Wij zijn gepromoveerd naar tweede nationale. Daar worden geen “voorwedstrijden” gespeeld. Laat ons dan gewoon volleyballen, zonder nervositeit van het resultaat. Dan kunnen ook de bankzitters meer speelkansen krijgen. Een verliesmatch hoeft – zonder klassementsdruk – geen ramp te zijn. Het biedt uitstekende mogelijkheden om iedereen kansen te geven om progressie te maken, zoals tijdens oefentoernooien waarin meestal ook alle spelers zich mogen bewijzen. Dat kan dan een positief verhaal worden, want je bent met de opleiding van ieder lid binnen je team bezig.”

Laat ons dan eindigen met een aantal positieve zaken

“Natuurlijk is niet alles negatief. Het pikt wel dat we in het paasweekend geen finale van de jeugdbeker konden spelen, na een foutloos parcours zonder setverlies! Er zal wel een jaar achterstand zijn voor een aantal jonge spelertjes, maar ik geloof stellig dat diegenen die écht graag volleyballen wel zullen terugkeren. De talenten en de gemotiveerde jeugd komen er ongetwijfeld wel. We zijn nog steeds een “vijfsterrenclub”. De jeugd tot 12 jaar kan en mag verder trainen. Er verschijnen op onze Facebookpagina filmpjes met schitterende “challenges”. Die worden intensief gepost en toegepast.

Ook de knappe voorbeelden van Volley Vlaanderen, met Kristof De Loose en zijn Volley@Home worden gretig bekeken en ingeoefend. Er is echt wat veerkracht en creativiteit bij onze trainers en trainsters. We moeten ons optrekken aan die fijne initiatieven. We hopen snel op beterschap, op een goed werkend vaccin en op een normaal leven. En dan alles opnieuw opstarten in die wondermooie, nieuwe sporthal. We kijken er naar uit!”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Volley Kruikenburg Ternat