Volleymama Nancy Serrien: “Waardering krijgen, is het voornaamste”

“Week van de officials”. Honderden mensen in het Vlaamse land komen ervoor in aanmerking om een schouderklopje te krijgen voor hun meestal vrijwillige en onbezoldigde bijdrage in alle sporten en specifiek voor ons: in het volley.

Het is dan ook elk jaar zoeken naar een representatieve figuur om in de bloemetjes te zetten en zonder veel discussie kwam de naam van Nancy Serrien te voorschijn, die al ongeveer een kwarteeuw alle soorten klusjes opknapt. Eerst bij Antwerpen en de laatste jaren bij Hellvoc Hemiksem. We kregen een fiere krullenbol op onze praatstoel. “Ik was inderdaad vele jaren het manusje van alles,” geeft Nancy toe.

Maar hoe en wanneer is het allemaal begonnen, Nancy?

Nancy Serrien: “Ik ben niet zo goed in het onthouden van data, maar ik weet dat het begon in de Hobokense Sportschuur in de tijd dat Antwerpen er in de hoogste afdeling speelde en Zoltan Magyar de spelverdeler was. Eerst was ik er supporter, maar op vraag van toenmalig bestuurslid Monique Brys deed ik samen met haar het scorebord en mettertijd werd ik ook zaalverantwoordelijke. Mijn twee kinderen waren intussen beginnen volleyen bij Antwerpen. Toen Koen Embrechts er kine werd, vroeg hij mij of ik niet een beetje kon helpen om in te staan voor de verzorging van de spelers, drinkbusjes vullen, truitjes mooi opgevouwen klaar leggen in de kleedkamer nadat ik ze dikwijls ook nog zelf gewassen en gestreken had. Ze noemden mij dan ook de volleymama van de ploeg.”

En de laatste jaren kwam je bij Hellvoc terecht?

“Tja, de ondergang van Antwerpen is een gesloten boek voor mij. Het is natuurlijk jammer op de manier waarop alles gebeurde. Maar als het ene deurtje dicht gaat, opent een ander deurtje zich. Terwijl mijn zoon bij Mortsel belandde, ging mijn dochter spelen bij Hellvoc. En daar ontmoette ik opnieuw Alain Dardenne, een man waar ik altijd veel respect voor had. Toen hij me vroeg om bij Hellvoc te komen helpen, heb ik daar vrij snel mee ingestemd. Ook nu weer doe ik het verzorgende werk voor de spelers en op verplaatsing ben ik tweede markeerder. Bij de thuismatchen neemt iemand anders die taken waar.”

De job van markeerder is de laatste jaren wel fel gewijzigd…

“Zeker. Dankzij Volleyspike is alles nu veel gemakkelijker geworden. Een stukje vooruitgang dat haar intrede deed in het volley.”

Wat vond je leuk aan jouw taak in zo’n ploeg?

“Ik vulde er heel veel vrije tijd mee en ik leerde heel veel mensen kennen. Maar het voornaamste was toch wel dat ik veel waardering kreeg voor hetgeen ik deed. Via de sociale media ben ik nog in contact met heel wat ex-spelers, volg ik ook van nabij de prestaties van ex-Antwerpenaar Tom van Walle en zijn maatje Dries Koekelkoren in het beachvolley en ben ik ook supporter van de Red Dragons.”

Wat waren de topmomenten uit bijna 25 jaar volleyleven?

“Het hoogtepunt was voor mij ongetwijfeld de bekerzege van Antwerpen in de Lotto Arena. Dat werd één groot feest. En wat ik ook geweldig apprecieerde, was het feit dat mijn inzet beloond werd. Daarvoor ben ik Sam Cornelis ontzettend dankbaar, want hij vergat me niet als we met de ploeg naar Italië trokken, naar Lissabon in Portugal, naar Oostenrijk, naar Duitsland, naar Polen, naar Kroatië, naar Saloniki en de memorabele, avontuurlijke tocht naar het Griekse eilandje Syros.”

Zijn er nog mensen waar je goede herinneringen aan hebt?

“Naast de spelers, heb ik ook steeds gewerkt met mensen die ikzelf waardeerde. Ik probeerde natuurlijk zelf alles zo goed mogelijk te regelen, de zaal in orde te hebben, zorgen dat de scheidsrechters in goede omstandigheden konden werken en dat er in de ploeg geen stress aanwezig was omwille van externe elementen. Dat werd naar waarde geschat door coaches zoals Kris Tanghe en Alain Dardenne. Met hen werkte ik graag samen en ik voelde me bij hen ook steeds betrokken bij het ploeggebeuren.”

Af en toe gebeurden er allicht wel eens voorvallen, waar je moest bij ingrijpen?

“In de Sportschuur viel op een keer het licht uit tijdens een match. Hier en daar liet het scorebord het wel eens afweten. Dan is het kwestie om zo snel mogelijk in contact te komen met de zaalwachter of de verantwoordelijken van de installatie.”

Hoe lang blijf je dit nog verder doen?

“Met mijn werk op Atlas Copco heb ik het steeds perfect kunnen combineren. Geen probleem. Zolang ik het zelf plezierig vind en anderen vinden dat ik mijn job goed doe, wil ik dat blijven doen. Bij Hellvoc zit er een uitstekende sfeer in de ploeg, iedereen kent mekaar al sinds lang, het is daar een aangename groep, die me wel bevalt. Ik zeg altijd: “Ik heb twee kinderen thuis en twaalf in het volley.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Nancy Serrien