Bondscoach Munoz: “Genieten van het leven en goud met de Red Dragons”

Sinds begin deze week is Fernando Munoz Benitez eindelijk in het land om in de gloednieuwe Topsporthal in Leuven als Belgisch bondscoach kennis te maken met een aantal kandidaat-spelers van de Red Dragons. Wegens de Corona-crisis heeft hij een aantal turbulente weken achter de rug. In Griekenland werd de competitie wel hervat met een Final Four, maar met onthoofde ploegen omdat b.v. het PAOK Saloniki van Van den Dries speelde zonder buitenlanders. Met alleen Eemi Tervaportti (ex-Roeselare) als topper aanwezig in zijn ploeg Olympiakos, moest Munoz toezien hoe de titel naar stadsrivaal Panathinaikos ging.

Maar ook op persoonlijk vlak sloeg Corona hard toe. Omdat de grenzen met Turkije gesloten waren, zag hij zijn Turkse vrouw en zijn tweeling van 5 jaar gedurende vier maanden niet. Of zij de komende dagen naar België komen, stond ook nog niet vast. Zelfs al viert de bondscoach maandag 27 juli zijn vijftigste verjaardag.

“Hoewel in mijn contract staat, dat ik naast bondscoach zijn in België ook nog een functie mag hebben bij een clubteam, ga ik dat in het komende seizoen niet doen. Ik vind dat we door de Corona-crisis al vier maanden verloren hebben. Ik wil dan ook het komende seizoen het contact behouden met de spelers en met het team. Dat zal niet altijd mogelijk zijn, omdat een aantal spelers actief zijn in Polen, Rusland, Frankrijk, Griekenland, Italië… Ik ben altijd contact blijven houden met Dominique Baeyens, die het beloftenproject begeleidt en die ik al meer dan twintig jaar ken, sinds Roeselare in de Europese bekers tegen Almeria uitkwam. Ik ben immers best ambitieus om in 2021 iets te bereiken met deze ploeg.”

Waarom eigenlijk de overstap van de Spaanse naar de Belgische ploeg?

“Ik heb 25 jaar gewerkt voor de Spaanse federatie en de laatste negen jaar was ik bondscoach van de nationale mannenploeg. Tijd voor mezelf en voor de Spaanse spelers om eens met iemand anders te werken. En als je naar een nationale ploeg uitkijkt, dan denk ik dat België één van de favoriete bestemmingen kan zijn voor een coach. Er is talent, de spelersgroep zit op een ideale leeftijd en er is de wil om ergens te geraken. Met zijn 32 jaar is Tuerlinckx de oudste speler van de groep, maar daarnaast heb je een ganse groep jongens die op jongere leeftijd al veel internationale ervaring heeft opgebouwd. En dan zijn er nog een aantal jongere talenten in aantocht. Mooi toch om met zulke groep te kunnen werken!”

Je hebt die groep deze week ‘live’ aan het werk gezien, maar je vroeg ook regelmatig beelden op van de trainingen onder leiding van Christophe Achten en Koen Aerts. Wat zijn jouw eerste bevindingen?

“Laat me eerst al stellen dat die groep nog niet compleet was, dat sommigen al bij hun clubteam aan het trainen waren en dat de meeste anderen na die lange onderbreking nog niet op hun beste conditie presteerden en dat we ons voorlopig ook – gezien de Corona-beperkingen – moesten beperken tot meestal individuele oefeningen en fitness. We hebben een voorlopige lijst van 38 spelers. De ouderen ken ik al wel redelijk van onze confrontaties tussen de Spaanse en Belgische ploegen, terwijl er zeker verschillende goede jongere talenten op komst zijn. Ik probeerde ze de laatste maanden in aparte fiches te catalogeren met beelden van de trainingen en ook naargelang hun functie in de ploeg. Volgende week trainen we nog een aantal keren en begin augustus zou ik toch graag nagenoeg de ganse groep samen willen hebben om met hen te praten over onze doelstellingen.”

Hoe wil je concreet gezien iedereen kunnen volgen?

“De details moeten we nog afspreken in functie van de kalender en eventuele Corona-ingrepen, maar het is minstens mijn bedoeling om zes tot acht dagen per maand te volgen wat er in België gebeurt. Ik wil zeker ook contact opnemen met de coaches, zodat we mekaar kunnen helpen in functie van onze doelstellingen. Misschien kunnen we ook wel de Belgen in het buitenland volgen als ze b.v. met hun team spelen tegen andere Red Dragons. En ik wil zeker ook nog wel eens gaan praten met internationals, die om verschillende redenen afhaakten zoals Simon Van de Voorde, Matthijs Verhanneman en nog enkele anderen. Ik wil niemand onder druk zetten, maar ik verkies wel spelers die er volledig willen voor gaan.”

Het ziet ernaar uit dat de zomer van 2021 wel eens heel druk kan worden op volleygebied. Je zegt dat techniek, fysiek en tactiek natuurlijk belangrijk zijn, maar dat een goede teamgeest creëren minstens zo belangrijk is. Wanneer wil je dat realiseren, want vanaf half augustus tot eind april zitten de spelers met clubverplichtingen?

“Begin 2021 zijn er nog nationale ploegen die zich moeten kwalificeren voor het EK. Misschien zit er in die periode wel een mogelijkheid in om als sparring-partner voor die teams te fungeren. Maar mocht België opnieuw kandidaat zijn om de organisatie van de Final Four voor de European Golden League op zich te nemen, dan hebben we een pak wedstrijden die we kunnen spelen alvorens aan de Final Four te beginnen, met als doelstelling een plaats in de Volleyball Nations League te verkrijgen, zodat we vanaf dan kunnen uitkomen tegen de beste ploegen van de wereld.”

Heb je nog andere doelstellingen met stip genoteerd?

“België moet sterk genoeg zijn om zich in september op het EK bij de beste acht landen van Europa te kwalificeren, zowel in 2021 als in 2023. Al is dit natuurlijk het continent met de sterkste bezetting aan topploegen, die allemaal van mekaar kunnen winnen. En dan is het nog afwachten wanneer het FIVB de WK-kwalificatiewedstrijden plant: in juli of in september.”

Je kent de kern van de Belgische ploeg al wel redelijk goed uit confrontaties van de voorbije jaren. Wat zijn de sterke en zwakkere punten?

“Heel moeilijk om te veralgemenen: soms merk je wel wat foutjes, maar de volgende dag spelen ze een haast perfecte wedstrijd. Met Spanje hebben we wel hier en daar kunnen scoren op tactisch en technisch gebied. Maar het hangt er dikwijls ook van af hoe de ‘attitude’ van de spelersgroep is tegenover bepaalde wedstrijden. Ik moet de spelers op dat gebied nog beter leren kennen: wat is hun cultuur, wat is de cultuur van de ploeg, de cultuur van het land? Algemeen gesteld vind ik dat ze met de mentaliteit op het terrein moeten stappen om elke wedstrijd te winnen.”

Wat ontbreekt er aan de Red Dragons om de Europese top te benaderen? In een vorig gesprek met Volleymagazine stelde je dat de ploeg op technisch en fysiek gebied nog kon verbeteren…

“Dat zijn vooral punten waarop we moeten focussen met de jongere spelers. Op tactisch gebied zijn er een aantal zaken gemakkelijker aan te leren, al komt daar ook een stuk ervaring bij te pas. Ik denk dat we stap voor stap moeten trachten te evolueren. Drie jaar geleden behoorde België bij de top-4 op het EK, toch de sterkste competitie in de wereld.”

Ga je iets wijzigen aan het systeem dat de Belgische ploeg hanteert?

“Stap voor stap dus. Ik denk dat elke coach wel een eigen systeem heeft en dat hij dat op de trainingen wil doordrukken. Hoe meer mogelijkheden je hebt om een goed team te vormen, hoe beter. Daarom is het ook belangrijk om iedereen individueel sterker te maken.”

Hoe hoog liggen jouw ambities met de Red Dragons?

“Ik ben gewoon trots om deze ploeg te mogen leiden. Ze bezit ook één van de meest belangrijke federaties in Europa. Spelers zijn zeer tevreden als ze over België spreken: correct, goede begeleiding, goede topploegen. Dat was iets wat Tervaportti (ex-Roeselare) me b.v. wist te melden. Ik heb dan ook veel ambitie om een aantal doelstellingen te bereiken met deze spelersgroep. We moeten er gewoon in geloven dat het mogelijk is. Met diverse clubteams in Turkije en Griekenland haalde ik wel een gouden medaille, maar met de Spaanse nationale ploeg lukte dat niet: 3-2 de finale verloren van de European Golden League tegen Slovakije, op de Middellandse Zeespelen gewonnen van Italië, dat soort dingen. Zilver en brons, maar nooit goud. Waarom zou ik niet voor de eerste keer goud kunnen halen met de Belgische ploeg?”

Maandag word je 50 jaar. Een dag om naar uit te kijken of juist niet?

“Misschien een moment om even stil te staan en te kijken naar hetgeen je in al die jaren reeds bereikt hebt. Maar anderzijds voel ik me nog altijd iemand die jong van hart is. Ik wil nog lang genieten van het leven, al wil ik tegelijkertijd nog keihard blijven werken om in het volley nog voor een aantal hoogtepunten te zorgen. Hopelijk met de Belgische ploeg.”

Tekst en foto’s: Marcel Coppens / Bart Vandenbroucke