Julien Van De Vyver bijzonder enthousiast over fusie As-Tongeren

Ongeveer een jaar geleden werden her en der de wenkbrauwen gefronst toen bekend geraakte dat twee vrouwenteams uit de Liga A met hun eerste team gingen fusioneren. As en Tongeren lagen immers zo’n 35 km van mekaar. Kon dat wel goed eindigen?

Maar zie: één jaar later blijkt As-Tongeren dé revelatie van de hoogste vrouwenreeks te zijn. Twee keer gewonnen van Asterix Avo Beveren, twee keer gewonnen van VDK Gent, één keer gewonnen van Hermes Rekkenshop Oostende. En hadden ze hun laatste competitiewedstrijd op Oudegem niet verloren, dan zouden ze wel kunnen uitgeroepen zijn tot landskampioen. Coach Julien Van De Vyver is dan ook een bijzonder enthousiast man. En om méér dan alleen de sportieve successen…

“Vorig jaar rond deze tijd hebben we een actieplan opgesteld en doelstellingen  voorop gezet op alle domeinen: zowel sportief als organisatorisch. En achteraf bekeken, hebben we nagenoeg alle punten kunnen afvinken. De resultaten droegen er natuurlijk toe bij en je zag de progressie bij de speelsters, maar ik ben er b.v. erg trots op dat we zowaar een supportersclub konden bijeen brengen. We zijn echt naar mekaar toegegroeid en het werd steeds beter naarmate het seizoen vorderde. Het afwisselend spelen in twee verschillende zalen is heel goed meegevallen. Als trainer heb ik zelden zo comfortabel kunnen werken.”

Kan je nog meer concrete voorbeelden geven van die mooie samenwerking?

Julien Van de Vyver: “Ik was verrast over de manier waarop de clubs dat opgenomen hadden. Ik hielp al wel een tijdje bij Tongeren en Pieter Walbers was al enkele jaren bezig met dat plan: eerst een beetje ‘flu’, dan iets concreter en op het einde heel concreet. De speelsters hebben dat ook schitterend opgenomen en zij hebben hun studie- en professioneel programma aangepast aan de trainingsuren. Bij sommigen was dat vrij gemakkelijk, maar anderen hebben daar behoorlijk moeite voor moeten doen. Elke dag trainen, was toch voor iedereen een grote stap. Sterker nog: zij stonden zo zeer achter dit programma, dat ze zelfs bereid zijn om dit systeem volgend seizoen nog uit te breiden en iedereen is zo enthousiast dat ze zelfs twee trainingen willen komen volgen op één dag.

Zij kregen ook een sterk fysiek programma mee. Maar we wilden dan ook testen of er veel progressie optrad of niet. Dankzij het volume aan trainingsuren en het inhoudelijke van ons programma was er een spectaculaire stijging van de fysieke kwaliteiten van onze speelsters. Toch kenden we relatief weinig blessures, wat erop wijst dat de verwerking van die fysieke arbeid best meeviel. Veel speelsters bleken er heel gedreven mee bezig, hoewel ze tegelijkertijd dikwijls nog wel wat studiepunten hadden ook. En het feit dat we met twee proftrainers werkten, is volgens mij vrij uniek in ons vrouwenvolley.”

Hoe zat dat dan precies met die trainingsuren?

“Op maandagochtend trainden we in Tongeren, waarna ze de rest van de maandag vrij hadden. Op dinsdag waren we in As, waar we erin slaagden om na de videobeelden met z’n allen samen iets te eten. Woensdag gewone training in As. Donderdag en vrijdag in Tongeren. Trainen op twee plaatsen maakte dat we niet dadelijk in een vaste routine terugvielen.

Ik vond het ook enorm wat de club allemaal aangeschaft heeft qua materiaal. Zo kregen we een ‘spelers-volg’-programma, waardoor we hun trainingen konden evalueren en videobeelden konden bekijken. Om de acht weken werden ze onderworpen aan een fysiek testsysteem. Ik had niet verwacht dat al die nieuwe zaken zo snel zouden aanslaan, ook al hadden we dat alles al vanaf mei 2019 voorbereid.”

Je kwam zelf ook terecht bij een gans nieuwe groep speelsters…

“Ik kende eerlijk gezegd alleen Lore Gillis en Sarah Cools, natuurlijk twee sterkhouders, maar al de anderen waren eigenlijk onbekenden voor mij. Maar ook op dat gebied viel alles schitterend mee. Ik zat met twee setters en twee libero’s, die nog nooit op dit niveau gespeeld hadden. Maar die zag je in de loop van het seizoen bijzonder goed evolueren. De twee spelverdeelsters maakten enorme fysieke vorderingen, zij zien steeds beter het spel, zij kunnen nog heel wat stappen zetten, maar ze spelen met een enorme passie en ambitie. Hetzelfde scenario bij de libero’s, bij wie b.v. Marie Lambrix nog maar zestien was toen het seizoen begon. Ook hier veel vooruitgang en naast een vaste waarde als Sofie Hawinkel zagen we de andere hoekspeelsters als Sofie Goossens, Schrijvers en Gilson veel matchen mee winnen.”

En wat was jouw inbreng als coach, Julien?

“Moeilijk om dat over mezelf te zeggen. Ik heb natuurlijk zelf de ideeën die ik uit Nederland meebracht gebruikt, aangevuld met hetgeen ikzelf leerde van andere coaches en besprak met onze T2, Eric Meijer. Ik had invloed op alle veranderingen die er gebeurden, ik stak er natuurlijk ook wel veel tijd en energie in. Het was de eerste keer dat ik zoveel impact had op de organisatie van een club. Daar kwam natuurlijk ook bij dat ik iedereen blijvend moest motiveren, maar daar hielpen de resultaten ons ook wel wat mee.”

Je stond de hele terugronde van de competitie aan de leiding en toch liet je op de slotdag nog de leiding (en wellicht de titel) ontglippen na een verliesmatch op Oudegem…

“Juist. Gewoon jammer dat het gebeurde. We waren er super dichtbij. Maar wie voor het seizoenbegin gezegd had dat we als eerste – of zelfs als tweede – zouden eindigen, die had ons voor gek verklaard. Had Hermes niet met haar tweede ploeg gespeeld in de match tegen Asterix, dan waren wij allicht als eerste geëindigd. Al moet ik er onmiddellijk aan toevoegen dat Oudegem een goede ploeg is, dat zij  het spel correct gespeeld heeft en dat er bij ons tijdens die laatste match toch wel een beetje druk op de speelsters lag om die eerste plaats te behouden. Logisch voor een jong team, bij wie een aantal speelsters nog nooit in zulke situatie gestaan hebben. Alleen mijn dochter Jutta was tevreden (lacht). Maar ja, die speelt dan ook bij Asterix.”

Wat heb je zelf geleerd uit dit fusieverhaal?

“Dat die fusie mee tot stand is gekomen omdat er twee nuchtere besturen achter stonden. Ik heb dan ook bijzonder veel respect voor de manier waarop beide managers – Jo Santermans en Pieter Walbers – de kar getrokken hebben en hoe ze het verwoord hebben naar de rest van hun clubs. Dat het zo’n succes werd, lag natuurlijk ook een beetje aan de resultaten. Zo kwam er opnieuw behoorlijk veel volk naar onze matchen kijken.”

Kunnen andere ploegen daar lessen uit trekken?

“Absoluut. Ik denk dat vele clubs beter kunnen denken aan samenwerking in plaats van met mekaar te concurreren. Zeker clubs die redelijk dicht bij mekaar zitten, werken dan versnipperd en eigenlijk heel de tijd half-half. Bij As-Tongeren doen we een voltijds programma met een niet zo exuberant budget. De speelsters willen er absoluut voor gaan en dus moet je ook maar zorgen dat er elke dag een trainer aanwezig is (lacht).”

Ik veronderstel dat jullie in het volgend seizoen op dezelfde weg verder gaan?

“Deze week werken we aan het team voor volgend seizoen via de gekende digitale systemen, want we mogen dus niet samen ‘live’ vergaderen. En dus proberen we elke dag constructief alles op mekaar af te stemmen. Dat is een beetje vroeger dan anders, maar misschien ook wel beter, want gewoonlijk is iedereen stik kapot na de play-offs, die er dus nu niet zijn. In de spelersgroep moeten we nog enkele wijzigingen doorvoeren, omdat o.a. Sarah Cools naar Antwerpen vertrekt en we dus een keuze moeten maken tussen enkele middenspeelsters.”

Die fusie tussen de eerste ploegen van As en Tongeren werd een succes, maar hoe zit dat met de verdere (jeugd)werking bij die twee clubs?

‘Goeie vraag. Beide ploegen hebben hun jeugdwerking verder gezet. Maar we gaan die samenwerking nog uitbreiden met ons tweede team: de ene ploeg speelt in divisie en de andere in provinciale. Zij gaan voortaan ook samenwerken. En verder beginnen we met een nieuwe volleyacademie, de LVA (Limburg Volley Academie). Alle jongeren – ook zij die niet aangesloten zijn bij As of Tongeren – uit de grote omgeving van Limburg kunnen er op maandagavond en woensdagmiddag terecht voor bijkomende trainingen. Zij mogen daarnaast natuurlijk blijven trainen bij hun eigen club. Maar door het feit dat er meer trainingsuren bijkomen voor de speelsters, hopen we daarmee ook het niveau van het volley in Limburg te verhogen.”

Hoe krijg je dit project ook financieel rond?

“Dat gebeurde volgens mij allemaal correct en ik denk dat iedereen steeds op tijd betaald werd. Dat komt door een reeks sponsors, maar zeker door de grote sponsors zoals Jaraco (As) en Konings (Datovoc). Maar ik herhaal: wij zijn niet eens een dure club.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke