De topsportschool in tijden van corona (2): “Spijt dat ik zo laat aan de topsportschool begonnen ben”

Sinds 13 maart is ook de topsportschool volleybal in Vilvoorde in lockdown. Coaches volgen de potentiële Yellow Tigers en Red Dragons op via de telefoon en de webcam. Volleybalchallenges, Netflix-documentaires en recepten voor smoothies vanuit huis, tuin en keuken. Aan creativiteit, enthousiasme en betrokkenheid geen gebrek. Vandaag: hoe onderhouden de leerlingen thuis hun fysiek?

Met Fons Vranken aan het roer van de fysieke begeleiding in Vilvoorde, pronkt de topsportschool met een wereldkampioen in zijn rangen. Hij is de vaste physical coach in de teams van Vital Heynen en kroonde zich in 2018 tot wereldkampioen met Polen. De afgelopen jaren pendelde Vranken tussen Limburg en de teams van Heynen: Duitsland, Polen en topteams als Friedrichshafen en Perugia. Maar sinds de zomer van 2018 is hij ook aan de slag in Vilvoorde: “Werken in de topsportschool is echt tof. Echt fijn om te zien hoe gemotiveerd de trainers zijn. Ik steek iets op van elk contact daar.” Sinds de coronacrisis volgt Fons, samen met de coaches, de leerlingen op vanop afstand.

“In de week van 9 maart sprak iedereen over de mogelijkheid van het sluiten van de scholen. De universiteiten gingen dicht, die waren eerst. Toen ik woensdag (11 maart) met Dominique Baeyens sprak in zijn kantoor, heb ik voorgesteld om fysieke programma’s voor thuis op te stellen.”

Het is altijd een zonderling zicht als de leerlingen niet in de rode Belgium-outfit in de topsportschool rondlopen. Net na de middag op vrijag 13 maart verzamelen alle leerlingen in de sporthal. Twee volle tribunes en even wordt er nog gediscussieerd over hoe ver de leerlingen uit elkaar moeten zitten. Directeur topsport Koen Hoeyberghs neemt het woord omdat Dominique Baeyens op doktersadvies thuis moet blijven. Enkele hoestbuien volstaan voor de dokter van de topsportschool om niet lichtzinnig om te springen met het besmettingsgevaar. Coaches geven de laatste richtlijnen over de opvolging via webcam. Daarna neemt physical coach Fons Vranken de vier verschillende groepen apart het fysieke programma voor de komende weken uit te leggen.

“Niet iedereen heeft thuis de mogelijkheid en het materiaal om een degelijk fysiek programma uit te voeren,” vertelt Fons Vranken. “We hebben voor elke leerling van de topsportschool in Vilvoorde drie ‘rekkers’ besteld en uitgedeeld: een miniband, een elastiek en een powerband. Dat was mijn invalshoek: hoe kunnen we met een goedkoop pakket veel meer doen thuis?”

Twee A4’tjes krijgen de leerlingen mee, de klassieke Fons-schema’s: een foto van de oefening met daarnaast een raster waarin de speler invult op welke dag hij/zij de oefening heeft uitgevoerd en met welk gewicht. Op elke A4 staat een programma dat ongeveer anderhalf uur duurt. De leerlingen moeten drie keer per week het ene schema (met een cardio-accent) uitvoeren, drie keer het andere.

“Bij de inhoud van het thuisprogramma heb ik niet geprobeerd het warm water opnieuw uit te vinden. Ik heb vooral gekeken naar welke oefeningen we al deden en die de leerlingen al kenden. Niet te veel nieuwe oefeningen, want daar is geen tijd voor om die uit te leggen. Ik vind het belangrijk dat de spelers alle spiergroepen activeren en dat de leerlingen hun volledig lichaam trainen. Alle basisbewegingen van het volleybal zitten in het programma. De frontbridge met zijwaartse verplaatsing is een oefening die elke groep al kent bijvoorbeeld. Met de rekkers kunnen we ook de meer weerstand geven, bijvoorbeeld bij een eenvoudige push-up of bij de push-up plus.”

Vranken heeft kilometers ervaring op zijn teller staan, maar ook deze situatie is nieuw voor hem. “Dit is geen normaal fysiek programma zoals in een tussenseizoen. Ik weet nog dat we die dertiende maart uitgelegd hebben dat de spelers die in de buurt van hun huis een fitness hadden, daar nog extra power konden doen. Maar de dag nadien konden we ook dat vergeten. Sibren, een van de oudste jongens, woont bij mij in de buurt en ik had met hem afgesproken dat hij extra power in mijn praktijk in Dilsen kon doen, maar ik heb die in het weekend moeten bellen om te zeggen dat ook wij zouden sluiten.”

“Dat is het grote verschil met een tussenseizoen. Daar ga je met de spelers naar de fitness om te poweren of kan je met hen in het zand trainen. Nu kan je je huis amper uit. Als je niets in huis hebt, kan je met ons eenvoudig pakket van drie rekkers en de juiste oefenschema’s al veel doen.”

Perugia traint nog wel in groepjes

Niet alleen voor de topsportschool maar ook voor de andere ploegen waar Vranken physical coach is, eindigt niet alleen het volleybalseizoen maar ook de fysiek bruusk. Düren weet al snel dat de competitie geannuleerd wordt en stopt volledig met trainen. De spelers van Haasrode Leuven staan op donderdagochtend 12 maart voor een gesloten deur aan de Sportoase.

“De spelers van Perugia werken nog in de powerzaal. Ze mogen met twee, maximaal drie, één uur per dag binnen in de fitness van de club om hun programma af te werken. Daarvoor hebben ze een document met officiële toestemming van de stad. Negen spelers onderhouden hun kracht zo. Vier spelers kiezen om van thuis uit te werken, want de club verplicht niemand. Onder hen: sterspeler Wilfredo Leon. Hij focust zich op core-oefeningen met eigen lichaamsgewicht.”

“De ontwikkeling van de speler staat centraal”

“Op de topsportschool is het makkelijker om progressie te maken met de spelers dan in een topclub. Waarom? Simpelweg omdat daar de ontwikkeling van de spelers centraal staat! Ik kijk na welke evolutie de leerlingen maken na drie maanden, na zes maanden, na een jaar. Heel anders dan bij een topclub. Daar zijn de planning en het ritme totaal anders. Sommige spelers komen vermoeid aan van de nationale ploeg terwijl andere een normale voorbereiding bij de club hebben. Hier in Vilvoorde kunnen we veel beter bouwen.

“Zo lang de meisjes zeggen dat ik een coole opa ben, is het goed. Als ze denken ‘den ouwe is daar’, dan is het tijd om te stoppen. “

Prikkelen en motiveren

“Na twee weken van fysieke thuisschema’s voor de leerlingen vernieuw ik de programma’s. Probleem is dat we geen zicht hebben op wanneer we opnieuw in de power kunnen,” zucht Fons. “Tot dan moeten we om de twee, drie weken nieuwe schema’s aanbieden om hen zowel fysiek als mentaal te prikkelen. Al die challenges die je op het internet ziet, zijn goed, maar wij als topsportschool moeten er voor zorgen dat we een goede structuur aanbieden. Al die extra’s zoals die challenges, dat is luxe.”

Physical coaching van thuis uit is niet evident, zeker niet om 50 spelers op te volgen. “Met Kris Eyckmans heb ik nu de afspraak dat elke dag een andere speler van de Liga B-jongens zijn fysiek programma filmt en dat naar mij doorstuurt. Dan geef ik die speler ’s avonds via mail feedback over de uitvoering. Michiel moet bijvoorbeeld zijn bekken meer horizontaal houden bij zijn front bridge, heb ik net gezien.”

“Een aantal van mijn karaktereigenschappen past goed bij de werking van de topsportschool. Een groep motiveren bijvoorbeeld, door hen te wijzen op hun progressie in plaats van hen op hun fouten te wijzen. De jeugd gemotiveerd houden, dat is mijn drijfveer. Als we op het zand van de beachterreinen in Vilvoorde trainen, dan verwerk ik het fysieke werk in spelletjes. Werkt altijd. In zaal heb ik de laatste maanden een cardioprikkel geïntroduceerd. De spelers gooien eerst een medicinebal acht keer zijwaarts tegen een muur en leggen daarna een parcours af door een speedladder. Snel voetenwerk, een combinatie van snelheid en coördinatie. Dat doen ze acht keer op rij. Kris nam hun tijd op maar gaf die niet door. Daarna hebben we hen gerangschikt op snelheid. Acht van de twaalf wilden onmiddellijk opnieuw door de ladder rennen om hun tijd en ranking te verbeteren. Kijk, dat vind ik een goede prikkel.”

“Ook ik word beter in de topsportschool”

“Spijtig dat ik zo laat in de topsportschool ben gekomen, maar ik woon te ver weg van het epicentrum van het volleybal. Misschien omdat ik de stempel van Maaseik niet afgeschud krijg. Had Vital me in 2016 niet meegenomen naar de Red Dragons, was ik waarschijnlijk nooit in contact gekomen met de federatie. Pas nadat Koen Hoeyberghs en Dominque Baeyens mij aan het werk gezien hebben bij de nationale ploeg, is de deur open gegaan. Maar ik kon niet onmiddellijk aan de slag, want met Vital ben ik eerst naar Duitsland en later mee naar Polen gegaan.

“Werken in de topsportschool is echt tof. Ik vind het fijn om te zien hoe gemotiveerd de trainers zijn. Ook ik word beter door daar te werken. Zo leer ik beter luisteren naar wat de staf zegt. Ik steek iets op van elk contact daar.”

“Ons fysiek programma in de topsportschool zit nu al best oké, maar als ik carte blanche zou krijgen? Nu doen we soms één uur fysiek per dag en soms anderhalf uur. Elke dag anderhalf uur fysiek zou toch beter zijn. En lenigheid, meer lenigheid! Dat zou nog vanzelfsprekender moeten zijn. Ook in hun rigied dagschema zou ik meer ‘roulement’ steken. Laat de trainers af en toe doordraaien zodat ze een andere groep hebben. Steek wat verrassingselementen in hun programma. Ook wil ik in de zomermaanden meer in het zand werken. Zo makkelijk om daar cardiovasculair te trainen en het zand beperkt de impact op de gewrichten.”

“Ik ben echt aangenaam verrast door de werking van de topsportschool en door de trainers. Op zich loopt alles goed nu. En wat mij betreft? Zo lang ik gezond ben en de drive heb, doe ik verder. Anders gezegd: zo lang de meisjes zeggen dat ik een coole opa ben, is het goed. Als ze denken ‘den ouwe is daar’, dan is het tijd om te stoppen.”

Strava en aerobics

Naast de fysieke programma’s en de begeleiding van Fons Vranken is er ruimte genoeg voor initiatieven van de coaches. Robin De Bont, coach van de divisiemeisjes, heeft een groep aangemaakt op strava, dat is een social app die via gps loop- of fietstrajecten registreert. “De inspiratie heb ik bij Anderlecht gehaald die zo de loopprogramma’s van hun spelers volgen. Een dag op twee hebben de speelsters een kort loopprogramma in hun schema staan en zo kunnen zij elkaar kudos geven, dat zijn de ‘likes’ van strava. Iedereen ziet van elkaar wanneer, waar en hoe snel ze lopen. Dat geeft mij ook een kans om te corrigeren. Een meisje heeft een keer tien kilometer gelopen en dat is echt niet de bedoeling.”

Ook Fien Callens vindt een ideale mix tussen fysiek en creativiteit. “De oudste meisjes hebben deze week een aerobics-oefening moeten bedenken. Zo proberen Frauke (co-trainer van Liga B) en ik het speelse te combineren aan het wetenschappelijke. Zo hebben we in groepssessies ook de werking van ons immuunsysteem in deze coronatijden besproken. Zware, langdurige belastingen zijn niet goed voor het immuunsysteem nu, dus daarom leek het verzinnen van een eigen aerobics-dansje ons een perfect alternatief.”

Hieronder vindt u enkele voorbeelden van de meisjes. Als u de muziek niet hoort, dat is normaal. Van youtube mag er nu eenmaal geen muziek met copyright op de video’s staan. Met muziek zijn de filmpjes nog beter…

Tekst: Kris Eyckmans
Foto’s en video’s: topsportschool en Bart Vandenbroucke