West-Vlaanderen: via beachvolley stagnering ledenaantal tegen gaan

In de meeste reeksen van de Vlaamse regio’s beginnen dit weekeinde de competities in de lagere reeksen. Tijd vond de redactie van Volleymagazine om eens ons oor te luisteren te leggen bij de verschillende Vlaamse provincies. De verantwoordelijken in de diverse comités vroegen we wat voor hen de voornaamste doelstellingen waren voor het komende seizoen en waar zij in het komende seizoen 2019-20 extra aandacht aan wilden schenken. We kwamen tot een aantal merkwaardige en uiteenlopende verklaringen. Vandaag is het de beurt aan

WEST-VLAANDEREN

dHet klinkt wat eigenaardig, een voorzitter van een provincie die bij de vooruitblik op het komende zaalseizoen begint over beachvolleybal. Maar als je de motivatie van Johan Van Riet hoort, klinkt het nog zo gek niet.

“Wij hebben in onze provinciale competitie in West-Vlaanderen veel meer meisjes en vrouwen ten opzichte van andere provincies”, merkt Van Riet op. “En aan de andere kant minder jongens. Maar wij krijgen de jongste tijd veel concurrentie van andere sporten. Vroeger was volleybal dé meisjessport bij uitstek. Nu zie je dat meer en meer meisjes beginnen te voetballen of aan wielrennen gaan doen. Zelfs in het veldrijden groeit het aantal meisjes. En zij krijgen dan ook nog ruime media-aandacht. Het succes van de Red Panthers en de Belgian Cats zorgen ook voor meer leden bij het hockey en het basketbal. Terwijl wij stagneren op ongeveer hetzelfde ledenaantal of zelfs achteruit gaan.”
“De clubs kunnen moeilijk groter worden, nu wij de jaren van de fusies achter de rug hebben. Zij hebben niet genoeg accommodatie om extra uren te trainen omdat zij de sporthal moeten delen met andere sporten. Gemeenten gaan meestal geen bijkomende sporthal bouwen voor het volleybal, als die dan overdag leeg staat. De aanleg van bijvoorbeeld een tweetal beachvolleybalterreinen is een minder grote investering.”
“Ik zie het als een win-winsituatie als onze clubs ook beachvolleybal aanbieden. Ik verwijs hierbij graag naar de huidige groei van de tennisclubs omdat zij ook padel aanbieden. Voor beachvolley heb je maar twee spelertjes nodig. En er hoeven geen spelertjes op de bank te zitten. Je kan jouw leden dan ook heel het jaar door hun sport laten beoefenen. Wereldwijd is het beachvolley ook zeer sterk gegroeid de jongste jaren. Wij denken ook aan het organiseren van een soort interclub beachvolley.”

Een tweede grote uitdaging die Johan Van Riet ziet naast het tegengaan van het stagneren van het ledenaantal, is de problematiek van de vrijwilligers die afhaken.
“Wij merken dat als de oudere generatie vrijwilligers binnen de clubbesturen stopt, er weinig opvolging is. Voor de ouders is het vaak geen probleem om af en toe eens in te springen of mee te helpen bij activiteiten. Maar in het bestuur komen, ligt meestal moeilijker. Het gratis verhaal kent nog weinig succes. Ik vraag mij dan ook af of de overheid niet eens zou moeten nadenken over een onkostenvergoeding voor bestuursleden. Het is er ook niet gemakkelijker op geworden tegenover vroeger. Qua organisatie, administratie, boekhouding, enz. wordt er meer gevraagd dan vroeger.”

Wat het specifieke aan Volley West-Vlaanderen betreft, wijst Van Riet onder meer op het groot succes van de jaarlijkse Vriendjesdag, waarvoor men de medewerking krijgt van de regionale televisiezender WTV/Focus, en een goed draaiende commissie Promotie en Media. Hij benadrukt ook dat hij het zeer belangrijk vindt om regelmatig zijn oor te luisteren te leggen bij de clubs. Zijn bestuur probeert dit te doen tijdens bepaalde organisaties.
“Zo nodigen wij bij de kampioenenviering van de seniores per club een viertal mensen uit voor een hapje en een drankje. Dat is een goed moment om een losse babbel te hebben met de clubs. Bij de jeugd houden wij de huldiging na de wedstrijden om de titel van algemeen kampioen. Het is leuk dat dan de spelertjes zelf gehuldigd worden met een medaille en een diploma.”
“Op ons paradepaardje, de beker van West-Vlaanderen, hebben wij vorig seizoen voor het eerst naast de voorzitter en secretaris van alle clubs ook de burgemeester en schepen van sport uitgenodigd voor een korte receptie.”
“De belangstelling voor de beker blijft zowel bij de jeugd als de seniores nog groeien. Wij houden de halve finales voor de U11 tot de seniores op een vaste dag op neutraal terrein en dat is een voltreffer. Er zijn over de hele dag tussen de duizend en duizend vijfhonderd toeschouwers. De finale wordt toegewezen met aanbesteding. De jongste twee jaren was dat piekfijn georganiseerd door De Haan, met veel randanimatie. Die halve finales en finales zijn steeds een uitstekende promotie voor het volleybal.”

Wat de hervorming van de reeksen betreft, staan ze in West-Vlaanderen er wel positief tegenover.
“Het geeft een betere duidelijkheid rond de namen van de reeksen”, aldus Van Riet. “Dat de ploegen die uit eerste provinciale stijgen in de eerste promo terecht komen, maar in de provincie blijven, zal wel raar overkomen. Maar dat geldt dan maar voor een jaar; daarna zal men dat gewoon zijn.”

Tekst: Philippe Cryns