Dominique Baeyens als ‘personal driver’ van de nationale ploegen

D

Koen Hoeyberghs, directeur van de topsportafdeling in Vilvoorde, heeft een tijdje geleden Dominique Baeyens aangesteld als ‘program driver’ van de nationale ploegen. Voor een computer bestaat deze term reeds. Voor de volleybalwereld was dit een nieuw begrip. Tijdens deze Europese kampioenschappen wilden we eens weten hoe deze taak geëvolueerd is voor de ex-trainer van de Red Dragons.

“Het is een totaal nieuw gegeven”, start Dominique Baeyens zijn uitgebreide uiteenzetting. “Het gaat eigenlijk allemaal over het thema: ‘de coach coacht de coach’. Ik werd gebombardeerd tot ‘prestatiedirecteur’. In het begin was het even zoeken. Brecht Van Kerckhove en Kris Eyckmans hebben vanzelfsprekend hun eigen visie. Ik heb daarin een ondersteunende rol. Adviseur is eigenlijk niet het juiste woord voor deze taakomschrijving. Ik moest een andere band opbouwen met de trainers van de nationale selectie. Er mocht geen argwaan ontstaan over de samenwerking. Ook voor de spelers was het bij de aanvang aftasten. Tachtig procent van deze groep heeft nog met mij als trainer gewerkt. Voor iedereen was het allemaal nieuw. In het begin bleef ik bewust ‘low profile’, op een duidelijke afstand. Ik wou niet overkomen als de waakhond van de federatie. Eigenlijk vinden we pas de laatste drie, vier weken onze weg.”

Dominique Baeyens heeft na de Golden European League een lang gesprek gehad met Brecht Van Kerckhove over zijn functie en over de samenwerking. De periode met de jonge groep was toen net achter de rug en er kwam een tweede periode aan met de huidige selectie. De duidelijkheid in de laatste rechte lijn van de voorbereiding op dit EK was belangrijk.

“Ik wou nog steeds op de achtergrond blijven”, vervolgt Dominique Baeyens. “Anders vragen de spelers zich af: wie is de baas? Uiteraard heb ik ook een eigen mening. Het was noodzakelijk om dit in het juiste kader te plaatsen. Ook met Koen Hoeyberghs heb ik gepraat. Daarna heb ik pas besloten dat ik verder zou gaan met het tweede deel van de voorbereiding op deze Europese kampioenschappen. In het bedrijfsleven komt het thema: ‘de coach coacht de coach’ steeds vaker aan bod. Daar is het ook niet zo eenvoudig. Qua persoonlijkheid verschillen Brecht Van Kerckhove en ik totaal. Daarom is deze functie voor mij echt verrijkend. Maar het is echter moeilijker dan je denkt.”

Het ritme van Dominique Baeyens werd flink in de hoogte gejaagd. “Ik ben ook directeur van de topsportschool”, somt de Brabander op. “In de voorbereidingsperiode van de nationale ploeg reed ik elke dag naar Leuven, want er werd daar getraind. Maar dan kwam in het begin van september de start van het nieuwe schooljaar met de topsportschool er nog bij. Elke week hebben we een stafvergadering. Dat was echt hectisch. Nu is het even rustiger. Veel observeren, vooral met spelers praten, wanneer er daartoe behoefte is. Altijd via Brecht en steeds met een ‘feedback’ gesprek achteraf. Ik ben geen selectietrainer, dat is gemakkelijker voor de communicatie met de spelers. Op die momenten kan ik ook terugvallen op mijn ervaring. De passie kan ik niet wegsteken, die blijft in mijn DNA zitten. Op de duur ben je ook een deel van het ganse team. Ook al blijf je op de achtergrond, je leeft wel mee met die mannen. Ik wil geen stress meer door het volleybal, maar voor de belangrijke match tegen Duitsland kriebelde het toch weer behoorlijk. Het is wel fijn dat dit EK heel positief verloopt.”

Er werd aanvankelijk door een deel van de buitenwereld gedacht dat – indien de resultaten niet aan de verwachtingen voldeden – Dominique Baeyens wel eens opnieuw de headcoach van de Red Dragons zou kunnen worden. “Ik heb naar trainers en spelers vanaf de eerste minuut erg duidelijk gesteld dat hierover geen sprake was”, reageert Dominique Baeyens kordaat. “Ik ben bewust gestopt. Ik wil niet meer die spanning die je als coach telkens ervaart. Je zal me ook niet op wedstrijden in de EuroMillions League zien. Ik wil mij niet meer profileren en ik ben totaal niet meer op zoek naar een nieuwe job. Ik overweeg zelfs om binnen één jaar met de topsportschool te stoppen. Ik heb aan iedereen een duidelijk standpunt bekend gemaakt. Het komt nooit meer ter sprake dat ik de taak van bondscoach opnieuw zou overpakken. Mijn reactie is bij de federatie nu reeds gekend, wanneer men die vraag zou stellen. Het antwoord is neen. Dit is een mooie, verrijkende ervaring geweest. Uit al die zaken heb ik geleerd en dat maakt deze nieuwe taak zo interessant.”


Er was toch even het afhaken van Matthijs Verhanneman in de voorbereiding op dit EK. “Matthijs heeft zelf de knoop doorgehakt”, verduidelijkt Dominique Baeyens. “De beslissing was gevallen. Ik heb dan ook niemand willen overtuigen om op dit besluit terug te komen. Iedereen heeft heel professioneel op deze situatie gereageerd. Ook Hendrik Tuerlinckx of Stijn D’Hulst die het dichtst bij Matthijs stonden. Dit is een volwassen groep. Het is volgens mij nooit goed om op emotionele basis beslissingen te nemen. Maar ook Matthijs Verhanneman heeft daarna positief gereageerd. Hij was trouwens aanwezig op de avond van de ex-internationals. Dat zijn hele knappe signalen. Ook de transfer van Sam Deroo naar Dynamo Moskou – die in volle EK-drukte werd gerealiseerd – is weinig ter sprake gekomen. Sam kan dit heel goed plaatsen. Op geen enkel moment heeft dat invloed gehad op de prestaties van hem of van het team. Ook al was het een heftige carrièreswitch. De ploeg uit Polen zal ‘not amused’ geweest zijn, als onze kapitein hen op de hoogte moest brengen. Zij waren immers een hele belangrijke speler kwijt. De voorbereiding op de achtste finales tegen Oekraïne is nooit verstoord. We gaan er tegenaan.”

Dominique Baeyens is met zijn dubbele taak vanzelfsprekend bezig met de nieuwste ontwikkelingen in het volleybal. ‘Belgium’ doet het uitstekend, maar toch worden onze nationale selecties geconfronteerd met één bepaald thema. “Het gebrek aan gestalte”, gromt Dominique Baeyens. “De echte atletische types vinden we niet in ons land. Alle toppers – kijk naar Servië, Polen, Italië, Rusland, noem maar op – hebben grote, sterke volleyballers die nog in coördinatie en explosiviteit uitblinken. Kijk naar onze resultaten bij de jeugd. Onlangs haalden we nog zilver met erg handige en technisch begaafde spelers. Dan concurreren we met de toplanden zoals Italië en Rusland. Binnen een paar jaar moeten we met deze groep afhaken. Op termijn weegt het surplus aan lengte door. Door die extra centimeters worden ze beter dan onze spelers en speelsters. Het is een groot probleem in België. Blijkbaar komen lange mannen niet in beeld. We zijn op de topsportschool volop bezig om te onderzoeken hoe we jonge volleyballers naar onze opleiding kunnen halen. Vorig jaar haalden we brons. Fantastisch, maar dan bekijk je onze selectie tegenover de andere landen. Onze jongens leken op die prille leeftijd jonge knapen tegenover volwassen venten. En dan halen we brons, hé. Af en toe hebben we zo één jonge beloftevolle kerel, zoals Lou Kindt. Maar dat zijn er geen zes, zoals dat bij de andere teams het geval is. Daarom zijn deze campagnes – zoals nu tijdens dit EK – en organisaties  de jeugd heel belangrijk. Servië bijvoorbeeld heeft misschien wel minder inwoners dan België. Zij hebben wel die fysieke atleten, wij niet en daar moeten we echt iets aan doen.”

Dominique Baeyens – nu helemaal op dreef – steekt een waarschuwende vinger in de lucht wanneer het over de fysieke paraatheid van onze jeugd gaat. “Het is dramatisch hoe het met de jeugd achteruit gaat”, waarschuwt Dominique Baeyens. “Het gebrek aan beweging wordt in de volgende tien jaar cash betaald. Ook in de topsport. Onlangs zag ik een selectie (van een ander land weliswaar) die even moesten wachten op vervoer. Iedereen, zonder uitzondering, zat op de smartphone te tokkelen in een ongezonde, voorovergebogen houding. De gewone, vanzelfsprekende fysieke basismotoriek gaat er zienderogen op achteruit. Het is een drama, wat de fysieke achteruitgang betreft. Eén uur per dag lichamelijke opvoeding zou al kunnen helpen. Maar het is onvoldoende. Er moet dringend iets gebeuren, want op termijn krijgt ook de topsport klappen.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Bart Vandenbroucke