Oost-Vlaamse beachclubs kijken uit naar Knokke

De Oost-Vlaamse beachvolleybalclubs Kinébeach – vooral bij de mannen – en Sinibeach – eerder bij de vrouwen – kijken met spanning en een ruime dosis verwachtingen uit naar het finaletoernooi van het BK komend weekend in Knokke. Algemeen horen wij in de provincie dat een betere samenwerking – op alle niveaus – het beachvolleybal nog een stap vooruit zou kunnen helpen. Zeker omdat het niet eenvoudig is om de nodige vrijwilligers te vinden om alles in goede banen te leiden.

Kinébeach

Met het duo Tim Degruyter en Gilles Vandecaveye heeft Kinébeach ongetwijfeld één van de revelaties van het huidige Belgische beachseizoen in de rangen. Zij wonnen de toernooien van Hechtel/Eksel en Gent en eindigden tweede in Ieper en Leuven. Ook het “gastkoppel” Bob Douwen en Joppe Paulides deed het meer dan behoorlijk met winst in Sint-Niklaas, een tweede plaats in Hechtel/Eksel en een derde stek in Ieper. Beiden wonen niet direct in de buurt van Destelbergen, maar vonden in de tuin van de familie Van Avermaet een trainingslocatie halfweg tussen hun beider woonplaats. In Hechtel/Eksel bezette Kinébeach zelfs de eerste drie plaatsen, want Jo Coenen en Thibault Vermeeren behaalden daar brons.

“Wij maken inderdaad een uitstekend seizoen mee”, zegt Toon Van Avermaet, als kiné ook verbonden aan zaalclub Caruur Gent. “Onze ambitie vooraf was om af en toe een podiumplaats te halen. Dat doel is meer dan bereikt. Onze verwachtingen zijn dus zeker ingelost. In zoverre zelfs dat wij nu hopen op twee podiumplaatsen op het finaletoernooi in Knokke. Als de blessuurtjes van vorig weekeinde tenminste tot het verleden behoren.”
“Ik weet dat een sterk seizoen geen garantie biedt op succes in Knokke. Veel ploegen focussen naar Knokke toe. Aan zee heeft het weer vaak een meer bepalende invloed. Vandaar dat trainer Tom Roose deze week een paar trainingen aan de kust zal inlassen om te wennen aan de specifieke omstandigheden van meer wind bijvoorbeeld. Maar ik heb wel de indruk dat binnen de ranking de verhoudingen juist zitten. Ik verwacht niet erg veel verrassingen.”

“Heel leuk is ook dat Degruyter/Vandecaveye rechtstreeks geplaatst zijn voor het één ster-tornooi van de World Tour dat van 15 tot 18 augustus eveneens in Knokke wordt georganiseerd. Dat wordt een plezante en interessante ervaring, waarvan zij moeten genieten. Ook Bob Douwen zal er deelnemen, maar met Yannick Pirali als partner, omdat Paulides als Nederlander niet in een Belgisch team mag spelen.”

“Bij de vrouwen hebben wij met Sarah Van Cleemput en Liesje Poot slechts één team, dat minder ambitie heeft dan onze mannen.”

Kinébeach biedt ook heel wat trainingen aan voor jeugdspelers en -speelsters.
“Het gaat om een zestiental jongens, die in zaal aangesloten zijn bij Caruur Gent, en een twaalftal meisjes, die bij VDK Gent aangesloten zijn. Voornamelijk Rutwin Willems neemt de trainingen op zich. Daar was een grote opkomst voor en er werd ook aan veel provinciale toernooien deelgenomen. De nationale toernooien bleken moeilijk te combineren met vakanties.”

“Daarnaast zijn er nog een paar recreatieve ploegen die op maandag- en vrijdagavond of zondagmorgen de vrije uren invullen. In totaal zijn er dus toch een zestigtal mensen die van onze accommodatie gebruik maakt. De vraag overtreft het aanbod, ook omdat men weet dat onze terreinen piekfijn onderhouden worden. Soms moeten wij senioresteams die bij ons willen aansluiten weigeren, omdat wij nu eenmaal beperkt zijn qua ruimte met twee terreinen.”

Bij dat laatste speelt volgens Van Avermaet ook een rol dat het organisatorisch haalbaar moet blijven met het beperkt aantal “bestuursleden” dat Kinébeach telt.
“Dit seizoen was er al een stuk steun van Caruur Gent. Maar ik zou onze werking toekomstgericht nog meer willen linken aan de Gentse club, zowel voor de jeugd als voor de volwassenen. Wij runnen Kinébeach met vier mensen, met name mijn echtgenote Leen Dhoore, Chantal Van Laeken, Henk Silversmet en ikzelf. Ik heb twee kiné-praktijken en werk als kiné ook voor Caruur. Mijn vrouw zit ook in het bestuur van Caruur als “community manager”, wat betekent dat zij zich vooral met de “business club” bezig houdt. Bij Kinébeach komt het allemaal van ons privé. Op die manier stopt het nooit. Daarom dat steun zeer welkom zou zijn. Wij gaan er ook vanuit dat als je de jeugdspelers hebt, je ook de ouders hebt en daardoor zouden wij dan verder kunnen bouwen.”

Moet er ook niet meer samenwerking komen tussen de verschillende beachvolleybalclubs of moeten bepaalde zaken niet meer gestroomlijnd worden?

“Wij hadden tot nu toe inderdaad weinig contact met andere beachclubs. Iedereen zit wat op zijn eiland. De jongste tijd komt er wel wat meer vraag naar samenwerking. Bijvoorbeeld van Herman De Rycke van Volley Oost-Vlaanderen, met onder andere de vraag of de provincie op onze terreinen trainingen of een toernooi zou mogen organiseren. Wij hebben ook een mail ontvangen van Wout Wijsmans, die blijkbaar alles rond beachvolleybal eens wil oplijsten. Wellicht zullen wij met beide personen op korte termijn wel eens rond de tafel zitten. Ik hoorde ook over een idee om toernooien tussen de beachclubs onderling te organiseren. Daar staan wij zeker voor open.”

Sinibeach

Vorig seizoen waren vijf van de zes speelsters op het podium in Knokke lid van Sinibeach. Els Vandesteene en Maud Catry behaalden er goud. Elien en Britt Ruysschaert namen het zilver mee. En Stephanie Van Bree behaalde een bronzen medaille.

“Dat succes evenaren wordt bijna onmogelijk”, zegt voorzitter Luc Declercq. “Wij verwachten wel dat wij bij de vrouwen minstens het podium halen. Ik weet dat Vandesteene/Catry dit seizoen nog geen enkel toernooi konden winnen. Maar het is een team dat er staat als het moet.
Bij de mannen zullen Dries Koekelkoren en Tom van Walle er door hun internationale programma niet aanwezig zijn. Wij moeten dus rekenen met een verrassing van de outsiders Tim Lemmens/Anshel Ver Eecke, Seppe en Jente De Keyser en Yannick Pirali/Oscar Nuijtten.”
Deze laatsten lijken er alvast klaar voor met een finaleplaats op het laatste toernooi in Opwijk. Zij moesten er enkel de duimen leggen tegen Colson/Deroey. Ook de broers De Keyser deden het daar in Brabant uitstekend met een halve finaleplaats. Ook Stephanie Van Bree en Britt Ruysschaert hebben er met een finaleplaats in Opwijk een opsteker bij voor Knokke.

“Het toernooi op de Grote Markt in Sint-Niklaas was oorspronkelijk een organisatie van PNV Waasland”, gaat Declercq terug in de tijd. “Vanaf 2012 is ook Sinibeach in het verhaal gekomen. Wij hebben toen deze club gesticht om de leemte op te vullen, die ontstaan was omdat Evo Beach uit Ename was opgehouden te bestaan. De eerste speler die bij ons aansloot was Dries Koekelkoren. Aanvankelijk speelde hij toen met Christophe Hoho. In 2014 hebben wij hem terug samen gebracht met Tom van Walle en een project opgestart richting een internationale carrière. In de loop van de jaren zijn er dan verschillende ploegen bij gekomen en intussen hebben wij al heel wat Belgische titels in onze trofeeënkast.”
“Wij zorgen ervoor dat onze teams alleen moeten trainen en spelen. De rest wordt door ons gedaan. In Knokke bijvoorbeeld is er voor iedereen een hotelkamer en is het eten voor iedere dag geregeld.”

Momenteel heeft Sinibeach nog geen jeugdwerking, maar daar komt verandering in.
“Wij gaan volgend seizoen een jeugdwerking opzetten met Vamos Kemzeke/Stekene. Zij hebben drie terreinen in Stekene en wij twee in Nieuwkerken-Waas. Dat geeft toch al een behoorlijke capaciteit. Ik weet dat veel mensen uit de begeleiding binnen zaalclubs even een adempauze willen aan het einde van hun seizoen. Maar mede dankzij onze expertise gaan wij proberen de twee toch te combineren en het gat in de zomer op te vullen. Wij hebben in dat verband ook prima contacten met Gimm-e Waasland en Nidak Nieuwkerken-Waas.
Wij hebben al goede afspraken met zaaltrainers. Ik vind dat zaalploegen er voordeel kunnen uit halen als hun leden in de zomer beach spelen. Zij starten de zaaltrainingen met een betere fysieke paraatheid. In het zand komen ook minder blessures voor.”

“Ik weet ook dat de federatie werk gaat maken van een bredere en betere basiswerking binnen het beachvolleybal”, gaat Declercq verder. “Zij wil ervoor zorgen dat er een hogere instroom is, die op termijn moet leiden tot de opvolging van Koekelkoren/van Walle. Er zal werk gemaakt worden om alles beter te stroomlijnen. Er worden al meer cursussen specifiek voor beachtrainers georganiseerd. Er komt een beachhal in Leuven. Nederland is in dit verhaal ons grote voorbeeld. Uiteraard staan onze Noorderburen al een heel stuk verder. Maar met Michiel Van Der Kuip hebben wij iemand ter beschikking die zijn ervaring kan doorgeven en ons op de juiste weg zetten.”

Op de voorlaatste dag van 2017 moesten Declercq en iedereen binnen Sinibeach een tragisch verlies verwerken met het zeer plotse overlijden aan een hartaanval op amper 53-jarige leeftijd van zijn echtgenote Annick Strijbol.
“Voor mij is dit beachvolleybal een uit de hand gelopen hobby”, zegt Declercq. “Maar voor Annick was dat nog veel meer een enorme passie. Zij was de stuwende kracht achter onze club. Het eerste toernooi zonder haar en het eerste toernooi in Sint-Niklaas, wat een groot stuk haar toernooi was, was zeer emotioneel. Het eerbetoon vorig jaar in Knokke van de speelsters was ook erg aangrijpend. Zij noemden haar niet voor niets “mama Sinibeach”. De trofee van Els en Maud staat trouwens nog altijd op haar graf. Tom en Dries gaan ook telkens hun accreditatie voor ieder internationaal toernooi op haar graf leggen; zij gaan het telkens omwisselen. Dat geeft toch aan wat zij voor hen betekende.”
“Wij hebben vrijwel onmiddellijk ook beslist om haar werk, haar erfenis verder te zetten. En de spelers en speelsters hoor ik nu nog altijd zeggen “Wij doen het voor Annick”.”

Thaleia Beach Aalst

Dit seizoen richtte Thaleia uit Aalst geen manche van het BK meer in.
“Wij moesten verhuizen met onze site en de nieuwe site was nog niet klaar”, verklaart Jurgen Lambrechts. “Daarom lagen onze activiteiten op een lager pitje. Anderzijds haalden wij onze inkomsten vooral uit het provinciaal toernooi en het randgebeuren. Het BK-toernooi was vooral interessant voor de uitstraling. Er komt wel een nieuwe site, op een andere locatie, maar wel opnieuw in de buurt van Sporthal Schotte. Wij hebben dit seizoen ook geen team dat in aanmerking kan komen voor het finaletoernooi in Knokke, door omstandigheden zoals een blessure en minder ambitie.”

Wat jeugdtrainingen betreft, beperkt Thaleia zich tot de jongere jeugd van maximum veertien jaar oud.
“Jeugdopleiding is prioritair in onze statuten”, benadrukt Lambrechts. “Wij doen ook mee aan beachvolley at school. Onze bedoeling is om jongeren naar het beachvolley te krijgen. Maar wij hebben niet de financiële middelen om hen lang te begeleiden. Vroeger heb ik daar nog persoonlijk in geïnvesteerd, maar dat doe ik niet meer. Wij kregen ook geen steun van de federatie. En wij beseffen dat kinderen al vrij veel lidgeld moeten betalen aan hun zaalclub, zodat wij daar niet nog eens veel kunnen bovenop vragen.”

“Wij zijn niet aan een club verbonden. Er zijn wel contacten geweest met een paar clubs in de regio, maar daar is niets uit verder gegroeid. Ik begrijp in dat verband dat veel vrijwilligers in de zaalclubs veel hooi op hun vork moeten nemen en blij zijn dat zij er even van af zijn eind april, begin mei. En Lindemans Aalst zit met zijn jeugd in Brabant.”
“Ik heb helaas niet het gevoel dat kinderen meer interesse krijgen in beachvolley. Tenzij hun zaaltrainer zich daar achter zet en hen er warm kan voor maken. “

“Thaleia is een vzw die ook nog andere activiteiten of evenementen organiseert, zoals een skireis in de paasvakantie. Ik ben daar bij gekomen door mijn vele contacten in het volleybal.”
“Op wat wij volgend seizoen gaan doen, heb ik nog geen zicht. Wellicht blijft het accent op de jeugd liggen.”

Volley Oost-Vlaanderen

Herman De Rycke, voorzitter van de beachcommisie van Volley Oost-Vlaanderen, is ook de stuwende kracht achter de provinciale beachtoernooien in de provincie.

“Ik heb de indruk dat de interesse van de jeugdspelers voor het beachvolleybal ongeveer gelijk is gebleven ten opzichte van vorig jaar”, stelt De Rycke. “Qua aantal deelnemers valt het in onze provincie best mee. Positief is dat wij op de toernooien meer jongens hadden dan vorig seizoen.”
“Wat wel opvalt, is dat wij het goed doen bij de U14 en U16, maar minder in de jongere categorie. Wij hebben trouwens in alle provincies geprobeerd er de U12 bij te betrekken, maar met weinig succes. Dat is een doelstelling voor de toekomst.”

“Een ander toekomstgericht idee zou kunnen zijn om de jeugdcommissie er meer bij te betrekken. Ook de samenwerking tussen de beachclubs zou kunnen verbeteren. Wij hebben even een overleg gehad in september maar veel meer dan dat is er niet geweest.”
“Soms blijkt dat wij met te weinig mensen zijn om het verhaal te dragen. Een toernooi organiseren vergt ook veel tijd en energie. Er komt daar veel bij kijken en het is niet evident. Er is ook nood aan mensen om de kar te trekken.”
“Een toekomstpunt voor onze provincie is om, naast de toernooien, ook werk te maken van het geven van meer trainingen. Er komt trouwens een initiatief aan van de federatie om clubs financiële steun te geven voor het organiseren van drie beachtrainingen. “

“Een opmerking tenslotte is dat er hier en daar toch ook een kerktorenverhaal bestaat. Sommige clubs vertellen mij dat zij jeugd hebben die beachvolley wil spelen, maar zich niet wil verplaatsen voor de toernooien.”

Tekst: Philippe Cryns

Foto’s: Bart Vandenbroucke