Sacha Koulberg heeft de microbe nog altijd te pakken

Wie kent de immer minzame oud-speler en huidige trainer-coach Sacha Koulberg niet? Gewoonweg iedereen in het Belgische volleyballand. In het buitenland werkte hij nooit. Hij volgt speciaal zijn dochter Anna, die hij samen met oud-topper Anja Duyck op de wereld zette.

Anna, veertien jaar en 1m87, maakt furore op de volleybalschool in Vilvoorde. Zij mikt op een grote carrière. “Ik wilde zelf met pensioen gaan. Ik word in november zestig jaar oud en bovendien ook opa”, lacht geboren Brusselaar Sacha met Russische roots.

Maar voorzitter Vincent Perin, technisch directeur Pierre Honnay en manager Alessandro Venica van Waremme bleven hardnekkig aandringen. Ze belden mijn telefoon dagelijks bijna plat. Ik heb na veel wikken en wegen toegehapt voor twee campagnes. Het project van Waremme is boeiend. Tja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik kan het spelletje misschien niet missen.”

De ‘roots’ van Sacha Koulberg liggen in Rusland in de buurt van Sint-Petersburg. “Mijn vader speelde volleybal met vrienden. Ik koos eerst voor voetbalclub Racing White. Ik liep dan sporthumaniora in Brussel. Zo ging de volleybal aan het rollen. Mijn sportleraar volley was Jean Missa. Heel straf: hij komt elke wedstrijd van mij ‘live’ volgen. Hij komt nog altijd kijken. Ik heb als jonge knaap veel te danken aan Jean-Pierre Brouhon. Via Woluwe en Assar stootte ik door naar ASUB en Jean-Pierre heeft mij daar gelanceerd. Ik effende daarna voor mezelf via BUC Vorst het pad naar Lennik.”

Dat waren heerlijk tijden vermoed ik?

“O ja. Ik werd twee keer kampioen met de Pajotten en ik won één beker van België. In het gezelschap van Johan Demeersman, Johan Baetens, Frederik Delanghe, Jan De Brandt, Miel Bogemans, Patje Van Meerbeeck, Yves Dehaene, Csaba Börcsok en de Tsjechische trainer Pavel Tresnak. Ik trainde bij Lennik ook onder coaches Yurek Strumilo en Enrique Pisani. Met Strumilo haalde ik later de Belgisch titel met Torhout. Filip Van Huffel, Paul Vanderhallen, Bart Wuyts, Ben Croes, Martyniuk en Jarosz waren erbij. Ik speelde nog twee jaar bij Zellik. De absolute top. Voor het eerst was ik full prof. Heerlijk. Een 18-jarige nu krijgt al meteen een clubauto, een fiks maandloon en wat allemaal nog méér. Ik speelde volledig gratis tot de periode in Zellik. Ach, met de titel onder trainer-coach Dominique Baeyens. Ploegmaats Vanderhallen, Kempenaers, Wuyts, Croes en ook Claudio Gewehr genoten mee van het succes. Bij Zellik heb ik twee jaar gespeeld.”

Je trainerscarrière verliep nogal grillig. Of zie ik dat verkeerd?

“Ja, het is een beetje een kluwen. Ik werkte bij Charleroi tien jaar, maar verdeeld over drie periodes. Bekroond met één beker en één Belgische vice-titel. Bij Herentals had ik nadien een jaar Anja Duyck, Daisy Decoen, Ulrike Deforce en Cristina Moga onder mijn hoede. Het contract zou normaal drie jaar duren. Maar na één jaar besliste big boss Dore Wellens als nieuwe trainer Roger Pouders te benoemen.”

Ook Puurs duurde niet zo lang. De verklaring?

“Toffe club, maar het was budgettair heel moeilijk om alle verplichtingen na te komen. Dan gaat het snel bergaf natuurlijk. Ik heb nog even gewerkt als Brusselaar met Antwerpen, geplaatst voor de play-offs. Maar een Brusselaar bij Antwerpen, dat is geen evidentie. Toch heb ik mooie herinneringen aan Stephen Shittu, Steve Roelandt en Tim Joosen. Ook bij de vrouwen van Lennik had ik weinig geluk. Ondanks het behoud besloot het bestuur destijds af te haken. Bij Gent werd het een succesverhaal met veel jonge speelsters zoals Julie Rumes. Ik had er een contract voor één jaar. Gent wou verlengen maar Charleroi en Herentals wilden mij terug. Het verschil was te groot. Zo ben ik teruggekeerd naar Charleroi voor zes seizoenen. Op dat moment trainde ik ook de nationale vrouwenploeg. Wij wonnen de Spring Cup in Polen met een overwinning in de finale tegen het gastland: 3-0.

Met Dauphines Charleroi heb ik fantastische resultaten behaald met de titel als bekroning. De ‘politieke oorlog’ in de stad heeft een einde gemaakt aan de glorie. Wij speelden elke match voor meer dan duizend fans. Na mijn vertrek is Dauphines een beetje gaan ‘kwakkelen’. Maar primeur: er is een nieuwe voorzitter aangesteld. Ze zullen weldra weer aansluiten bij de nationale top. Ik werkte ook nog twee jaar bij de mannen van Asse-Lennik. Super tof, dat werk in de club waarmee ik als youngster zoveel successen had geboekt. Wij pakten de derde plaats. Ik heb Pieter Verhees van de volleybalschool aangetrokken. Dat is mijn verdienste: ik heb de Limburger gelanceerd naar de internationale top.”

En daarna koos je voor vele seizoenen bij VC Oudegem. Bij voorzitster Gerdi De Kimpe. Is dat een heel mooie periode?

“Absoluut. Ik heb de prijzenkast van Oudegem gespekt met een Belgische beker tegen Asterix Kieldrecht. Ook haalden we twee keer de finale van de play-offs. Met Julien Van de Vyver als assistent. De titel moesten we na de vijfde set in een beklijvende vijfde finale toch aan Asterix laten. Afgelopen seizoen wilde ik definitief stoppen. Er is een veer geknapt. Ik ben begonnen alles vrij zwaar te ‘relativeren’. Ik had gehoopt technisch directeur te worden bij de Franstalige vleugel. Maar dat is niet doorgegaan. Ik was één van de vier kandidaten. Zou voor mij tof geweest zijn als sluitstuk van mijn carrière. Ik was toch coach vanaf 1992 en ik heb me ook heel veel bezig gehouden met jeugdcoördinatie. Maar hun keuze is op Herman Vleminckx gevallen. Voor mij een gemiste kans. Soit, het is nu zo.”

Dramatisch hoeft het allemaal niet te zijn. Je kan nu vol focussen op dochter Anna en op Waremme.

“Ja Anna krijgt haar opleiding in de volleybalschool van Vilvoorde. Ze doet het goed. (lacht) Ze is gekker van volleybal dan ik en mijn ex Anja samen. We doen alles voor haar. Ik ga trouwens ook door het vuur voor mijn andere kinderen Emilie (31) en Michaël (29), die dit jaar vader wordt.”

Je bent met West-Vlaming Godfried Deloddere één van de pioniers in het beachvolleybal. Wat stuwde jou vooruit?

“Ik werd vooruit gedreven door de vriendschap met Frank Van Leenhove van Surfers Paradise in Knokke. O’Neill deed graag mee. Ook Gentse pionier Martin Van Der Sichel, Godfried Deloddere, Jean-Pierre Brouhon en later Philippe Housiaux van Dialogic hebben in de beginjaren veel gedaan voor de ontwikkeling van de sport. Net als Frederik Constant, de speelpartner van Martin en ook Koen Baeyens, met wie ik samen beachte. Frederik en Koen zijn ook twee pioniers. Het Belgisch beachcircuit verliep vanuit mijn visie heel goed vanaf 1992 tot 2008. Daarna werd het moeilijker. Dialogic stopte, ik heb dan overgenomen met mijn BVBA SK Sports and Leisures. Maar door de bankencrisis viel veel sponsoring weg. Ik heb getracht het tot het uiterste vol te houden. In 2014 ben ik met veel spijt gestopt. “

Basketbal en hockey hebben het volleybal, zeker op televisie, misschien wel overvleugeld. Is dat een uitdaging?

“De gouden periode van sponsoring in het volley startte in 1987 na het EK in eigen land. Volleybal stond toen hoger aangeschreven dan andere zaalsporten. Pagina’s vol in de kranten, matchen op TV, verslagen op Sportweekend enzovoort. Maar Eric Somme van Spirou Charleroi gooide de boeg om. Hij stelde zaaleisen, hij zorgde dat RTBF veel basket uitzond op televisie, Charleroi en Oostende zijn op die golven van enthousiasme naar de top geëvolueerd. Basketbal is nationaal geworden met evenveel Waalse als Vlaamse ploegen. Ik vrees dat het nu te laat is om een sprong te maken naar de top. Die wordt in het Belgische volley al jaren overheerst door dezelfde ploegen. Opkomende teams willen vaak niet stijgen vanuit Liga B. Ze vinden de budgetten niet meer. De tijd van het grote geld lijkt me echt voorbij.”

Toch kan je het volleybal toch geen definitief vaarwel zeggen.

“Dat is zeer moeilijk. Ook voor Anja, de moeder van Anna. Onze dochter zal aantreden in de Liga B. Met Anja versta ik me wonderwel. Zij weet waarover het gaat. Ze traint nu de mannen van Wolvertem in de buurt van Meise in eerste provinciale. Een vriendendienst: zij wil de club graag vooruithelpen. Overigens is Anna daar ook begonnen. Ik mag niet vergeten te vertellen dat ook mijn zoon Michael als opposite speelt bij BEVC Brussels Est in Oudergem. Deze grootste Brusselse club van de Franstalige vleugel mag je niet verwarren met mijn vroegere Oost-Vlaamse club Oudegem, het is maar één letter verschil.“

Sacha, we keren graag even terug naar het Belgische beachvolleybal. Oké?

“Ik ervaar ‘publiciteit’ en ‘communicatie’ als enkele van de grote zorgen. Sommige mensen vragen me dat soms: gaat dat BK nog door? Het bestuur van het BK-circuit moet op de site zijn informatieve inspanningen vervijfvoudigen.”

Het beachvolleybal ‘boomt’ gewoon in Nederland. Wat is het verschil met ons land?

“De Nederlanders, slim als ze zijn, werken totaal anders. Kijk: ons Belgisch duo Dries Koekelkoren en Tom van Walle heeft jaren en jaren moeten knokken om subsidies los te weken. In België moet je blijkbaar eerst resultaten op eigen kosten voorleggen. En dan … dan kan je misschien steun losweken. Misschien hé. Investeren in jonge talenten… bestaat dat in ons land? Dat gebeurt misschien toch, ik milder mijn toon, maar echt niet voldoende. Koekelkoren en van Walle waren al zo vaak kampioen, eer ze een zekere status konden verwerven. Ander punt: Nederland investeert in véél meer duo’s. Verschillende spelers bieden verschillende mogelijkheden. Lees: veel méér mogelijkheden. Nederland staat op gebied van topsport, dus olympisch op Zomer- en Winterspelen véél verder dan ons land.”

De zomer breng je momenteel tot begin augustus door op de stranden van het Spaanse Playa de Aro. Vind je dat leuk?

“Ja ja. Zeker weten. Ik ben een zonnefreak. Ik houd van een gebruinde bast. Ik geniet van een fikse dosis zon. En van de warme temperaturen. Neem me niet kwalijk. Sommigen denken anders over de zon. Maar laat ‘luna’ maar schijnen, hoor. Voor de organisatie van de stages in Spanje werk ik vijf weken heel intensief samen met Olivier Goossens, CEO van het reisagentschap Géo-Holidays. Zij organiseren wekelijkse stages in basketbal, tennis, volleybal en aquasporten. Het zijn jeugdkampen voor de leeftijden van 13 tot 21 jaar. Ik vind dat super tof. Beachvolley krijg je in de voormiddag, gewoon volley in de namiddag. Daarna zijn de deelnemers vrij. Het zijn altijd sportkampen voor een week. Dan arriveren nieuwe gegadigden. Er is dus vijf weken lang een wisseling van deelnemers. Die variatie is ook een prettig aspect.”

Ga je Oudegem na zo’n lange periode niet missen?”

“Een beetje, dat zou kunnen. Ik ga zeker nog naar het huwelijksfeest van de dochter van Gerdi De Kimpe aan zee. Gerdi is een ‘super madam’. Alleen ligt Oudegem helaas in een vrij industrie-arme streek.“

Waarom ga je toch niet met pensioen?

“De visie van Waremme is super positief. Ik mag werken met de jeugd van de eigen club. Een kern van twaalf tot dertien spelers. Wèl met inbreng van een buitenlandse speler: een Fin. Zoals overal na de crisis is het budget niet zo groot. Aan de volgende competitie zit echter ook een positief aspect. De kern is versterkt. Ik kan inderdaad rekenen op hoofdaanvaller Roman Abinet en spelverdeler Malisse, die is overgekomen van BDO Haasrode Leuven. Dat is heel goed. Nog een ander groot voordeel: er zou geen daler zijn. Zo kan ik in alle rust aan het werk om veel progressie te maken in het komende seizoen 2019-2020. Dat gegeven telde mee in mijn beslissing, want Grimbergen-Waremme is op-en-af toch zowat 170 kilometer.”

Inmiddels is Wout Wijsmans aangesteld tot coördinator ‘beach’ in ons land.

“Ik sta er helemaal achter. Hij gaf een huwelijksfeest op 13 juli, ik was genodigd, maar ik zat op dat ogenblik al ‘obligatoire’ in Playa de Aro. Met Wouts nieuwe vrouw Lise Van Hecke deed ik bij Oudegem één training per week, toen mijn ex-vrouw Anja er trainster was. Een leuke periode. Ik gun het koppel echt alle succes. Lise en Wout: héél veel geluk in jullie huwelijksbootje.”

Je komt stilaan in een andere levensfase: op je zestigste kan je al een heel eind ‘terugblikken’?

“Klopt. Ik heb 77 caps bij de nationale ploeg. Bij Fernand Walder en Marc Spaenjers. In een periode dat er véél minder internationale wedstrijden waren. Dat zegt toch iets, hé. En een zéér mooie herinnering voor mij is de opening van het EVC Vilvoorde in 1985, bijna 35 jaar geleden. We mochten met club Lennik die hal openen in een demowedstrijd tegen Frankrijk. Overal waar ik gespeeld heb of getraind heb, heb ik enorm veel plezier gehad. Ik mag trots zijn op mijn carrière: 4 titels en 2 bekers als speler en 2 titels en 2 bekers als trainer. Ik heb veel getraind, gewerkt en vooral veel gevierd en uitbundig gefeest in al die jaren. Dat zal ik nooit vergeten. Allemaal dankzij het volleybal. Ik wil nog graag een niet onbelangrijk detail vermelden. Ik versta me nog altijd uitstekend met Anja Duyck. Hoe zij in samenspraak met mij het allemaal regelt om Anna een heel fijne opvoeding te geven, is ongelooflijk. Anja, dank u wel.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke, Sacha Koulberg, Sébastien Gosselin