Igor Grobelny: “Na twee weken rust, liep ik al de muren op”

 

In de selectie voor de Red Dragons, die zondag in Brussel aan de European Golden League beginnen tegen Slovakije, zitten slechts drie spelers die vorig jaar ook deelnamen aan het WK in Italië en Bulgarije: Arno Van de Velde, Lowie Stuer en Igor Grobelny.

De 25-jarige Kapellenaar met Poolse roots was vorig jaar bij de Red Dragons trouwens één van de revelaties, want tijdens zijn opleidingsjaren bij Precura Antwerpen en Euphony Asse-Lennik was hij redelijk onder de radar gebleven. Ook tijdens de eerste jaren in zijn geboortestad Radom en later bij Lubin liet hij zich niet dadelijk opmerken. Pas toen Igor zich afvroeg of hij wel degelijk volleytalent bezat zoals zijn vader en zijn zus Kaja, brak hij op schitterende wijze door in de Bundesliga-competitie bij Unterhachung.

Aan de voorzitter van Lubin had hij echter beloofd om weer te keren, mocht hij bewezen hebben dat hij wel degelijk uit het goede volleyhout gesneden was. En na een knappe campagne met de Red Dragons ging Igor Grobelny dus terug naar Polen en naar Lubin.

“De resultaten waren echter minder dan verwacht. De ploeg had het financieel niet zo goed om echte toppers aan te trekken en dus werd het een seizoen knokken om in de Plus Liga te blijven. Zelf was ik nog redelijk tevreden over mijn prestatie, maar de 11de plaats in het klassement was niet echt briljant, zelfs al haalden we uiteindelijk het einddoel: het behoud. Maar ik had toch wel bewezen dat ik ook een sterke competitie zoals die in Polen aan kon. Ik speel dan ook het volgende seizoen nog in mijn geboorteland, maar bij een andere ploeg. Alles is getekend, maar ik moet even wachten vooraleer de club het bericht zelf openbaar maakt,” weet Igor.

Radom?, proberen we nog. Een vriendelijk lachje is het enige antwoord.

Maar terug naar de Red Dragons. Terwijl de meeste Belgische spelers in het buitenland snakken naar een maand of meer rust, is dat bij Igor Grobelny helemaal niet het geval.

“Wij zijn gestopt op 6 april. Ik had normaal gezien een maand vakantie. Maar al in de tweede week begon ik in mijn kamer te ijsberen en liep ik haast de muren op. Toen coach Brecht Van Kerckhove dan ook vroeg of ik zin had om deel te nemen aan deze eerste campagne met de Red Dragons, heb ik geen ogenblik getwijfeld. Ik wil me zelf nog altijd bewijzen als een speler die op internationaal niveau mee kan. Maar hier kwam er een opdracht bij: ik moet ook trachten de jongeren te helpen in hun eerste wedstrijden bij de Red Dragons.”

Twijfel je nog aan jezelf na de knappe prestaties op het WK vorig jaar?

“Het was toen mijn eerste zomer met de Red Dragons en ik had niks te verliezen. Het was een test om te zien of ik internationaal mee kon. Was dat niet zo geweest, dan was dat niet het einde van de wereld. Maar ik denk wel dat ik mijn waarde bewezen heb. Ik kreeg ruime spelgelegenheid tegen Slovenië en Australië. Natuurlijk was ik wel een tikkeltje ontgoocheld omdat we met onze ploeg nét geen ronde verder geraakten.”

Wat mogen we – volgens jou – verwachten van deze jonge ploeg Red Dragons?

“Natuurlijk willen we alles geven om zo veel mogelijk matchen te winnen, maar ik denk niet dat het realistisch is om te beweren dat wij hier de European Golden League – Final Four inbegrepen – gaan winnen. Het is belangrijk om die jonge gasten te laten proeven van internationaal volley op een hoog niveau bij de senioresploeg, want dat ze kunnen spelen, bewezen velen vorig jaar al met de U21. Ze zijn wel zeer gedreven bezig. Dat merk ik op training. Maar ze missen dat tikkeltje ervaring om – zoals in de oefenwedstrijden tegen Tunesië – een voorsprong van b.v. acht punten in handen te houden. We verloren die twee wedstrijden telkens in de tiebreak door eigen foutjes en die details moeten we er nog uit krijgen.

De bedoeling is ook dat een aantal jongeren aan de bondscoach tonen dat hij binnen één, twee of drie jaar op hen kan rekenen. Vergeet ook niet dat we amper twee weken samen trainen en dat we dan nog niet alle automatismen onder de knie kunnen hebben. Een heleboel spelers kende ik hoegenaamd niet, maar na twee dagen wist ik al dat ik in een toffe groep beland was. De sterkte van deze ploeg kan juist haar jeugdig enthousiasme zijn, het feit dat ze ook niks te verliezen heeft. Er zitten geen ‘dikke nekken’ of egoïsten in deze ploeg. Ik vind het een groep jongens die vechten voor iedere bal en die gewoon 150% inzet tonen. Als ze zich nu ook nog snel kunnen aanpassen aan het hogere niveau, dan wil ik nog wel eens zien waar dit eindigt.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke