Kris Van Snick: “Progressie en resultaat van vorig jaar evenaren”

 

Dinsdag starten de Yellow Tigers in het Bulgaarse Ruse aan het eerste van vijf toernooien met de beste landen van de wereld, met de bedoeling enorm veel progressie te boeken gedurende deze vijf weken in de VNL (Volleyball Nations League).

Het is een beetje een eigenaardig systeem, waarin twaalf van de zestien deelnemers sowieso – los van hun resultaten – hun volgende deelname verzekerd zien, maar dat vier landen als ‘challengers’ onder mekaar moeten uitmaken of ze in die hoogste reeks blijven of degraderen. Concreet: de Belgische vrouwen moeten voor Polen, de Dominikaanse Republiek of Bulgarije eindigen na vijf poules (waaronder de derde in Kortrijk) en 15 matchen om in de VNL te blijven.

 

En dus kan het eerste toernooi in Bulgarije al van groot belang zijn voor de volgelingen van coach Gert vande Broek en zijn assistent Kris Van Snick met de Verenigde Staten, Bulgarije en Japan als eerste tegenstanders?

“We moeten het belang een beetje relativeren,” vindt de assistent-coach, want er komen nog toernooien en het is een beetje afwachten met welk team de ploegen op het terrein komen. Bulgarije is vorig jaar gestegen en het is zeker sterker dan Argentinië, dat degradeerde. De Bulgaarse meisjes deden mee aan het WK, maar ze missen vermoedelijk enkele speelsters, die in het voorbije weekeinde nog deelnamen aan de Roemeense bekerfinale. Zij speelden zonder die speelsters twee oefenwedstrijden tegen Servië.”

Het hangt er volgens Kris Van Snick dus vanaf om te weten of ze tegen het A-team of het B-team van een land spelen.

“De Verenigde Staten komen b.v. niet met hun beste ploeg, maar met een aantal fysiek sterke en talentvolle collegespeelsters, aangevuld met enkele meisjes uit de sterke Turkse en Italiaanse competitie. Is dat een voordeel voor ons? Dat durf ik niet zeggen, want die speelsters zullen zich zeker willen tonen in een poging om opgenomen te worden in de olympische selectie van de Verenigde Staten. Zij zullen dus zeker alles uit de kast halen. Maar ze zitten in die eerste wedstrijden allicht met het ‘probleem’ dat vier van hun speelsters deelnamen aan de finale van de Champions League, die door Novara gewonnen werd tegen Conegliano vorige zaterdag. Ik verwacht niet dat zij er dinsdag tegen ons zullen bijlopen.

Maar wij hebben als kleiner land minder de mogelijkheden om vlotjes te wisselen zoals de Verenigde Staten omdat onze kern wel een beetje beperkter is qua kwaliteit en kwantiteit. Bovendien is dit een vermoeiende competitie van telkens drie wedstrijden gedurende vijf weken, zodat er zeker al eens zal geroteerd moeten worden.

Voor onze derde tegenstander, Japan, is dit toernooi gewoon het hoogtepunt van hun seizoen, aangezien zij als organisator van de Olympische Spelen in 2020 geen kwalificatiewedstrijden meer moeten spelen en dus de hele zomer met dezelfde spelersgroep zal acteren. Het is ook exact dezelfde ploeg van vorig jaar en ze speelde dit weekeinde nog de finale van het prestigieuze toernooi van Montreux tegen Polen. Van hen hebben we dan ook veel videobeelden. We hopen tegen hen beter te doen dan in het verleden, want toen waren ze steeds een hele moeilijke tegenstander voor ons. Ze spelen een speciaal soort volley, dat vooral gebaseerd is op een zeer goede verdediging. Daar moeten we dus iets op vinden.”

Zijn er veel wijzigingen in de Belgische ploeg t.o.v. vorig jaar?

Kris Van Snick: “Wij zitten nog met een geblesseerde Laure Flament. Zij wordt in de selectie vervangen door Manon Stragier. Ook Dominika Sobolska is er opnieuw bij en wil weer haar volle verantwoordelijkheid opnemen na een sterk, blessurevrij seizoen bij Cannikale in Turkije. Maar verder zullen ook geselecteerden als Elise Van Sas, Bieke Kindt en Britt Rampelberg mee in de groep opgenomen worden gedurende het verder verloop van de VNL. Andere meisjes zoals Anna Valkenborg en Silke Van Avermaet hebben toch ook flinke stappen voorwaarts gezet in het voorbije seizoen, terwijl we eigenlijk in het middencompartiment over de ruimste mogelijkheden beschikken, waarbij we een keuze kunnen maken in functie van ofwel blok, ofwel opslag. Freya Aelbrecht en Laura Heyrman zijn er niet bij, maar zij trainen intussen met het zgn. schaduwteam en zijn later dit seizoen inzetbaar.”

Hoe hoog schat je de mogelijkheden in van deze ploeg?

“Wij hopen hetzelfde resultaat te kunnen halen als vorig seizoen en hier en daar voor een uitschieter te zorgen. Wedstrijden tegen de andere ‘challengers’ zijn natuurlijk belangrijk, maar vorig jaar konden we ook teams als Korea en Thailand kloppen. Dat en enkele andere ‘verrassingen’ zouden ons in staat moeten stellen om opnieuw het behoud te verzekeren. Al willen we de focus niet te fel zetten op de ongecontroleerde parameters van het eindresultaat, maar vooral op de progressie die we als groep kunnen maken. En het feit dat we voor de eerste keer ook in eigen land organiseren (4 tot 6 juni in Kortrijk), kan ons misschien ook nog wel een zetje geven met de steun van onze supporters.”

De Yellow Tigers zullen pas weer in ons land aankomen op zondag 2 juni, want na het verblijf in Ruse (Bulgarije) wordt het vliegtuig genomen richting Hong Kong, waar nog een stevige boottocht wacht richting Macau (China).

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke

 

Het programma van de Yellow Tigers: (plaatselijke tijd)

  • Ruse (Bulgarije): 21/05: 17u00 Verenigde Staten; 22/05: 20u30 Bulgarije; 23/05: 17u00 Japan.
  • Macau (China): 28/05: 15u30 Zuid-Korea; 29/05: 19u30 China; 30/05: 15u30 Thailand.
  • Kortrijk: 04/06: 20u30 Rusland; 05/06: 20u30 Polen; 06/06: 20u30 Servië.
  • Stuttgart (Duitsland): 11/06: 17u00 Nederland; 12/06: 20u00 Duitsland; 13/06: 17u00 Dominikaanse Republiek.
  • Ankara (Turkije): 18/06: 23u00 Turkije; 19/06: 20u00 Brazilië; 20/06: 20u00 Italië.