Kevin Klinkenberg kan zaterdag Turkse dubbel versieren

 

Het is een competitie, die bij ons minder gekend is dan b.v. de Italiaanse, Poolse of Franse profliga’s, maar in Turkije kan Red Dragon Kevin Klinkenberg deze zaterdagmiddag (14u Belgische tijd) een nieuwe titel rijgen aan zijn al mooi palmares. Winst van Fenerbahce tegen Arkasspor Izmir bezorgt de club uit Istanboel de titel, nadat ze eerder dit seizoen ook al de beker in de wacht sleepte. Een mogelijke dubbel dus voor de 28-jarige receptie-hoekspeler.

Niet alleen in ons land woedt een hevige strijd tussen Roeselare en Maaseik om de beste van het land genoemd te worden. “Wij wonnen de eerste twee confrontaties met Arkasspor, zij wonnen de volgende twee wedstrijden en dus moet het nu gebeuren in de beslissende vijfde match. We hebben eerder al bewezen dat we op zulke momenten boven onszelf kunnen uitgroeien,” weet Kevin. De moeite om eens te praten met één van de meest ondergewaardeerde internationals. De Waal, die ook perfect Nederlands praat.

 

Je speelde vorig seizoen bij Milano. Vanwaar die transfer naar Turkije?

Kevin Klinkenberg: “Ik speelde in Italië wel een sterk seizoen, maar toen kreeg ik ook een mooie aanbieding van Fenerbahce. Ik heb dat met mijn manager besproken en ik vond het ook een nieuwe uitdaging: spelen voor één van de beste clubs van Turkije. Ik heb het me nog geen moment beklaagd.”

Is de Turkse competitie sterker dan de Italiaanse, Poolse of Belgische competitie?

“Nee. Ik denk dat de Italiaanse competitie nog steeds de beste is van Europa. Vier, vijf ploegen zijn er echt bijzonder sterk. Ook Polen heeft een sterke competitie, maar ploegen als Roeselare en Maaseik zouden best kunnen meedoen in Turkije, hoewel ik dan weer denk dat de Turkse clubs sterker zijn in de breedte, vergeleken met België.”

Stond je heel dit seizoen in de basis bij Fenerbahce?

“Absoluut. We zijn niet goed aan het nieuwe seizoen begonnen, maar nadat we ongeveer halverwege waren, hebben we nog amper één match verloren onder onze nieuwe trainer. Ik denk dat we dus zeker verdiend finalist waren. Ook Wouter Ter Maat speelde van bij het begin bij onze ploeg. Hij landde exact één kwartier na mij op de luchthaven van Istanboel.”

Wat was volgens jou, jouw bijdrage tot de successen van de ploeg?

“Ik denk dat het vooral mijn ervaring is, mijn stabiliteit in receptie en het feit dat ik aanvallend kan zorgen voor veel variatie. Ik draai dan ook al ruim tien jaar mee op het hoogste niveau, weet je?”

Was dit jouw beste seizoen uit jouw carrière?

“Qua resultaten heb ik wel meer successen gekend. Bij Maaseik won ik drie keer de dubbel (titel en beker, 2008, 2009, 2011) en haalde ik vier titels in totaal. Ook in Frankrijk won ik twee jaar op rij de dubbel met Tours (2014, 2015). Vorig seizoen speelde ik een heel stabiel seizoen bij Milano en nu dus misschien weer de dubbel met Fenerbahce.”

Was het een verrassing dat Fenerbahce de beker won en de finale van de play-offs haalde?

“Bij de ploegvoorstelling werd gesteld dat we zeker bij de top-4 moesten eindigen. We begonnen dus echt niet goed aan de competitie. De coach was niet echt top. Met een nieuwe coach en met een beter systeem ging het plots allemaal beter, het vertrouwen groeide en wij hebben vanaf dan amper nog een wedstrijd verloren.”

Wat zijn de sterke kanten van deze ploeg?

“Ik denk dat wij zo sterk zijn omdat het gevaar van verschillende spelers kan komen. Als er eentje eens een mindere dag heeft, wordt dat opgevangen door een medemaat. Voeg daar een uitstekende mixte bij van jongere en al iets oudere spelers en dan kom je tot deze resultaten.”

Was het leuk iemand als Wouter Ter Maat in de ploeg te hebben?

“Absoluut. Altijd leuk als je in dezelfde taal kan communiceren. Op sportief gebied maakt hij ook een heel sterk seizoen. We plagen mekaar af en toe wel eens met afwisselend Belgen- en Hollandersmoppen, maar hij is buiten het terrein ook een toffe kerel om mee op te trekken en dat doen we dan ook meestal samen. Ook met de andere spelers klikt het best: een 38-jarige ervaren ex-international, nog spelers uit de Turkse nationale ploeg, een Serviër en sinds halfweg het seizoen ook de Cubaan Hidalgo, waardoor we meer wisselmogelijkheden hebben.”

Is er in het volley ook zo’n grote rivaliteit tussen de ploegen uit Istanboel, zoals dat in het voetbal het geval is?

“Goh, dat leeft hier ongelooflijk! Spelen tegen stadsgenoot Galatasaray wordt hier beschouwd als de ‘match van het jaar’. Het was dan ook een bijzonder groot feest toen we de bekerfinale uitgerekend tegen Galatasaray wonnen. Dat was een hele goede zaak voor onze club. Weet je dat het ook de eerste maal sinds vele jaren was dat de supporters van beide ploegen in dezelfde zaal mochten. Weliswaar met heel veel politiebegeleiding. Naar een voetbalderby zijn we jammer genoeg nog niet geraakt. Maar we trekken met enkele andere Europese spelers of speelsters regelmatig naar het basket. Fenerbahce speelt daarin ook de Final Four van de Champions League. Ook een heel sterk team dus.”

Charlotte Leys speelt ook in Istanboel bij rivaal Galatasaray. Zien jullie mekaar soms?

“Zeker. We gaan al eens kijken naar mekaars matchen. We gaan al eens samen iets eten. Toen ze onlangs verjaarde, trokken we zelfs met enkelen samen op een boottrip op de Bosporus. Heel leuk. Dat belet natuurlijk niet dat ik hier mijn vriendin Tamara mis. Vorig jaar kon ze al eens een keertje meer naar Italië komen, maar dat is dit seizoen minder mogelijk omdat ze een full-time job in het onderwijs heeft. Om die reden zal ik zeker ook blij zijn dat ik weer naar België kan gaan. We hebben er vorig jaar trouwens ook een huis gekocht.”

Is het eigenlijk nog rustig leven in een miljoenenstad als Istanboel?

“Ik woon langs de rivier en daar is het nog rustig leven. Maar van het moment dat je de stad intrekt, is het natuurlijk iets anders in een krioelende mierennest. Als je ergens in het stadscentrum moet zijn, is het één grote chaos qua verkeer. Je kan op tien minuten op jouw bestemming zijn, maar het kan ook anderhalf uur duren. Dat moet je incalculeren. Maar het is wel een heel mooie stad, waar altijd wel iets te doen valt. Alleen over politiek praat ik hier niet: dat ligt te gevoelig.”

Mag / wil je volgend seizoen bij Fenerbahce blijven?

“Op dit moment wordt er tussen mijn manager en de club gepraat. Maar het bestuur wil pas een definitief antwoord geven na de finalematch. Ik heb hier een goed seizoen gedraaid, ik leef er in een mooie stad en volgend seizoen spelen we met Fenerbahce al zeker in de Champions League. Toch ook een mooi vooruitzicht. Ik weet het echter nog niet, want er liggen ook nog andere aanbiedingen op tafel.”

Hoe wordt een beker (of een titel) gevierd? Anders dan in België?

“In de bekerfinale hebben de supporters ons naar de zege geschreeuwd. Het ging dan nog over vijf sets. Dat we ook nog van Galatasaray wonnen, maakte de vreugde des te groter. Tot één uur na de match werden we in de zaal gehouden, omringd door dolle supporters. En heel merkwaardig: de mensen van de club toonden zich heel dankbaar. De grote voorzitter van het alles overkoepelende bestuur was aanwezig. En zo’n zege betekent heel veel voor deze mensen. De titelfinale wordt nu zaterdag in Izmir gespeeld, maar een club als Fenerbahce heeft supporters over heel het land verspreid. En die zijn fanatiek, je hoort die tijdens elke match supporteren en zingen. Dat zal in Izmir niet anders zijn.”

Hoe verloopt het contact met de ploegmaats? Kan je al Turks praten?

“Ik heb nochtans een talenknobbel, maar het Turks is echt wel héél moeilijk. Ik kan enkele basiszinnen zeggen om me te behelpen, maar gelukkig spreken elf van de veertien medespelers redelijk goed Engels. De basistaal trouwens. Ook de coach spreekt uitstekend Engels. Ik heb dan ook het geluk om in een grote stad als Istanboel te wonen, waar we met de mannen en de vrouwen uit alle soorten sportclubs wel eens samen iets kunnen gaan eten.”

Treft de club ook voorzieningen voor buitenlandse spelers?

“Veel tijd om ons te vervelen hebben we niet met ochtend- en namiddagtrainingen. We maken soms ook grote verplaatsingen. Binnen de club bestaat er een restaurant. Ze hebben ook een hotel voor het geval familie of vrienden op bezoek komen, we kunnen in de stad ook gaan eten in één van de vele restaurants, die graag voor spelers uit de grote sportclub Fenerbahce open zijn. Er zijn ook overal fanshops. Ikzelf gebruik een deel van mijn vrije tijd om te studeren voor mijn diploma ‘marketing management’ in Kortrijk.”

Wat was de mooiste en de rotste herinnering aan dit seizoen Fenerbahce?

“Hopelijk moet het mooiste nog komen, nl. met een titel. Het zal niet gemakkelijk worden, want Arkasspor beschikt over een Braziliaanse spelverdeler, een goede Est in receptie en enkele Turkse internationals. Maar tot dusverre was de bekerwinst het allermooiste. De afhandeling van de beker gebeurt hier op één weekeinde. Wij hebben toen tegen alle goede teams uit de competitie gewonnen en we bewezen dus dat we die prijs heus wel verdienden.

Het rotste? Het is nooit leuk om jouw coach te zien vertrekken, maar de resultaten waren nu éénmaal ondermaats en dus was het achteraf gezien de beste optie om hem te vervangen.”

Kijk je al uit naar een terugkeer bij de Red Dragons en wat wil je nog met hen bereiken?

“Ik weet nog niet helemaal zeker of ik ga meedoen. Mijn lichaam heeft momenteel wel wat rust nodig en ik moet mijn examens nog afleggen als ik weer in België ben. Ik weet dat Brecht Van Kerckhove over nagenoeg twee teams beschikt. Zelf ben ik in principe beschikbaar vanaf 1 juli, maar dat moeten we nog eens grondig bespreken. Er staan dan nog het olympisch kwalificatietoernooi en het EK in eigen land op het programma. Wel aanlokkelijk natuurlijk.”

Het zijn dit weekeinde ook de Proms. Er niks van gehoord of je uitverkozen werd tot beste buitenlands spelende Belg?

“Nee, niks van gehoord. Best leuk natuurlijk als je zulke prijs wint. Maar liever kampioen van Turkije dan beste buitenlandse speler” (lacht).

 

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke