Hanne De Schrijver combineert studies en volley aan de Stockton University

 

Schrik niet wanneer Hanne De Schrijver ‘Hi, how are you?” zegt, als je haar één dezer dagen toevallig tegen het lijf loopt. Zij zegt dit immers overgenomen te hebben van haar vriendelijke teamgenoten, die deze begroeting zelfs tegen ‘total strangers’ gebruiken.

De Schrijver (rugnummer 7) combineert nu al anderhalf jaar studies Health and Exercise Science (Gezondheids- en Bewegingswetenschappen) aan de Stockton University of the Pacific in Californië met volleybal voor deze universiteit. Sinds half december verblijft de voormalige spelverdeelster van de Topsportschool, die daarna een jaar bij Barbar X’elles en twee jaar bij VDK Gent speelde, echter in België waarbij zij gedurende deze ruime kerstvakantie uitgebreid de kans krijgt om tijd in te halen met de familie in het Oost-Vlaamse Wichelen.

Waar kwam het idee vandaan om studies met jouw sport te combineren in de VS?

Hanne De Schrijver: “Ik kende een aantal mensen die daar ervaring mee hadden, zoals Celine Coessens, Christine Anthony en Laura Tamas, en zij waren daar allen zeer positief over. Ik heb toen veel dingen opgezocht. En tenslotte contact gezocht met de organisatie van tennisser Dennis Mertens, Overboarder, die Belgische sporters helpt die bij een Amerikaanse universiteit terecht willen. Mijn ouders schrokken in het begin wat van mijn voornemen. Maar uiteindelijk hebben zij het wel oké gevonden. Ik ben nu nog altijd enthousiast over mijn keuze. Het is een ervaring die niet veel mensen kunnen hebben.”

Hoe moeten wij ons die combinatie van studies en sport daar voorstellen?

“Het systeem aan de universiteit is helemaal anders dan in België. Het lijkt als het ware meer op het middelbaar hier, met veel huiswerk. De University of the Pacific is een kleine universiteit in vergelijking met veel andere in de VS, wat het aangenamer maakt. Er is daardoor al eens persoonlijk contact met de lesgevers mogelijk. De combinatie met sport is daar veel gemakkelijker dan in België. Jouw schema wordt afgestemd op de trainingen.”

Is het niet moeilijk dat alle lessen en examens in het Engels zijn?

“In het begin was dat wel een hele aanpassing. Maar dat ben ik nu al gewoon. Wij moeten veel papers schrijven. En het jongste semester kreeg ik veel complimenten over hoe ik schrijf. Dat was wel leuk.”

En wat moeten wij ons bij Stockton voorstellen?

“Het is één van de minder bekende steden van Californië. Het is een heel uitgestrekte stad. Een dichtbevolkt centrum zoals in de meeste Belgische steden is er niet.
Het regent er bijna nooit. In de zomer kan het tot tegen de veertig graden warm worden en schommelt het kwik meestal omstreeks de dertig graden. In de winter zakt de temperatuur nooit onder de tien graden.”

 

 

 

Hoe hoog moeten wij het niveau van de interuniversitaire competitie inschatten?

“Ik zou dat zeker op de hoogte van de Belgische competitie plaatsen. Ik zou het zelfs sterker noemen, want er loopt hier heel wat talent rond, zelfs in ons team, dat niet tot de topteams behoort. Het zijn hier wel allemaal meisjes tussen de achttien en tweeëntwintig jaar, maar ik ben al heel verrast geweest door het potentieel.”

Is de aanpak van de Amerikaanse trainers anders dan de Belgische?

“Ik zal niet zeggen dat het fundamenteel anders is, maar er zijn toch een paar verschillen. De aanpak is specifieker. Wij doen veel drills in kleine groepjes voor bepaalde functies binnen het team. Ik heb trouwens met Nicole Vargas een spelverdeelsterscoach binnen de trainersstaf. Zij helpt mij enorm. Zij heeft zelf in de nationale ploeg gespeeld. En haar moeder, Debbie Green, wordt algemeen beschouwd als de beste spelverdeelster die de VS ooit heeft gehad. Zij won zilver op de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles onder Arie Selinger.
Het volley is hier ook meer statistisch gericht en wij doen meer aan powertraining.”

De competitie is er korter dan hier?

“Dat klopt. Wij speelden sinds eind augustus twee maal per week een wedstrijd. Eén meestal op donderdag en soms op dinsdag, één op zaterdag. Omdat ons team zich niet kon plaatsen voor de eindrondes met de beste universiteiten, zat ons seizoen er al op rond 20 november.

Ik ben nu iets minder dan een maand thuis. In het tweede semester na Nieuwjaar volgt dan het beachvolleybalseizoen. Dat krijgt daar eigenlijk minder aandacht. Een keuze tussen de twee voor later, wil ik nu zeker nog niet maken. Ik heb altijd graag beachvolley gespeeld. Maar het is nu geen prioriteit.”

Woon je op de universiteit zelf?

“In het eerste jaar moet je altijd in een huisje op de universiteit zelf met enkele gedeelde ruimtes verblijven, op een gedeelde kamer. In mijn tweede jaar nu mocht ik overstappen naar een nieuw gebouw en woon ik nu in een appartement met een van mijn ploeggenoten, die uit Arizona afkomstig is.

Ik ben de enige buitenlandse in mijn team. In andere sporten zitten er wel nog buitenlanders op de Pacific universiteit. Er zit ook iemand uit België in het veldhockeyteam. In mijn laatste jaar zouden wij een trip naar Europa mogen doen en men heeft beloofd dan ook België aan te doen.”

Zijn er zaken over de VS of zijn inwoners die jou in de eerste weken verrast hebben?

“In het begin had ik het hier heel moeilijk met de hitte. Ik kon bijna niet buiten lopen.
Wat het eten betreft, is er hier veel fast food. Er zijn ontzettend veel kleine winkels, die slechts één soort voedsel zoals bagles, smoothies, enz. aanbieden. Soms wordt er na een wedstrijd met de ploeg wel eens naar een fast foodrestaurant gegaan. Maar onze powercoach vraagt wel om op onze voeding te letten en houdt op dat vlak een oogje in het zeil.
De koffie is minder goed dan in België. En dat er om één uur ’s nachts een file op de weg kan staan, is ook iets dat bij ons niet gebruikelijk is. Wat het verkeer betreft, moesten wij ook door ondervinding leren dat je hier rechts mag afslaan als het licht op rood staat en er geen auto’s afkomen uit de andere richting. Toen mijn vader, die de eerste week met mij mee was, dat niet deed op weg naar het hotel, kreeg hij dan ook veel getoeter te horen achter zich.
Verder geldt het cliché dat de meeste Amerikanen van België maar drie dingen kennen: chocolade, bier en wafels.”

Hoe kijkt men in dat universitair milieu tegen het fenomeen Trump aan?

“Iedereen heeft er wel een mening over. De meeste ploeggenoten en coaches zijn er geen fan van. Maar ik heb ook al gehoord van families die wel achter de president staan en waar je niet tegen op kunt discussiëren. Al is Californië wellicht niet de regio waar Trump zijn meeste stemmen heeft gehaald.”

Heb je al iets van de omgeving kunnen zien?

“Ik heb al een paar keer San Francisco bezocht en dat maakte wel indruk. Ik heb ook al eens de Bay Area, zeg maar de kustlijn, afgedaan en die is verbluffend mooi.”

 

 

 

Heb je al een idee wat je na jouw studies zal doen?

“Normaal gezien duren deze studies vier jaar. Dus het einde ervan is nog even verwijderd. Ik kan eventueel nog een vijfde jaar doen. Als ik in België mijn diploma wil laten valideren, zal ik wellicht een extra examen moeten doen. Ik zou ook wel graag blijven volleybal spelen, al weet ik helemaal nog niet waar dat dan zal zijn. De meeste Amerikaanse meisjes stoppen na hun studies, omdat er hier geen gewone competitie is naast de interuniversitaire. Maar ik ben enkele meisjes wel al aan het bepraten om het later toch in Europa te proberen.”

Mis je jouw familie en vrienden niet als je zo ver van huis verblijft?

“Soms voel ik wel de nood om iets met mijn familie te delen of steun te zoeken. Vooral hen mis ik dan op die momenten. Gelukkig zijn de sociale media er om makkelijk contact te leggen. Wij hebben binnen de familie dan ook een apart What App-groepje gemaakt.
Wat mijn vriendinnen betreft, valt dat redelijk mee. Ik ben tijdens het semester dan ook heel druk bezig en heb niet altijd veel tijd. En met mijn beste vriendinnen zorg ik er wel voor dat ik voldoende contact houd.
In dat alles is het fantastisch dat mijn team heel close is. Het is bijna een kleine familie op zich. En dat maakt het natuurlijk aangenaam en draaglijker.”

Tekst: Philippe Cryns

Foto’s: Meaghan Laurel Photography