Lotte De Quick (VDK Gent): “Finnen niet onderschatten”

 

VDK Bank Gent Dames speelt nu woensdag 5 december om 20.30 u. in de Edugo Arena in Oostakker de terugmatch van de 1/16 finale van de Challenge Cup tegen het Finse Pihtipudas. Gent won de heenmatch vorige woensdag in Finland met 2-3. Een goede uitgangspositie dus om zich in eigen huis te plaatsen voor de volgende ronde. De club biedt de toeschouwers ook gratis toegang, in de hoop dat zij de ploeg naar de 1/8 finale kunnen schreeuwen. Daar wacht immers een mooie affiche met het Italiaanse Monza, van onder meer de Nederlandse Anne Buijs en de tweede opposite van de Italiaanse nationale ploeg Serena Ortolani. Plus de Spaanse ex-speler van Roeselare Miguel Falasca als trainer.


“De winst in de heenmatch biedt inderdaad perspectieven richting kwalificatie”, stelt spelverdeelster Lotte De Quick. “Maar wij mogen de Finnen zeker niet onderschatten. Finland is een land waar het volleybal in stijgende lijn gaat. Het land heeft een degelijke competitie. Dat zie je aan het feit dat verschillende ploegen het Europees niet slecht doen. Ik herinner mij ook dat hun nationale jeugdploegen steeds aardig voor de dag kwamen. Maar dat neemt niet weg dat wij er goed voor staan om Pihtipudas uit te schakelen. Het feit dat wij zondagavond in Tongeren een 2-0 achterstand konden ombuigen en een vijfde set uit de brand slepen, moet ons ook vertrouwen geven.”

Hoe verliep de heenmatch precies?

Lotte De Quick: “Wij zijn daar heel goed gestart. Maar daarna ging ons niveau op en neer. Op het einde was het belangrijk om de vijfde set wel te winnen. Onze tegenstander gebruikte iedere set een andere opstelling. Daardoor hadden wij het af en toe moeilijk om ons aan te passen. Maar nu weten wij dat en kunnen wij ons daar beter op voorbereiden.
De heenreis duurde bijna twaalf uur. En zelfs al was de terugreis van kortere duur, dat zit wel in de benen. Gelukkig hebben wij veel kunnen slapen onderweg en zijn wij intussen wel voldoende gerecupereerd.”

Gent sloot de heenronde van de competitie zonet af op de vierde plaats, met een punt voorsprong op Antwerp en Zoersel. Hoe kijk je terug op die eerste helft?

“In de voorbereiding konden wij nooit op de volledige ploeg rekenen. Onder meer omdat Iris Vandewiele en Laure Flament last hadden van blessures na hun zware zomer met de Yellow Tigers. Na een aantal weken viel Flament opnieuw uit en dat kostte ons toch wat aanpassingstijd.”

De competitiezege thuis tegen Oostende leek een kantelpunt?

“Die heeft ons inderdaad enorm deugd gedaan. Eerlijk gezegd, baal ik nu nog altijd van de uitschakeling in de kwartfinale van de beker vlak daarvoor in Oostende. En veel ploegmaats delen dat gevoel van een gemiste kans op aanwezigheid in het Sportpaleis. Wij hebben die competitiematch dan ook heel gedreven aangepakt en hadden onze “revanche” beet. Daarna gingen wij ook winnen in Zoersel, dat Asterix toch twee keer geklopt heeft.
Gezien wij Laure Flament nu toch al geruime tijd missen, vind ik niet dat wij moeten klagen over de resultaten tot nu toe. Wij hebben slechts drie wedstrijden verloren in de heenronde. En één daarvan was dus de recente 3-2 in Tongeren, wat daar toch niet slecht is. Wij weten dat elk punt een bonus is. Met die ingesteldheid gaan wij ook de tweede ronde week per week aanpakken. Wij groeien elke week. En daarnaast betekent iedereen die invalt een meerwaarde. Dat is ook zeer belangrijk.”

Vind je jullie ploeg versterkt ten opzichte van vorig seizoen?

“Er zijn een paar nieuwkomers die duidelijk een frisse wind door de groep hebben doen waaien. Wij hebben er ook enkele zeer gedreven jonge speelsters bij, wiens enthousiasme aanstekelijk werkt. Ik vind dus wel dat wij versterkt zijn.”

Jij bent aan jouw derde seizoen bij Gent bezig. Na de periode in de Topsportschool blijkt Gent voor jou een geslaagde keuze, want je hebt er direct veel speelkansen gekregen.

“Als klein meisje kwam ik samen met mijn vader Kris vaak kijken naar VDK Gent. Het was toen een droom om ooit met die ploeg mee te spelen. En nu ben ik fier dat ik op dit niveau geraakt ben. En dan nog met hetzelfde nummer negen dat mijn vader ooit droeg bij de mannen van Gent.
Ik ben de club en de trainers dankbaar voor het vertrouwen dat zij in mij gesteld hebben. Ik ben dankbaar dat ik de voorbije periode veel heb kunnen spelen. Dat helpt om het niveau omhoog te halen. Je maakt volgens mij dan meer progressie dan wanneer je alleen maar traint. Ik besef ook dat ik nog superjong ben en in elk aspect van het volleybal nog kan verbeteren.
Dat mijn vader buiten de wedstrijden vaak raad geeft, vind ik niet vervelend. Hoe meer tips, hoe beter.”

Je zus Tine kwam dit seizoen ook van Meerbeke over naar Gent…

“Zij is inderdaad onze tweede libero en kwam al enkele keren met succes een aanvalster vervangen in het achterveld. Ik vind het bijzonder leuk om haar in hetzelfde team te hebben.”

Tekst: Philippe Cryns

Foto’s: Bart Vandenbroucke