Pieter Verhees: “Achtste finale halen op WK in Italië en dan zien we wel”

Gedurende bijna twee maanden bereidt de Belgische nationale mannenploeg zich voor op het WK 2018 in september in het wondermooie Firenze (Ita). Deze week tot vrijdag kamperen de Red Dragons in hotel De Maaskant in Maaseik. Het weekend is vrij. Vanaf maandag 30 juli wordt het EVC in Vilvoorde het nieuwe basiskamp voor ‘onze jongens’. Overpeltenaar Pieter Verhees (28), middenman bij de Dragons, is er bij met heel veel gretigheid. Na een toffe zomer.
Met verhalen over een nieuw contract bij Ravenna, een fietstocht richting Compostella en veel quality time in Thailand en Bulgarije, op vakantie met familie en vrienden. Pieter beleeft het ene hoogtepunt na het andere. Op zijn 28ste is hij de enige Belgische man die zich handhaaft in de Italiaanse Serie A 1. Top van de wereld. Pieter Verhees staat zo voor absolute klasse. We hebben gepraat over zijn Italiaanse carrière, zijn inzet voor het goede doel. En over de uitdagingen voor de Red Dragons op het naderende WK 2018 in Italië.

De middenman (2m05) timmert verder aan zijn schitterende carrière. Top met Noliko Maaseik in 2012, top ook bij Pallavolo Modena (Ita) met bekerwinst tegen Trentino. Finalist met Andreoli Latina (Ita) in de finale van de CEV Cup 2013 en in de finale van de Challenge Cup 2014. De Limburger stak ondertussen – chapeau, doe het maar na! – ook een diploma Master L.O. op zak. Een waarborg voor later.

Waarom ben je zo gecharmeerd door Italië?
Pieter Verhees: “O, ik kreeg aanbiedingen uit Turkije en Polen. Maar vaak gaat het dan op het laatste moment niet door. Niet zo erg. In Italië stijgt het niveau nog altijd. Ik heb ‘selfmade’ Italiaans geleerd. De Serie A 1 is een schitterende competitie. De interclub wordt met de dag sterker. En ik weet me te handhaven in het gezelschap van wereldspelers.”

Was Noliko Maaseik jouw springplank?
“Zo kan je het stellen. Na drie seizoenen bij Euphony Asse-Lennik, met spelverdeler Matthias Valkiers, trok ik met de set-up naar Noliko. Met ook Simon Van de Voorde als topman in het team. Een gouden seizoen: titel, beker, Supercup. Ja, trainer-coach Vital Heynen heeft in de stad aan de Maas afscheid genomen met alles wat er te winnen viel.”

In 2012 trok je naar Italië. Een droom ging in vervulling. Eerst in Latina, dan in Modena, Monza en Vibo Valentia.
“Latina was zo tof. Op 40 minuten rijden stond ik in Rome. De ideale bestemming bij een vrij weekend. En ik speelde twee finales. Pallavolo Modena, bij Bologna, bleek nog beter. Ik kreeg de aanbieding van die topclub, de beslissing was snel genomen. In dat ene seizoen won ik de Coppa d’Italia tegen Trentino. Een zege om nooit meer te vergeten.”

Maar met Vero Volley Monza brak een nieuwe tweejarige periode aan. Tevreden?
“Heel zeker. Ik kon in Modena blijven. Maar in Italië moeten altijd drie Italianen tussen de lijnen staan. De ‘regel’ van een beperkt aantal buitenlanders. Een beschermend model voor eigen talent. Voor je het zelf goed beseft, is er niet meteen nog plaats. Ze stellen op de libero en in het midden – mijn positie – liefst jongens uit eigen kweek op. Ze halen dan liefst sterke buitenlandse hoofdaanvallers en ook receptie-hoeken. Ik begrijp die aanpak wel. Soit, oké, ik besloot een andere club te zoeken. Meer richting Milaan. Dat werd dus Monza, waar ook Tomas Rousseaux zou tekenen. En bij het vrouwenteam speelde de Zutendaalse Yellow Tiger Freya Aelbrecht. Zij heeft nu getekend in Japan schijnt het. Bij een club op anderhalf uur van Tokio.”

Je club vorig jaar werd TCC Vibo Valentia in het Italiaanse zuiden?
“Ja, individueel liep het daar enigszins lekker. Maar we presteerden niet als team. Al haalden we gelukkig het behoud. We misten spelers om de aanval af te maken. Het Italiaanse zuiden is overigens heel anders dan Midden- of Noord-Italië. Een verschil in mentaliteit. Heel op het gemak. Gelukkig had ik François Lecat als ploegmaat. Maar we moesten te veel zeuren en zagen om zaken in orde te krijgen. Dat mag voor mij toch ietsje vlotter gaan.”

Je trekt nu weer noordwaarts. Naar Porto Rubor Costa Ravenna. Je krijgt er Kamil Rychlicki (ex-Maaseik) als ploegmaat. Wat denk je over deze overstap?
“Ik ken de zaal, het is volle bak tegen de topteams. Maar het wordt een moeilijk seizoen. De top van de Serie A 1 heeft zich versterkt. Civitanova, Trentino, Verona, Modena en topper Perugia hebben zich alweer versterkt met Cubanen en Brazilianen. Ik koos graag voor Ravenna. Het bestuur zocht al snel contact. Dat contact heb ik snel gehonoreerd. Het is niet zo gemakkelijk om als middenman een verbintenis te krijgen. Ik kijk er echt naar uit.”

Goede werken zijn Pieter Verhees niet vreemd. Caritas is een sterk begrip in de familie, ja?
“Inderdaad. Joris Vandael is een boezemvriend van mijn broer Wouter (actief bij Avoc Achel, nieuw in Liga A, red.). De familie van Joris moest allerlei tegenslagen verwerken. Joris lanceerde daarvoor een fietstocht naar Compostella, met verslag en foto’s op zijn dagelijkse ‘blog’. Ik wilde de familie heel graag steunen. Samen met mijn broers en mijn ouders. Bedoeling was om een week mee te rijden. Van Neerpelt tot het Noord-Franse Troyes, een afstand van 500km. Ik kroop dus op mijn rennersfiets. Ook broers Wouter (26) en Hendrik (23, VC Overpelt), hapten toe. Alles ten voordele van Levensloop. In mei zijn we één week met Joris meegereden. Hij alleen zette door: hij deed er 37 dagen over om Compostella te bereiken. Fantastisch. Omdat we de tegenslagen in de familie van Joris wilden herdenken, bootsten we ‘De helaasheid der dingen’ na, de verfilmde roman van Dimitri Verhulst. Ja, naakt fietsen hoorde daarbij. Van een blote mannelijke achterkant ligt niemand wakker. Foto’s stonden op de blog van Joris. Ik had er totaal geen probleem mee. Ik schenk trouwens soms gesigneerde T-shirts weg, die per opbod voor het goede doel worden geveild. Dat doe ik regelmatig. En graag.”

Je trok enkele weken geleden naar Thailand en Bulgarije. Waren het unieke ervaringen?
“Ja, vooral de twee weken in Thailand. Met mijn ouders, mijn twee broers en de vriendin van Wouter. Een sportieve vakantie, gekleurd door rondtrekken, bezoek aan nationale parken en ook ‘hiking’ in de bergen. Meest speciaal: we vonden, zuiver per toeval een volleybalveldje, midden in de rijstvelden. We hebben er gespeeld – pa en ma en broers – tegen Thaise meisjes, die de ervaring uniek en heel speciaal maakten. Ze speelden heel sterk. En dan die locatie: eerst stappen over een bruggetje van bamboe, gebouwd door de monniken aldaar. Zij wilden vlot vanuit het dorp naar hun klooster stappen. En plots lag daar dat veldje. Een net was ook voorzien. Niet te geloven. We speelden met de enkels in het water. Later volgde met Overpeltse vrienden nog een vijfdaagse trip naar Varna in Bulgarije. Het was kort en krachtig: geen volleybal, wel heel veel ‘quality time’.”

Vorige maandag 23 is in Maaseik de voorbereiding gestart op het WK in september in Italië. Hoe denk je daarover?
“Het is nog heel vroeg, hé. Bondscoach Andrea Anastasi selecteerde 17 spelers. Ik kan er niets over zeggen, omdat ik een langere zomerrust wilde inbouwen. De eerste dag verliep onder leiding van de Italiaan en assistent Brecht Van Kerckhove al vrij pittig. Binnen de groep van 17 is iedereen aanwezig, alleen libero Stijn Dejonckheere (drukke eigen firma, red.) niet meer. We oefenen uit in Bulgarije, Nederland en Polen en thuis tegen Australië. De Aussies zijn onze tegenstander voor de uitwuifwedstrijd op 8 september in Aalst. We starten op het WK vanaf 12 september. Natuurlijk hoop ik beter te doen dan in mijn eerste WK 2014 in Polen. Daar zijn we op één set gestrand van de beste zestien. Een zware tegenvaller.
Hopelijk loopt het anders in mijn tweede WK ooit tegen Argentinië (vedetten Di Cecco, Poglajen en Sole). En tegen Italië (Juantorena, Zaytsev, Giannelli, Lanza, Antonov), tegen Japan (Yuki Ishikawa, mijn ploegmaat bij Modena), tegen Slovenië (Urnaut, Cebulj, Gasparini, Pajenk) en het onbekende team van de Dominicaanse Republiek. Het doel is duidelijk: 24 landen zijn geloot in zes poules van vier. De top vier per poule (16 teams) speelt de achtste finales. Een hele uitdaging na 2014. Ik wil heel, héél ver stoten. Dat geldt voor alle Red Dragons: een piek op het WK is op ons CV een schitterend uithangbord. Ik wil nog zeer lang spelen. Als het element ‘plezier’ nog altijd regeert, over enkele jaren. Op lange termijn – al is het als veertiger – wil ik afsluiten bij mijn opleidingsclub VC Overpelt. Dan is de cirkel rond. Ik heb in Overpelt voor altijd mijn hart verpand. In Italië zie ik me nooit definitief wonen.”

Tekst: Leo Peeters
Foto’s: Bart Vandenbroucke; blog Joris Vandael