Simon Van De Voorde werkt als bouwvakker

Als de heer Trump het over Iran heeft, weet je nooit of het ‘fake news’ is. Als je met Simon Van De Voorde over Iran praat, dan weet je dat het ‘real news’ is. De 28-jarige Leuvenaar vertoefde zes maanden als middenspeler bij topclub Paykan Teheran. Het werd een wel heel merkwaardige kennismaking, die niet dadelijk om een herhaling vraagt.

Het was inderdaad geen gemakkelijk seizoen. Het cultuurverschil was er groter dan ik zelf gedacht had. Maar ik ben veel ervaringen rijker. Het meest opvallende was wel dat er geen kameraadschap bestond tussen de spelers van de ploeg. Iedereen kwam trainen, training gedaan en iedereen vertrok naar huis, zonder zich nog verder om de anderen te bekommeren. Heel raar. Er waren ook maar twee spelers die een beetje Engels spraken en die als een soort tolk fungeerden om te zeggen wat de coach als instructies had meegegeven. Ik was dan ook blij dat Kay Van Dyck (ex-Maaseik) erbij kwam, zodat ik mijn moedertaal nog eens kon spreken,” vertelt Simon Van De Voorde.

Sportief

Ook op sportief gebied verliep het niet zoals ze bij Paykan Teheran verwacht hadden. “Ze waren ervan overtuigd dat ze kampioen konden spelen, maar toen ze voor het eerst sinds lang een thuismatch verloren, werd de coach in het midden van het seizoen ontslagen. De ploeg bezat zeker de capaciteiten om de titel te halen, maar ze miste de juiste mentaliteit. Soms waren ze er met het hoofd niet bij en dan zag je ze ruzie maken met de scheidsrechter of met spelers van de andere ploeg. Ik verstond er niks van, maar door hun lichaamstaal wist ik genoeg. Ze zijn gewend dat buitenlanders veel betekenen voor de ploeg, maar ze kunnen er niet mee omgaan. Daar kwam bij dat de ploeg die kampioen werd, een budget had dat drie keer groter was dan dat van de andere ploegen.

Er bestaan ook geen play-offs, alleen heen- en terugmatchen en de stand in het klassement besliste over de volgorde van de wedstrijden. Dat moest dan eerst besproken worden. Dat kon soms heel gek lopen. Plots zeggen ze: ‘och ja, morgen hebben we een match’. Of: ‘ha ja, het tijdstip van de match is veranderd’, want de vier ploegen uit Teheran speelden in dezelfde zaal en die was dus soms bezet. We hebben ook gespeeld in zalen zonder lopend water.”

Staat Iran er economisch zwak voor?

Ik had op die ene vrije dag in de week geen tijd om het land te bezoeken. Ik heb dus alleen een beetje van Teheran gezien. En daar zag ik enorme verschillen: de rijken zijn er stinkend rijk. Zelfs rijker dan de rijkste Belgen, ze zwemmen in het geld. Daar staat tegenover dat er een pak mensen gewoon op straat leven. Ikzelf mocht niet klagen: ik woonde in een groot en proper appartement in één van de goede buurten van de hoofdstad van Iran. Maar financieel heb ik nog een redelijk groot bedrag te trekken. De levensstandaard is er echter op achteruit gegaan, de waarde van het geld zakte enorm en vermits ik – gelukkig – overeenkwam dat ik Euro’s zou betaald worden, zeggen die mensen me nu dat ik haast het dubbele voor hen kost dan toen ze me aanwierven. Dat wordt dus nog wel even touwtrekken.

Toen ik er was, waren er ook betogingen tegen het regime omwille van de enorme prijsstijgingen. Prompt werd het internet gecensureerd. Maar toen ik aan mijn ploegmaats vroeg wat er aan de hand was, gaven ze me wel uitleg.”

Tijdens het WK in Polen in 2014 waren er protesten tegen het verbod van vrouwelijke aanwezigheid op volleywedstrijden. Is dat intussen veranderd?

Mijn vrouw kwam één week naar Teheran en ze mocht niet binnen in de zaal. Ze hebben nu een vrouwelijke nationale ploeg, maar die mag alleen door een vrouw getraind worden. Vrouwen mogen naar de fitness gaan tussen 5u en 8u ’s morgens, de mannen nadien tussen 8u en 10u en de vrouwen opnieuw tussen 10u en 12u. Ze vinden dat de vrouwen zich maar best konden aanpassen, vermits die ‘anders toch niks te doen hebben’. In de nationale competitie mogen ze dus nog steeds geen mannenmatchen bekijken. Alleen bij de matchen van de nationale mannenploeg worden ze bij mondjesmaat geduld.”

De communicatie met de buitenwereld, of gewoon het thuisfront, lag dus moeilijk?

Absoluut. Je kon alleen via het mobiele internet communiceren. Maar dus geen Skype of iets dergelijks. Dat vond ik het ergste, want mijn zoontje leerde elke maand heel veel bij en ik kon dat niet volgen. Daarom dat ik probeer dat aspect opnieuw voorop te zetten na mijn terugkomst in België. Ik wil elke dag bij mijn vrouw en mijn zoontje zijn. Ik heb me bijgevolg ook afgemeld voor het eerste deel van de campagne met de Red Dragons. Ik heb een tweetal keren gebeld met de nieuwe bondscoach Anastasi, ik hoop hem nog wel eens te ontmoeten als hij in België aanwezig is en ik hoop er nog wel bij te zijn op het WK in Italië/Bulgarije.”

Hoe hou je dan jouw conditie op peil?

Ik ben bouwvakker geworden. Nee, geen grapje. We waren bezig met het verbouwen van onze woning tot onze aannemer rugproblemen kreeg. Ik heb dan een tijdje mee geholpen op de werf en ze vonden dat ik dat niet slecht deed. Zelf vond ik dat ook een leuke afwisseling en daardoor werk ik nu via Randstad Interim in ‘de bouw’. Ik werk dus niet alleen aan onze eigen woning, maar ook elders. Een aangename job.

En hoewel ik al ongeveer twee maanden gedaan heb met spelen, kreeg ik ook nog nergens een nieuw contract aangeboden. Tja, middenspelers zijn niet zo gegeerd, zeker? Ik probeer natuurlijk ook nog regelmatig in de fitnesszaal mijn conditie op peil te houden, maar ik wil niet weer opnieuw een week op hotel of in het buitenland op stage zitten. Mijn familie komt momenteel op de eerste plaats.”

Kreeg je veel interviews in de Iraanse pers?

(lacht schamper) “Eén keer belde iemand me in heel gebrekkig Engels, maar er zat duidelijk geen verhaal in en ik heb zelf ingelegd. Dat was het enige interview in de Iraanse pers.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke en Simon Van De Voorde